Christopher Saxton (ca. 1 542-ca. 1611) „optimus chorographus" door WKoopmans, oud-ambtenaar van het Kadaster. Saxton is, met zijn primeur van een eigen nationale atlas van 1579 naast John Ogilby met de eerste werkelijk nationale wegenkaart van 1675 de trots van En gland's kartografie. In mijn artikelenreeks over kartografie (Geodesia 1961-9) wijdde ik enkele re gels aan deze landmeter-kartograaf en zijn tijdgenoten. In dit overzicht volgt iets meer over Saxton's werk en over zijn plaats in de rij der Engelse tijdgenoten, voorgangers en opvolgers. Van zijn origineel werk is zeer weinig over. In 1959 ontdekte G. R. Batho nog twee onbeken de kaarten van hem. Batho gaf toen een lijst van 14 MS, nog bewaard gebleven als origine len of kopieën. Toen reeds vermoedde hij, dat er nog meer onbekend werk van Saxton bestond en dat is juist gebleken: er kwamen verschillen de estate-plans (landgoederenkaarten) te voor schijn. De complete lijst kan men naslaan in The Geogr. Journ., vol. 132, part 1 (mrt. 1966), p. 153, een artikel van W. R. Serjeant, archiefambtenaar van de Nothinghamshire graafschap sraad. De nationale atlas is hét grote nationale karto- grafische werk vóór de oprichting van Enge- lands Ordnance Survey. De Introduction to the B.M.'s facsimile edition of England and Wales" (1939) geeft ons over Saxton enkele bijzonder heden. Hij werd geboren in het gehucht Dun- ningley-Yorkshire, tussen 1542 en 1544 vol gens Leithauser waarschijnlijk in 1544. Het dorpje ligt tussen Leeds en Wakefield. Hij werd begraven in West Ardsley. Er is geen monu ment. In de pastorie aldaar zijn over hem geen gegevens te vinden. Uit beschikkingen van Sax ton van 1596 en 1606 mag men diens geboor tetijd afleiden. Dat hij in 1610 nog in leven was, blijkt uit de laatste wil van zijn broer Thomas, in dat jaar onderzocht. Als zoons van Saxton kennen we Robert, Christopher en Tho mas, benevens William Saxton, zoon van Ro bert. (Correspondentie met Mrs. Sarah Tyacke, assistant keeper Brits Museum, bevestigde mijn vermoeden, dat er geen portret van Saxton bestaat). Zijn enige dochter Grace trouwde met Thomas Nalson van Altofts, Yorkshire. Laten wij, om de begintijd van het kaartenba ken in Groot Britannië te belichten eer^t een stap teruggaan. De eerste ons bekende, enigs zins wetenschappelijke kaartenmaker was de benedictijner monnik Matthew Paris van St. Albans Abbey. Hij tekende op „cream parch ment", als illustratie van zijn History of the English", de historische kaart reeds omstreeks 1250. Hierop waren de plaatsnamen in rood aangegeven, de zee was groen gekleurd, steden waren voorgesteld als kleine versterkte huizen, smalle blauwe bandjes waren de rivieren (Deze kartografische symbolen werden nog eeuwen lang gebezigd). Wegen waren niet afgebeeld. Het was dus in de monnikentijd, dat dit werk tot stand kwam. Er zijn vier versies, die in de tail verschillen; het exemplaar in de Bodlean Library te Oxford wemelt van door gekanteelde muren omringde steden. Eerst lang daarna, begin 14e eeuw, komt dan de Goughkaart op schapeleer, schaal ca. 1 1 miljoen, zo genoemd naar de 18e eeuwse ont dekker Richard Gough. Zij is voornamelijk bewerkt voor de reiziger, immers met goed georiënteerde wegen en met de afstanden tussen de steden in mijlen. Engeland is hier vrij accu raat weergegeven, maar Wales en vooral Schot land zijn vrij ruw geschetst. De invloed van zijn werk reikte toch nog tot in de 16e eeuw. Wil 210

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 2