Belemmeringen wet
Privaatrecht")
J. A. Kempers, technisch ambtenaar le kl. van het Kadaster te Maastricht.
In Geodesia 1972-12 geeft de heer Gijssen een
uiteenzetting over de Belemmeringenwet Pri
vaatrecht en de verwerking bij het Kadaster
van de daaruit voortvloeiende zakelijke rechten.
Terecht wordt opgemerkt dat de behandeling
bij het Kadaster vaak te wensen over laat.
Als oorzaak worden de artikelen 190 en 191
van de I.K. en onduidelijkheid van de akten
genoemd.
De werkelijke oorzaak ligt in de onjuiste toe
passing van de voorschriften en de onjuiste
interpretatie van de akten die op zich aan
duidelijkheid niets te wensen overlaten.
De Belemmeringenwet Privaatrecht (van 13-5-
1927, Stb. 159) regelt het duurzaam of tijdelijk
in gebruik nemen van onroerende goederen ten
behoeve van het in stand houden en aanleggen
van openbare werken, wanneer de belangen
der rechthebbenden redelijkerwijs onteigening
niet vorderen.
Tengevolge van de sterke uitbreiding van het
hoogspanningsnet en van de aanleg van aardgas
leidingen vindt deze wet tegenwoordig veelvul
dig toepassing. Indien met rechthebbenden
overeenstemming wordt verkregen, dient een
zakelijk recht, als bedoeld in artikel 5, derde
lid, letter b der Belemmeringenwet Privaatrecht
gevestigd te worden. Op grond hiervan moeten
aanleg, aanwezigheid, onderhoud e.d. van het
werk worden gedoogd.
Het B.P.-recht omvat in de regel ook het recht
van toegang en verbiedt de eigenaar van de
grond hierop te bouwen.
Bij gebreke van overeenstemming kan de minis
ter van Verkeer en Waterstaat de verplichting
tot gedogen bindend opleggen. Daaraan gaat
dan een tervisielegging van het plan op het
gemeentehuis vooraf.
Door G.S. wordt een hoorzitting gehouden
waarbij men bezwaren kan indienen. Van de
beslissing van de minister kan aan het bevoegde
gerechtshof vernietiging worden aangevraagd.
Dit laatste lukt in de praktijk zelden of nooit.
De rechter bepaalt tenslotte de schadevergoe
ding. In dit geval wordt aan de rechthebbende
van de grond een gedogensverplichting opge
legd als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de
Belemmeringenwet Privaatrecht. De behande
ling door het Kadaster is in beide gevallen
gelijk.
Het Kadaster heeft tot taak o.a. van de per
ceelsgewijze indeling van het grondgebied des
Rijks een afbeelding te geven op kaarten en een
beschrijving in registers. Op een perceel kunnen
meer zakelijke rechten gelijktijdig gevestigd zijn,
zoals eigendom en erfpacht, eigendom en recht
van gebruik en/of bewoning, eigendom en hy
potheek, eigendom en opstal en ook eigendom
en B.P.-recht. Voorstelling van al deze rechten
afzonderlijk op de kadastrale kaart zou ondoen
lijk zijn en is ook niet noodzakelijk daar men
de beschrijving van de percelen met de daarop
gevestigde rechten als aanvulling van de kadas
trale kaart kan vinden in de kadastrale en hypo
thecaire registers. Het voorstellen op de kadas
trale kaart van masten van hoogspanningslijnen
en dergelijke kunstwerken kan voordelen ople
veren voor de kaartering van hieraan aangeme
ten meetlijnen en verhoogt de leesbaarheid van
de kaart.
Met een eventuele voorstelling van een hoog
spanningslijn, een stamriool enz. is echter geens
zins het B.P.-recht zelf voorgesteld. Het recht
kan zich over een geheel perceel uitstrekken en
kan zelfs gevestigd zijn op percelen waarover
de leiding zelf niet loopt. Het nut van een
goede leidingenregistratie is algemeen bekend.
Deze heeft echter niet ten doel zakelijke rech
ten op onroerend goed vast te leggen of voor
te stellen.
Artikel 497 van de I.K. is duidelijk. Blijkt uit
een overgeschreven stuk, dat op een perceel
een B.P.-recht is gevestigd, dan worden in de
legger onder het perceelnummer in kolom 4 de
letters B.P. geschreven en hiernaast in de kolom
men 5 en 6 deel en nummer van het register
Hyp. nr. 4. Is het recht gevestigd op een
gedeelte van een perceel, dan wordt in plaats
van B.P. geschreven B.P. ged. Bij overboekin
gen van het perceel wordt de aanduiding B.P.
of B.P. ged. mede overgenomen.
Soms wordt de indruk gewekt dat met B.P. of
B.P. ged. verschillende op elkaar lijkende rech-
50
Enige opmerkingen naar aanleiding van het artikel
Belemmeringenwet Privaatrecht in Geodesia 1972-
12.