Digitaliseren, berekenen en plotten van werkplans, bijbladen en in te passen hulpkaarten. P. J. J. Baart en ing. A. de Putter, systeemontwerpers bij het Kadaster. I Samenvatting II Inleiding 1. Berekenen werkplan 2. 2. Vernieuwen bijbladen. 3. Intekenen hulpkaarten. 4. Aanvullen bestaande systemen. 5. Herindeling bladen. 6. Bestaande software. 7. Schattingsgrenzen werkplan. 8. Oppervlakte controle. III Opbouw van het systeem IV Organisatorische functies 1Inschakeling. 2. Werkvoorbereiding. 3. Meetinstructie. V Programma-functies 1. Transformatie en aansluiting RD. 2. Schaalconversie. 3. Perceellijsten en controle. 4. Herkennen van een zelfde punt. 5. Middelpuntscoördinaten. 6. Blad- en ruitaanduiding. 7. Herkennen van een zelfde lijn. 8. Percelen binnen een perceel. 9. Met werkplan 1-figuratie het werk plan 2 tekenen. VI Slotopmerkingen I Samenvatting De hierna beschreven methode maakt het mo gelijk op eenvoudige wijze met een coördina- tenlezer van een oud en versleten bijblad een nieuwe kaart m.b.v. een plotter te vervaardi gen; met een nauwkeurige oppervlaktebereke ning m.b.v. de computer, waarbij tevens de ruitaanduiding en de middelpuntscoördinaten van ieder perceel als bijprodukten geleverd kunnen worden. De meethandelingen zijn grotendeels identiek aan die voor de oppervlakteberekening van het bijblad, met enkele uitbreidingen. Heeft men voldoende, in R.D. coördinaten bekende pun ten op de oude kaart, dan verkrijgt men een nieuwe kaart met een R.D.-ruitennet. Topo grafie en bebouwingen kunnen gelijktijdig mee genieten en uitgetekend worden. Desgewenst kan een bescheiden schaalvergroting, bijvoor beeld van 2500 naar 2000 of van 1250 naar 1000, toegepast worden. De plotter kan het plan beschrijven met: per ceelnummers, VP- en RD-nummers, cirkeltjes en eventueel andere gewenste signaturen. Controles die men wil hebben, zoals die op vakgrootte en bladinhoud zijn overbodig, in dien gemeenschappelijke grenzen gemeten wor den in beide aansluitende percelen. Deze han delwijze wordt overal toegepast waar de opper vlakte door planimetreren wordt bepaald. Het meten van gemeenschappelijke grenzen zou men kunnen vermijden, door het intoetsen van aanliggende perceelnummers met behulp 67

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 3