men een indruk krijgen van de stijl, een gedeelte van deze Gough Map of Gr. Britain komt voor in Landmarks of mapmciking" van R. V. Too- ley, tekst van Ch. Bricker, met voorrede van Gerald Roe Crone, Elsevier 1968. Ook de kaart van de Britse eilanden in Münsters Ptolemaeus- uitgave van 1540 was zeer waarschijnlijk van de Goughkaart afgeleid. Het blijft, volgens Taylor, „the excellent map of Ireland". Ze wordt be waard in het Record Office. Weer een eeuw later, omstreeks 1450, waren de voornaamste beginselen van de landmeet kunde in Engeland wel bekend, ook al mag men de instrumenten niet volmaakt noemen en werden de berekeningen nog lang niet nauw keurig genoeg uitgevoerd. Nemen we als voor beeld uit de verschillende locale kaarten de MS-kaart van „The Hundred of Wisbech"; ook al is die in 1597 en 1657 gereviseerd, de stijl wijst onmiskenbaar op het ontstaan in ca. 1450 (men ziet er reeds molens, de kerken zijn door boompartijen omgeven, de landwegen zijn aan geduid met twee parallelle stippellijnen). Zoals bekend begonnen na 1473 in Italië de kopergravures op te komen. Deze kunst leidde een nieuwe era in de kaartenmakerij in. Onze landgenoot Lucas J. Waghenaer (overleden ca. 1593) graveerde en publiceerde in 1585 een collectie, welke in 1588 in een Engelse editie uitkwam als Mariner's Mirror" (met uit zee duidelijk zichtbare gebouwen, merktekens en dieptecijfers en met huizen in reliëf). Noemen we Jac. van Deventer (overleden ca. 1575) wel de vader van de Nederlandse karto- grafie, voor Engeland zouden wij Saxton als zodanig moeten betitelen. Volgens Lynam bij voorbeeld was zijn atlas, vervaardigd tussen 1574 en 1579, de eerste in de gehele wereld. Wel staan er in de Elizabethperiode naast hem de bekende landmeters Philip Symonson van Rochester (overleden 1598), bekend door zijn grote kaart van Kent (1596), in zijn laatste jaren burgemeester van Rochester en John Norden (1548-1625), die om zijn politieke op vattingen niet de gunst van het hof verwierf en mede daardoor arm stierf, maar die ons naliet de beschrijvende gidsen bij zijn Speculum-kaar- ten, een toen gewild naslagwerk. Deze Specu lum Britanniaedie men vrij zeker als een kopie van Saxton's werk onderkent, tonen ons het nieuwe dat Norden in zijn kaarten introdu ceerde, nl. de letters en cijfers ter oriëntering in samenhang met de index. Norden, die zich later geheel wijdde aan de bewerking van zijn materiaal, liet zijn werk als procureur en opzie ner er voor varen. Ook zijn godsdienstige ge schriften verschenen niet meer. (In dit opzicht mag men hem een „pendant" van Petrus Plan- cius noemen. Al liepen hun denkbeelden uiteen, beide gaven later de voorkeur aan kartografisch werk, beiden neigden naar overdrijving). Nor den was de man van de invoering der drie hoeksmeting in de landmeetkunde; men leze van Georg Fordham ,,An intended guide for English travailers", London 1625 en het artikel van Alfred W. Pollard, The unity of John Nor- den in Transactions of the Bibliogr. Socie ty The Library, New series, vol. 7, nr. 3, Londen 1926. On niet te ver af te dwalen van ons onderwerp gaan we aan verschillende vermeldenswaar dige landmeters en graveurs voorbij, memore ren van zijn tijdgenoten alleen nog dat John Speed een waardig opvolger van Saxton, geboren in 1552 te Farndon, Cheshire en over leden in 1629 in 1611/1612 zijn Theatre of the Empire of Great Britaine" uitgaf met de samenstelling waarvan hij reeds in 1596 was 211 i. {'in .hnfjtmu wm »V*y/ .KtrmJtwe fu/t m .tmUit I dfrt*. (K'r.'jf.-nutt X fafro. Xr* /tJc'tyjtMl ry*"WM ,-t I jTZS m*\ X&.rJ&tt/ V%rw*m ntm +ï*n*aif Jut {HnttumM *e.Sacm> .tfe#** tJjmt "tdmtMtru jm Jmtjmm. At*** mm (mm «kvw «•.■ate/yj *-»44« ~t*I+jy7it*j1 «r/w u*ffe*/*Jfit*!ir 4/ t/Xvyw &C*t& Portret van John Speed (15521629) van Farndon. Deze kopergravure van S. Savery (blijkens onder- schift van D. Georgius Humble, een „viri clarissimi") is vervaardigd naar een schilderij, behorend aan Speed's kleinzoon Samuel. Men vindt het in de meeste latere uitgaven.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 3