Trust Territory
Onder de werkingssfeer van de Wet op de
Landregistratie en het Kadaster van Micronesia
van 1966 vallen alle 2141 eilanden, die deel
uitmaken van de Trust Territory of the Pacific
Islands. Nu mag het waar zijn dat 2045 van
deze eilanden onbewoond zijn, maar zeer na
drukkelijk moeten ook deze worden gekadas
treerd. De 96 bewoonde eilanden liggen ver
spreid over dit enorme gebied van de westelijke
Grote Oceaan en hebben een bevolking van
ongeveer 100.000 inwoners. Ook hier voor de
kadastrering een verzwarende omstandigheid,
want die bevolking vormt lang geen eenheid en
wordt op grond van de bestaande verschillen
in taal, sociale organisatie en geloofsopvattingen
onderscheiden in niet minder dan acht groepen,
met welke verschillen bij de realisatie van het
Land Cadaster Program terdege rekening moet
worden gehouden.
De vermoedelijk meest bekende eilandengroe
pen zijn de Marianen, de Marshall Eilanden en
de Carolinen. Bij het merendeel van deze eilan
dengroepen vindt men een eiland met een voor
de groep dominerend karakter. Zulk een eiland
wordt het eerst in het Land Cadaster Program
betrokken, om later van daar uit de overige
minder belangrijke eilanden te kadastreren.
In die tussentijd wordt erop gerekend, dat het
nieuws over de landmeterij in voldoende mate
tot deze andere eilanden is doorgedrongen om
aldaar met succes een aanvang met de werk
zaamheden van de landregistratie en de kadas
trering te kunnen maken.
Uiteraard wordt ook in Micronesia de kadastre
ring door de historisch ontstane feitelijke om
standigheden bepaald. De Marianen waar
het Land Cadaster Program een aanvang nam
zijn in 1521 door Magalhaes ontdekt en
kwamen in 1565 in Spaanse handen. Pas in
1668 kregen ze hun huidige naam, naar de
moeder van de toenmalige Spaanse koning Ka-
rel de Tweede.
Men kan niet zeggen dat de Spanjaarden ge
liefde heersers waren, daar in de Stille Zuidzee.
Zó fel waren de bewoners van de Marianen
tegen het Spaanse gezag gekant en zó sterk was
de oppositie, dat het koloniale bestuur in 1698
besloot, de gehele opgezeten bevolking vanuit
alle landen samen te brengen en te concentre
ren op het hoofdeiland Guam, waar het civiel
bestuur de autochtonen gemakkelijker onder
controle had en de baas kon blijven. Alles wat
op de Marianen het inheemse model van zake
lijke rechten op grond betrof, werd door deze
maatregel weggevaagd en ging voor de Micro-
nesiërs aldaar voor altijd verloren.
24
Het duurde bijna tweehonderd jaren, vóór de
Chamorro's (de autochtonen der Marianen)
weer in groter getale vanuit Guam naar de noor
delijker gelegen eilanden konden emigreren.
Welke en hoeveel afstammelingen van de
oorspronkelijke Chamorro's daarbij waren, is
onbekend. Er bestaat geen enkel Grondboek uit
de Spaanse periode, dat onthult wie van die
emigranten een claim heeft gelegd op het land
dat vóór 1698 in het bezit was van zijn voor
vaderen. Het aantal terugkerenden naar het
land der voorvaderen was trouwens verhou
dingsgewijs gering. Dat kunnen we afleiden uit
de omstandigheid dat in de nadagen van het
Spaanse koloniale bestuur de overheid buiten
Guam vrijgevig was in de uitgifte van land aan
immigranten en dat deze uitgifte haar op de
indertijd ontvolkte eilanden vrij onverschillig
liet. Om land te verkrijgen, nam een persoon
dit eenvoudig in bezit, waarna de plaatselijke
bestuurder het feit in een schriftelijk bewijs
vastlegde, welk stuk aan het landsbestuur in
Guam werd overgelegd. Hoewel het onder de
toenmalige Spaanse wetgeving twintig jaar
moest duren, vóór en aleer iemand een verkla
ring van eigendom van de Kroon kon verlan
gen, zijn er Spaanse akten bewaard gebleven
waaruit blijkt dat verschillende eigenaren hun
eigendomspapieren hadden ontvangen binnen
acht jaren maar ook later dan 37 jaarna
de dag van de occupatie. Van opmeting door of
namens de Spaanse bestuurders, van supervisie
van de voorlopige titels was evenwel buiten
Guam geen sprake. Een Spaanse wet uit 1861,
die landregistratie voorschreef, gold ook al
alleen voor dit hoofdeiland.
1898—1914
Dat werd anders na de oorlog van 1898, toen
Spanje het eiland Guam aan de winnende
Verenigde Staten van Noordamerika moest af
staan, en in 1899 de overige eilanden van de
Marianen aan Duitsland verkocht.
De Duitsers bleken een broertje dood te heb
ben aan onbewoonde eilanden en steunden met
alle macht de maatregelen die konden leiden
tot het bevolken ervan met een opgezeten ge
meenschap van grondbewerkers. De nieuwe
heersers erkenden en beschermden volledig de
privé-eigendom van land, echter met dien ver
stande dat houders van Spaanse eigendomspa
pieren, die hun weiden niet omheinden (dus
niet gebruikten) of die hun bouw- en tuinlanden
niet bewerkten, hun rechten verloren ten be
hoeve van de gemeenschap. Personen, op een
dergelijke manier uit hun rechten ontzet, ver
kregen als tegenwicht zo nodig of indien ge-