Zijn helpers maten nog met de perambulator
(het meetwiel) met een omtrek van 8 voet 3
inch. Zij rekenden in statue miles. De hoofd
richting is aangewezen door kleine kompasro
zen; de mijlen zijn genummerd; men ziet de
heuvels onderweg, de oude kerken, de woon
huizen. Deze Illustration of the Kingdom of
England and dominion of Walesbleef in
gebruik tot de opkomst van de befaamde Pick-
wickclub; zij vormt reeds een groot contrast met
de eerder genoemde kaart van Paris, die ons
een overwonnen land laat zien, overdekt met
kastelen, abdijen en ommuurde steden. Het was
Ogilby, die meewerkte aan het herstel van de
aangevochten eigendomsgrenzen na de grote
brand van Londen in 1666. Hij behoorde tot de
4 „sworn viewers".
Op de muren van de nieuwe hal van de Royal
Geogr. Society zijn de namen vermeld van een
vijftigtal belangrijke geografen. Terecht leest
men daar ook de naam Saxton, die door Ford
ham wordt genoemd „one of the most notable
figures in Englands geography Reproduk-
ties van Saxton's werk liggen meestal wel op
het boekenstalletje in het B.M. Dat wekt onze
belangstelling, maar om een beter inzicht te
krijgen in zijn kartografische arbeid moet men
naar de zeker bij geïnteresseerden bekende
Map Room. Indertijd waren uitstekend ge
kleurde kopieën, gedrukt in het B.M., aldaar
verkrijgbaar voor 5 shilling. Die waren heel
spoedig uitverkocht. In de Map Room zijn nog
een zestal oorspronkelijke bladen.
Saxton was onder de eersten, die kopergravures
bezigden. Zijn arceringen zagen er aanvankelijk
uit als kleine rijtjes suikerbroden (vgl. zijn
Hampshirekaart van 1575, gegraveerd door
Leonard Terwoort, waar men krulletters ge
bruikt, die Lynam kenschetste als „the enormous
flourished letters which were in naughty habit of
Dutch maps from 1600-1660", en die van
Gloucestershire van 1577, werk van de graveur
Augustine Ryther).
Veel informatie gaven de kaartsymbolen aan
vankelijk niet. Het is interessant, de ontwikke
ling na te gaan. De mooie spiraallijnen op de
veel vroegere (beroemde) Herefordkaart van
ca. 1300 waren evenzeer van geringe betekenis.
Maar met de voortschrijdende techniek veran
derden de kenmerken. Duidelijker waren al de
reliëftekeningen op werk, vervaardigd in de in
1627 gestichte onderneming van Nicolas San
son (overleden in 1648) en op kaarten van Jean
Picard, eind 17e eeuw. Vóór de 18e eeuw werd
dit evenwel geen mode. Conventioneel was de
schaduwkant van de bergen aan de oostzijde
(Wij houden er nog rekening mee, dat het licht
van links komt). Het op de juiste wijze voor
stellen van bergen en heuvels op de houtsneden
was veel moeilijker dan bij het graveren in ko
per. Wij zien eerst omstreeks 1680 de verticale
schaduwing opkomen (vgl. de voorbeelden op
Yate's kaart van 1775, William Green's kaart
van Manchester van 1794, Bowen's kaart van
Huntingdonshire van 1749 e.a.). Ook de voor
stelling van bossen evolueerde van enkele
boompjes op de M S wereldkaart van Juan de
la Cosa van ca. 1500 tot de talloze items op
de Saxtonkaart van Hampshire (1575) en Glou
cestershire (1577) met als overgangstype b.v. de
Essexkaart (1594) van John Norden, waar de
dichtheid van begroeiing wordt aangeduid door
variaties in de aantallen bomen.
Wat de gekleurde randen betreft: de randen
van de Elisabeth- en Jacobijnen M S hadden
meestal een volgekleurde band. Terracotta ge
kleurd ziet men die op zeer vele exemplaren,
gegraveerd tussen 1775 en 1810 (Terracotta
was voor Engeland de modekleur geworden
door de fel begeerde Wedgwoodprodukten).
Men vindt zo'n op een versierde houten lijst
gelijkende gekleurde rand op de Vlaamse en
Engelse kaarten van de 16e eeuw, van Saxton
b.v. op de eerder genoemde Hampshirekaart en
van John Norden op het Westminstergedeelte
van de Middlesexkaart.
Wij moeten hier nog iets inlassen over de scho
ling van landmeters-kaartenmakers. Het is be
kend dat de Reformatie om daar te begin
nen vele Engelsen in aanraking bracht met
wetenschapsmensen; denken we aan Gemma
Reiner Frisi us), William Cunningham, een
Noor e.a. Het is de periode, waarover Edward
Worsop op de hem eigen humoristische wijze
sprak in zijn boek van 1582 over landmeters
„Sundrie errours committed by landmeaters..."
...some brought long poles, some lines that had
a knot at the ende of every perch, some lines
that were sodden in rosin and wax to avoide
stretching thereof in the water en shrinking in
the drought
Vele van de toenmalige „surveighors" of „land-
measurers" werden voor het kaartenmaken ge
vraagd voornamelijk omdat zij in het bezit wa
ren van een „plane-table", het landmetersin
strument in Engeland in de 16e eeuw. Na 1590
kreeg het ambt meer aantrekkingskracht voor
de beter opgeleiden, inclusief de academici,
waartoe zeker ook de verschijning van de pan-
tometria en van verschillende goede handboe
ken bijdroeg (voorbeeld: Valentine Leigh, Trea
tise of preasuring all kinds of lands). Spoedig
daarna stelde Worsop de oprichting van een
landmeetkundige faculteit voor.
213