4. Als onderdeel van een circuitnet komt de volgende insnijdingsconstructie voor: 2 Gemeten zijn de „lengten" s12, $23 eri de richtingen r14, rv2, r2l, r2i, r23, r32, r3i. De lengten zijn ongeveer 1 km en de hoe ken ct4i<2, ai24, a423> «234 ongeveer 50«'\ (a, 6,4 dmg; as 1 cm). a. Welke voorwaarde(n) is(zijn) er? b. Geef de gelineariseerde voorwaarde(n). c. Is dit een „goede" of „slechte" construc tie? (Ga er hierbij onder meer van uit welke richting de grootste grenswaarde heeft.) 5. Een lengte wordt driemaal gemeten met een standaardafwijking van 2 cm. De uit komsten van deze meting zijn 850,17 m, 850,09 m en 850,15 m. a. Toets het geheel volgens de F-toets met een a van 5 b. Toets de nulgrootheden van de voor waarden. c. Toets de correcties. d. Welke conclusie kan uit bovengenoem de toetsen getrokken worden, gebruik makend van de nomogrammen „Critical Value" en „Inverse Power Function"? e. Bereken met dezelfde nomogrammen de grenswaarde van een lengtemeting. f. Waarom kan de berekening ad e ook vóór de meting plaatsvinden? Wat is het belang hiervan dan? CIVIELE TECHNIEK Tijd: 2x/2 uur 1. Van de spanten van een bamboe-loods is het volgende gegeven: Breedte 4 m. Hoog te van de stijlen boven M.V. 2,50 m. Dakhelling 30°. Bamboe's hebben een gemiddelde diameter D 0,10 m. Gevraagd: a. Op schaal 1 50 een schema van het spant (alleen as-lijnen) met de namen van de onderdelen van het spant. b. Op schaal 1 20 een detail van één der verbindingen (zelf kiezen). 2. In een weg is een bocht. Verhardingsbreed te 8 m. Dwarshelling van het dakprofiel 2%; verkanting in de boog 5%. Lengte van de overgangsboog 160 m. Gevraagd: Bereken alle gegevens die nodig zijn om een langsdoorsnede te tekenen, waarbij as weg horizontaal blijft. As weg 0. (Met schetsen toelichten). 3. Van een stalen liggerbrug is het volgende gegeven: Theoretische overspanning 8 m. Gelijkmatig verdeelde belasting 1,8 tf per m2. Brugliggers: INP 40, h.o.h. 0,90 m. Landhoofd van beton. Gevraagd: a. De oplegging van een ligger te berekenen en te tekenen op schaal 1 20. b. De max. optredende buigspanning in een ligger. 4. a. Wat verstaat men onder het „voordelig ste profiel" van een leiding? b. Hoe is de vorm van de doorsnede daarvan bij: le. Open leidingen van beton. 2e. Open leidingen met aarden wanden en bodem. c. Bepaal van een open betonleiding de afmetingen van het voordeligste profiel en het verhang, als gegeven zijn: Q 1,6 m3/sec, Fmax 1,6 m/sec. en m 0,35 (Kutter). RECHT Tijd: 2x/2 uur A. Privaatrecht 1. Door het burenrecht wordt het genot en het beschikkingsrecht ten aanzien van de eigendom van onroerend goed belangrijk beperkt. a. Op welke andere wijzen kunnen deze eigendomsrechten door het publiekrecht en het privaatrecht worden beperkt? b. Welke algemene regeling, betreffende de eigendom, geeft het burenrecht ten aan zien van muren, sloten en heggen, die nende tot afscheiding tussen gebouwen, landerijen, tuinen en erven? c. Welke uitzonderingen bestaan er op deze hoofdregel? Geef voor de in b genoemde gevallen hiervan een voorbeeld. 226

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 18