Over koopakten en onroerend goed vroeger WKoopmans, oud-ambtenaar van het Kadaster te Utrecht Men kan er niet mee volstaan, zegt ergens prof. dr. F. W. N. Hugenholtz, zich in het verleden te verdiepen en de toekomst te vergeten. Maar een verantwoord tegemoettreden van de toe komst kan samengaan met een al even verant woorde kennis van het verleden. Dat verleden moet in ons leven een zinvolle bagage zijn Hoe hebben de mensen van vroeger gebouwd aan de wereld en aan de beschaving van latere tijden? Welke instellingen en gebruiken heeft ons voorgeslacht in het leven geroepen en hoe is het ontwikkelingsproces van zo'n onderdeel? Doordat er steeds meer feitenmateriaal wordt vrijgemaakt door een intensievere beoefening van wetenschappen zoals archeologie, filologie, paleontologie, zal men later misschien weer iets anders oordelen over zo'n zelfde onderdeel als wij nu doen. Onze aarde zou reeds ongeveer drie miljard ja ren hebben bestaan, zo lezen wij in „Die Ge- schichte der Natur" van C. F. Weizsacker. Niet eerder dan in de laatste halfmiljoen jaren zou de homo sapiens optreden, terwijl eerst in het 4e of 5e millenium vóór Christus de hogere cultuurperiode gestalte krijgt. Bij het overzien van ons studiemateriaal blijkt het dat wij maar enige duizenden jaren terug kunnen kijken. Dat is wel een heel klein deel van de 600 miljoen jaren, waarin zich reeds sporen van leven ont wikkelden. Als wij nader kennisnemen van de speciale literatuur over dit wel heel speciale onderwerp, blijkt echter uit de voorbije 5000 jaar nog merkwaardig veel bewaard te zijn ge bleven. Samenvatting van de vondsten Schrijvende over de archeologie van Palestina vertelt ons James B. Pritchard, een bekend Amerikaans professor en archeoloog, dat on derzoekingen zelfs in landen als Mesopotamië, Egypte, Syrië en Anatolië nog bijdragen lever- den tot een betere kennis van de bijbelinhoud, evenzeer als de vondsten in Palestina zelf. Iets dergelijks geldt voor het onderwerp dat ons in dit artikel bezig houdt: ook hier immers hebben de verschillende gebieden invloed op elkaar uitgeoefend. Wij willen trachten een overzicht te geven van vroegere toestanden op het gebied van de eigendom van onroerend goed en de in richting van koopcontracten. Er zijn veel inschriften gevonden op tempelmu ren en gedenkstenen, op beeldhouwwerken en grafmonumenten. Ook zijn er zeer vele (tiendui zenden) kleitabletten met juridische inhoud op gegraven en vertaald. Vooral zijn belangrijk de beroemde codex van Hammurabi (Mesopota mië), de wetboeken van Ur-Nammu, van Lipit- Isjtar en Billalama Esjnunna) en de wetten van Halicarnassus. Er zijn meer dergelijke wetten, maar jammer genoeg zijn de teksten (wij den ken b.v. aan de landwetten van Susa en de Oud-Babylonische wetten) dusdanig geschon den, dat een vruchtbare bespreking niet dan met veel fantasie mogelijk is. Uit de voorhanden zijnde gegevens blijkt, dat reeds bij de Sumeriërs het gevoel voor recht en rechtvaardigheid, gemeten naar de maatstaf van die tijd, zeer ontwikkeld was. Zo werden de ge boden van Mozes door hen reeds omstreeks 3000 v. Chr. voorbereid. Het is zeker dat de Sumeriërs (ook literair, zij het dan indirect) veel invloed hebben uitgeoefend op de Kanaa- nieten, die vóór de Hebreeën in Palestina heb ben gewoond. Wat van de Sumeriërs wordt ge zegd, geldt evenzeer voor de tijd van Hammu rabi (1728-1686 v. Chr.). De pachtwetgeving daar maakt reeds een humane indruk. Het is bekend dat in deze periode bijna alle grond be zit was van de koning of van het priester schap Wij zullen nu eerst de wetsfragmenten betref- 74

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 10