AANDACHT VOOR CARTOGRAFIE-COMMUNICATIE MET GRAFISCHE SYMBOOLTAAL In Intermediair (weekblad van informatie voor leidinggevende functionarissen) van 13 oktober 1972 verscheen van de hand van prof. dr. ir. C. Koeman een artikel onder bovenstaand op schrift, waarvan wij de inleiding hieronder ge deeltelijk laten volgen. Een overweldigend aantal themata met geogra fische verspreiding, zoals de samenstelling van de bevolking, economische factoren, en fysi sche eigenschappen, kan het onderwerp van een thematische kaart zijn en het aantal manie ren waarop een dergelijke kaart getekend kan worden is vrijwel onbeperkt. Dit werpt de vraag op of er een exacte theorie bestaat van de thematische cartografie. Het blijkt dat grond regels gebaseerd kunnen worden op de com- municatieleer, waarbij de communicatie door middel van kaarten plaats vindt door gebruik te maken van grafische symbolen. Vóór de verschijning van het boek van Jacques Bertin: "Sémiologie graphique" in 1967 be schikten de cartografen nog niet over een grammatica van de grafische symbooltaal, zo dat de compositieregels op een subjectieve of intuïtieve manier gehanteerd werden. Het boek van Bertin heeft een belangrijke bijdrage gele verd aan het wetenschappelijk fundament van de cartografie in algemene zin. Zowel voor de cartografen als voor de kaart gebruikers (en wie behoort niet tot deze laatste groep) is de benadering van de cartografie van uit het gezichtspunt van de communicatieleer van wezenlijke betekenis. De gebruiker mag immers eisen dat ,,de mededeling" uit de kaart cp de meest doelmatige manier aan hem over gebracht wordt. Schiet de cartograaf daarin te kort, dan is zijn kaart een (gedeeltelijke) mis lukking. KOSTEN-BATENANALYSE LANDINRICHTINGSPLANNEN Momenteel wordt nagegaan of en in hoeverre bij de huidige stand van het onderzoek ter zake verbeteringen in het gehanteerde stelsel van kosten-batenanalyse van landinrichtings projecten kunnen worden aangebracht. Voor alsnog ligt van bepaalde onderdelen slechts een kwalitatieve benadering binnen het bereik. Dit schrijven de ministers van landbouw en visserij, ir. P. J. Lardinois en van financiën, mr. R. j. Nelissen, in antwoord op vragen van het Tweede Kamerlid, ir. Vredeling. De bewindslieden achten het wenselijk om zich bij voortduring te bezinnen op de mogelijkheid van het aanbrengen van verbeteringen in ge hanteerde methodieken van kosten-batenana lyse. Dat geldt in zijn algemeenheid, maar ook voor het gehanteerde stelsel van kosten-baten analyse van landinrichtingsplannen. Zij onder schrijven dat een herzien stelsel aan de eisen moet voldoen van verschaffen van beter inzicht in aard en omvang van de directe en indirecte agrarische effecten en tevens van weergeven van de niet-agrarische voor- en nadelen. 305 3. Bij overboekingen van het perceel wordt de onder het perceelnummer voorkomende aanduiding B.P. of B.P. ged. c.q. O.G. of O.G. ged. mede over genomen. Artikel 497a. Blijkt uit een overgeschreven stuk, dat aan de recht hebbende van een perceel een gedogingsverplichting is opgelegd als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Belemmeringenwet Privaatrecht of artikel 5 van de Belemmeringenwet Landsverdediging, dan wordt voor de toepassing in de kadastrale boekhouding gehandeld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 468, 497, 499 en 519, met dien verstande dat voor de gedogings verplichting als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Belemmeringenwet Privaatrecht de aanduiding B.P. of B.P. ged. wordt vermeld en voor de gedogingsver plichting als bedoeld in artikel 5 van de Belemmerin genwet Landsverdediging in plaats van de aandui ding B.P. of B.P. ged. de aanduiding B.L. of B.L. ged. Artikel 499. Voor het geval een der zakelijke rechten als bedoeld in artikel 497 tijdelijk is verleend, wordt achter de aanduidingen B.P. en B.P. ged. c.q. O.G. en O.G. ged. tussen haakjes het jaar vermeld waarin het recht eindigt. Gebruikte afkortingen: B.L. Belemmeringenwet Landsverdediging. B.P. Belemmeringenwet Privaatrecht. M. aanduiding bij een perceel dat het als be schermd monument is aangewezen. N.M. aanduiding bij een perceel, dat het als be schermd natuurmonument in de zin van de Natuurbeschermingswet is aangewezen. O.G. aanduiding bij een perceel, dat daarop ten behoeve van een aardolie of aardgas pro ducerende of verwerkende industrie een recht van opstal is gevestigd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 13