Om voor de vergoeding op basis van de be
drijfsomvang, dan wel de maandelijkse vergoe
ding in aanmerking te komen, moet het bedrijfs-
hoofd:
voldoen aan bovengenoemde eisen en bo
vendien sinds 1 oktober 1962 ononderbro
ken een landbouwbedrijf hebben uitge
oefend;
gedurende de laatste vijf kalenderjaren ten
minste de helft van zijn arbeidstijd aan het
landbouwbedrijf hebben besteed en tenmin
ste de helft van zijn totaal-fiscaal zuiver
inkomen uit het landbouwbedrijf hebben
verkregen.
De werknemer of het medewerkende gezinslid
moet:
tuusen 50 en 65 jaar oud zijn;
een arbeidsovereenkomst hebben met het
bedrijfshoofd;
onder het stelsel van de sociale verzekering
vallen;
sinds 1 oktober 1962 verzekerd zijn ge
weest bij het Bedrijfspensioenfonds voor de
Landbouw of het Bedrijfspensioenfonds
voor het Bloembollenbedrijf;
gedurende de laatste vijf kalenderjaren ten
minste 26 weken bij een der pensioenfond
sen verzekerd zijn geweest;
gedurende de laatste twee jaren in dienst
zijn geweest van het beëindigende bedrijfs
hoofd.
Geen vergoeding wordt gegeven aan een be
drijfshoofd, dat het bedrijf, vergeleken met enig
tijdstip gedurende de laatste vijf jaren, met meer
dan 15% in oppervlakte heeft verkleind, tenzij
de bedrijfsomvang volgens de puntentelling
daardoor met niet meer dan 15% zou zijn ver
kleind.
SBL
Het ontwerpbesluit van het bestuur van de SBL
heeft betrekking op de bestemming, die deze
stichting zal geven aan de grond, die zij heeft
verworven van ondernemers die hun bedrijf
hebben beëindigd. Deze grond zal voor ten
minste 85% bij voorrang worden toegewezen
aan ontwikkelingsbedrijven of voor niet-agra-
rische doeleinden worden gebruikt.
Borgstellingsfonds
Door de Stichting Borgstellingsfonds voor de
Landbouw werd opgesteld het ontwerpbesluit
Borgstellingen landbouwbedrijven met ont
wikkelingsmogelijkheden". Hierin zijn vervat
de voorwaarden waaronder ter aanmoediging
van de bedrijfsontwikkeling borgstellingen wor
den verleend aan ondernemers van landbouw
bedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden.
EEG-TOEWIJZINGEN
STUCTUURPROJECTEN 1971
Uit de middelen die voor financiering van
structuurprojecten in het jaar 1971 beschikbaar
zijn in het Europese Landbouwfonds, afdeling
Oriëntatie, heeft de Europese Commissie thans
besloten aan een tweede serie van negen pro
jecten een toewijzing te verstrekken. Hieronder
zijn de volgende ruilverkavelingen: „Lek en
Linge" (Gld.) 3.392.090; „Assendelft (N.H.)
1.417.122; „Strijper Aa-Budel" (N.B.)
1.211.140 en „Echt" (L.) 1.528.576.
Met een totaalbedrag van 14 miljoen gulden
heeft Nederland ruim 8% van de thans ver
deelde middelen ontvangen. Toewijzingen van
de derde, tevens laatste serie kan in het najaar
worden tegemoetgezien.
ccc
Het ontwerpbesluit van de CCCUitvoering van
de EEG-moderniseringsrichtlijn in ruilverkave-
lingsverband" houdt in, dat de uitvoering zal
worden bevorderd van ruilverkavelingen waar
van verwacht wordt, dat na voltooiing de cul
tuurgrond:
hetzij voor tenminste 40% wordt geëxploi
teerd door bedrijven met een goedgekeurd
ontwikkelingsplan;
hetzij voor tenminste 70% wordt geëxploi
teerd door bedrijven, die beantwoorden aan
het zogenaamde moderniseringsdoel ver
wezenlijkt in het vergelijkbare inkomen.
Rectificatie
In het artikel HTSHTW in Geodesia 1972-
7/8 heeft de zetter een tweetal verwisselingen
gemaakt. Het begin van formule (1) moet lui
den: Xc Xterwijl het begin van for
mule (2) moet zijn: Yc y
Verder is in de voorlaatste regel van blz. 188
de teller met de noemer verwisseld. Daar moet
staan
1 1/7 10-«
ac sin u 10° mm.
sin2 u
221