dien deze tot hetzelfde project behoren en
wel op verschillende manieren nl. door:
a. De bladgrenzen van de verkregen kaar
ten op de kopieerspiegel te vergelijken.
b. Een verzamelkaart op kleine schaal te
maken met het hulpbestand dat alleen
de bladgrens-gegevens bevat, zodanig
dat de aaneensluitende grenzen beide
getekend worden. Indien beide grenzen
niet samenvallen, verschijnen er twee lij
nen op de kaart.
c. Indien geen aansluitende bladen gedigi
taliseerd zijn, kan een plot gemaakt wor
den van de bladgrens op de schaal van
het origineel op transparant. Deze kan
dan op het origineel visueel worden ge
controleerd.
De conclusie kan luiden, dat wat de blad-
grens betreft, op verschillende wijzen een
effectieve controle verkregen kan worden.
Dit betekent dat de grafische en numerieke
gegevens van de bladgrenzen op verant
woorde wijze in het bestand aanwezig zijn.
Daarmee blijken alle nu gebruikelijke pro
cedures, waarbij een bladinhoud wordt be
paald voor controle niet meer nodig te zijn.
Wel is de bladinhoud noodzakelijk om te
zien of er perceelsgedeelten vergeten zijn,
doch dit kunnen we geheel automatisch
laten verlopen.
C. Een perceelgrens wordt in ieder perceel ge
meten, net zoals tot dusver gebeurde. De
methode vergelijkt steeds tweemaal geme
ten grenzen met elkaar, waarbij verschillen
kleiner dan bijvoorbeeld 0,2 mm gemiddeld
worden. Tevens zal op de printer een waar
schuwing verschijnen voor afwijkingen tus
sen 0,2 en bijvoorbeeld 1 mm. Zijn de fou
ten groter dan 1 mm, dan is dit op de kaart
direct zichtbaar door dubbele lijnen. Door
dat het programma van ieder gemeenschap
pelijk grensdeel tussen twee percelen con
troleert of er een identiek begin- en eind
punt is, zal dit lijnstuk, indien recht, ge
controleerd zijn.
Doordat in het systeem door de computer een
automatische codering tot stand wordt gebracht
van alle - gemeenschappelijke - snijpunten,
wordt tevens elk snijpunt dat een afwijking ver
toont groter dan bijv. 1 mm op de regeldrukker
exact gesignaleerd. De afwijking wordt gemerkt
door een onregelmatigheid in het codeerpa
troon, wat veroorzaakt wordt doordat in de
computer de coördinaten, die op de kaart meer
dan bijv. 1 mm uit elkaar liggen, niet als iden
tieke punten behandeld worden.
In een volgend artikel wordt hierop nader in
gegaan.
Indien het een kromme betreft zal deze, ook
als deze slechts in één perceel wordt gemeten,
in beide percelen worden ingevuld door het
programma. Indien men instrueert, dat krom
men in beide percelen moeten worden geme
ten heeft men een grafische, dus visuele con
trole, want bij meetfouten zal de grens opval
len door een vreemde kronkel.
Om na te gaan of de grens al dan niet juist ge
plot is kan men:
a. Deze visueel vergelijken met de originele
kaart.
b. De plot laten uitvoeren op transparant en
deze op de originele kaart leggen.
Hoewel deze controles niet optimaal zijn te
noemen, zijn het toch mogelijkheden die met
gebruik van de tot nu toe toegepaste technieken
niet te realiseren zijn.
Voor de rechte grenzen is dit probleem niet van
belang, de gebogen grenzen worden meestal
vergezeld door een andere evenwijdige grens,
zoals bij wegen en waterlopen. Wij menen dat
aan het controle-element voldoende aandacht is
besteed, uit doelmatigheids- en kostenoverwe
gingen moet men dit probleem niet te zwaar
nemen.
Om te controleren of een perceelsgedeelte is
vergeten of bij twee percelen is gemeten, wordt
een totaaltelling uitgevoerd van alle percelen.
Deze wordt vergeleken met de bladinhoud die
uit de bladgrens wordt berekend, deze controle
moet exact sluiten. Er blijft nog over het pro
bleem dat een perceel geheel binnen een ander
perceel ligt, waardoor de kans bestaat dat het
wordt vergeten. In de meeste gevallen zal dit
gemerkt worden omdat een bestand oude toe
stand aanwezig is. Het niet gemeten perceel
kan dan door de computer als „vergeten" wor
den gesignaleerd. Wel moet hierbij worden aan
getekend dat zo'n perceel wat vorm en inhoud
betreft deel uitmaakt van een blokje van wo
ningen. Op eenvoudige wijze kan men hierin
voorzien door niet de functietoets te gebruiken
maar dit perceel linksom te meten bij het meten
van het „grote perceel" en vervolgens het klei
ne perceel gewoon rechtsom.
III Opbouw van het systeem
De opbouw van het softwarepakket, dat ons
voor ogen staat, is samengesteld uit een aantal
deelproblemen, die hierna genoemd zullen wor
den. Naar gelang de oplossingen meer nieuwe
70