van een functietoets. Het meervoudig meten van snijpunten van grenzen heeft echter de vol gende voordelen: de handelingen voor de operatrice van de coördinatenlezer zijn eenvoudiger. vakcontrole is overbodig aangezien meer voudig gemeten punten door de computer herkend kunnen worden waarbij tevens de nauwkeurigheid te toetsen is. Inpassen van hulpkaarten in bestaande bijbla den is ook mogelijk voor wat de nieuwe lijnen betreft, het raderen van de vervallen lijnen lijkt niet uitvoerbaar om plotter-technische re denen. Dit programma-pakket zal een stap naar digi tale opslag van grafische gegevens in een data bank kunnen zijn. Bovendien biedt het een mo gelijkheid tot muteerbaar maken van deze data bank. Beeldschermeenheden zouden in veel ge vallen de netteplans en andere repro's kunnen vervangen. Het langs automatische weg opwerken van de werkplans 2 met de schattingsgegevens door gebruikmaking van de oude-bewaarde-meting van het werkplan 1 kan met dit systeem op de plotter gerealiseerd worden, eventueel gepaard met wijziging van de schaal en van de blad indeling. II Inleiding Er zijn een aantal werkzaamheden en techni sche problemen, die vele facetten gemeen heb ben, en waardoor vooral de automatiserings deskundigen uitgedaagd worden om vele van de problemen met éénzelfde soort computer programmatuur op te lossen. De problemen die in dit verband aangepakt kunnen worden zijn: 1. Berekenen van een werkplan 2 in een fase dat dit plan gereed is om er na een aantal be werkingen, een kadastraal bijblad van te maken, waarbij tevens de oppervlakte berekend moet worden. Als het te ontwikkelen programmapakket ter beschikking komt, kunnen op elke willekeurige ondergrond, mits voorzien van een duidelijke bijbladfiguratie, de nodige metingen worden gedaan. De hoeveelheid overbodige informatie (b.v. schattingsgrenzen) op dit plan, is hier niet van belang. Verkregen wordt een nieuw bijblad m.b.v. de plotter, compleet met perceelnum mers, coördinaatcijfers, VP-nrs, huizen e.d., alsmede een lijst met gesorteerde perceelnum mers met hun grootte, ruitaanduiding en zwaartepuntscoördinaten. Deze lijst kan per plan, sectie of gehele gemeente geleverd wor den. De verwachting is dat in de toekomst de ge gevens die aan de plotter geleverd moeten worden, in digitale vorm bewaard blijven. Hiermee is het in principe mogelijk een beeld scherm te activeren, waarmee geheel nieuwe mogelijkheden geopend worden van kaart- raadpleging en van reproductietechniek. Via te lefoonverbindingen kunnen decentrale activi teiten worden uitgevoerd, wellicht ook muta ties, maar zeker gegevens met een selectie functie. Dit kan bijvoorbeeld zijn een kaart met gasleidingen of één met alle leidingen of alleen het bijblad, of alleen topografie enz. 2. Het vernieuwen van oude bijbladen, door het plan elektronisch te meten (digitaliseren). Indien vooraf voldoende RD-aansluitingspun- ten zijn aangebracht of een ruitennet in RD, kan eenzelfde resultaat, als onder 1 omschre ven, worden verkregen. Tevens kan een schaal- aanpassing worden gemaakt van bijvoorbeeld 2500 naar 2000. Men kan geen nauwkeurigheidstoename ver wachten. Wel is het van belang dat het kaart materiaal, waar nodig, op uniforme en snelle wijze, een vernieuwing krijgt. Er vindt tevens een effectieve controle op de grootte plaats terwijl de basisperceelgegevens digitaal ter beschikking komen, niet alleen ter verwerking tot een nieuwe percelenlijst met zwaartepunten en ruiten, maar ook voor de opbouw van een eventuele databank. Wanneer het softwarepakket eenmaal goed werkt, kan een coördinatenlezer bij de opbouw van deze databank een waardevol instrument zijn. 3. Het intekenen van hulpkaarten in bestaan de (film)plans. Deze toepassing heeft veel be langstelling, doch naar onze mening zal in het geen hier wordt aangedragen geen oplossing te vinden zijn. Het digitaliseren van een hulp- kaart kan net zo gebeuren als onder 1 en 2 beschreven. Het aansluiten of inpassen in een bestaande kaart is ook te doen, doch het rade ren van de op de hulpkaart in blauw aangege ven lijnen lijkt ons met de thans aanwezige hulpmiddelen moeilijk te realiseren. Wel is het goed toe te passen indien er geen of weinig lij nen vervallen, zoals in uitbreidingsplannen. De mogelijkheden van de software en het feit dat in deze toepassing geen sprake is van veel arbeidsbesparing maken veel inspanning op dit punt nu minder zinvol. In het licht van de beeldschermtechniek komt dit probleem anders te liggen. Er is ook appa ratuur in ontwikkeling die, gekoppeld aan or- thogonaalcoördinaten registrerende eenheden, 68

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 4