2. Bereken het azimut en de hoogte van Polaris op 16 oktober 1972, 18 uur plaat selijke tijd, met cp 52° 04' en 1 20'" 30s. Doet de tijd hier veel ter zake? B. Kartografie 1. Toon aan dat de centrale of gnomische projectie noch conform noch equivalent is. 2. a. Hoe werd in de oudheid een lengtebe paling uitgevoerd? b. Wat is het belangrijkste kenmerk van de oude romeinse routekaarten? c. Noem een aantal bekende Nederlandse kartografen van de Hollandse School" omstreeks de zeventiende eeuw. C. Fotogrammetrie 1. Geef een beschouwing over direct en indi rect stereoscopisch zien. 2. Vergelijk de toepassingsmogelijkheden van enkel- en dubbelbeeldfotogrammetrie. Geef van beide methoden enkele voorbeel den van uitwerkingstechnieken en -instru menten, met een korte beschrijving daar van. REGISTRATIE EN INDELING VAN GRONDEN Tijd: iy2 uur A. Kadaster 1. Bij het rechtsverkeer in onroerend goed treden twee principes naar voren: het be ginsel der publiciteit en dat der specialiteit. Wat is de betekenis van deze twee princi pes? 2. Artikel 671 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat de levering van onroerende zaken geschiedt door de overschrijving van de akten in de daartoe bestemde openbare registers. a. Welke openbare registers worden hier bedoeld? b. Welk onderzoek behoort de notaris in te stellen, wanneer hij een juridisch foutloze akte ter overschrijving wil aan bieden? c. Hoe wordt eigendom van onroerende zaken verkregen bij wettelijke erfopvol ging? En hoe bij testamentaire erf-op- volging? 3. a. Wat is een hypotheek? b. Hoe komt deze tot stand? c. Hoe gaat een hypotheek te niet? 4. In 1951 is in het Burgerlijk Wetboek - art. 638a t.m. t - een nieuw juridisch begrip geïntroduceerd: „het appartement". a. Wat was de aanleiding tot deze intro ductie? b. Wat verstaat de wet onder het begrip appartement? c. Hoe komt een splitsing in appartemen ten tot stand? d. Hoe is een appartement bij het kadaster aangeduid? B. Ruilverkaveling 1. a. Wat zijn de taken van de Centrale Cul tuurtechnische Commissie? b. Hoe is de samenstelling van deze Com missie? c. Door wie worden de leden benoemd? 2. Aan openbare lichamen kunnen ingevolge art. 13 der wet kavels worden toegewezen. a. Is deze toewijzing gebonden aan een li miet? b. Welk bedrag moeten de openbare licha men voor de toewijzing betalen? 3. Indien een aanvrage tot ruilverkaveling door Gedeputeerde Staten wordt goedge keurd leggen deze, volgens art. 35 der Ruilverkavelingswet een rapport en enige andere stukken ter inzage van een ieder neder ter secretarie van de gemeenten, waarin het blok is gelegen. a. Wat bevat dit rapport en welke zijn die andere stukken? b. Op welke wijze worden belanghebben den attent gemaakt op de ter inzage legging? c. Waar en gedurende welke termijn kun nen belanghebbenden hun bezwaren kenbaar maken? 4. a. Wie stelt de lijst van rechthebbenden samen? b. Wat is, - in de zin der wet - een recht hebbende? c. Waarom is de lijst van rechthebbenden zo belangrijk? 5. Hoe moet, ingevolge art. 56 en 57 der ruil verkavelingswet, de ruilwaarde van de landbouwgronden worden bepaald? C. Planologie 1. We gebruiken de begrippen „urbaan" en „ruraal". Van „urbaan" is afgeleid „urba nisatie". Vragen: a. Wat betekent urbaan? b. Wat betekent ruraal? c. Waarom gebruiken we wel het begrip „urbanisatie", maar niet het begrip „ru- ralisatie"? 228

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 20