staan dan hijzelf in bezit genomen heeft; (bo vendien) zullen zij hem één vinger afsnijden; zullen hem honderd (maal) met roeden gese len (en) hij zal een maand dwangarbeid ver richten. Betreft het stukken grond van mindere kwaliteit, dan zijn de straffen navenant (par. 9). Alle landroof wordt gestraft, evenals dit in de bijbelse tijd het geval was (zie Deut. 19:14). Legt iemand een boomgaard aan op grond van een ander, die geen bezwaar maakte, dan be houdt deze de boomgaard. Hij moet echter evenveel grond teruggeven. Dient de eigenaar van de beplante grond wel een aanklacht in, dan zal de overtreder, indien zijn schuld is aange toond, de boomgaard met zijn gehele opbrengst geven aan de bezitter van de grond (par. 13). Evenals dat in de hiervoor vermelde wetten het geval was, heeft men ook hier een bijzonder groot belang bij een doelmatige bevloeiing, waarom dan ook onwilligen en schade veroor- zakenden streng werden gestraft. Uit de erfrechtsbepalingen blijkt, dat de oud ste zoon een dubbele portie krijgt. Hij kiest eerst. Dit komt overeen met Deut. 21:15-17 en waarschijnlijk ook met de Hammurabi-wetten, waar de oudste zoon in elk geval zekere privi leges bezit (par. 165 Codex H). Een model van de verkoop van een huis uit deze Midden-Assyrische groep documenten volgt hier. Deze akte van verkoop is op 2 plaatsen van ze- gelafdrukken voorzien. Geheel anders is de tekst van een Assyrische akte uit het jaar 674, het 10e jaar van Sarru- nuri: Zoals de akte voor de aankoop van een grond stuk luidt, zo luidt ook de verkoop van mannen, vrouwen en kinderen. Tientallen documenten zijn vrijwel gelijk. Dikwijls plaatsen verkoper en getuigen in plaats van hun zegel hun vinger- nagelafdruk. De getuigen ontvangen getuigen- geld, evenals nu nog. De ontvangst van dat geld wordt meermalen aan het eind van de akte bevestigd. Meermalen ook is (na de dag tekening) deze clausule opgenomen: "wat be doeld veld betreft, oogstafgifte wordt van hem niet gevraagd; voeder zal van hem niet gere- quireerd worden." Personen, meest kinderen, worden nog vaak gekocht om als offer voor een godheid ver brand te worden. Meestal zijn er verscheidene getuigen: wij von den een akte met 15, zelfs één met 21. Niet alleen moeten boeten in de schoot van Isjtar neergelegd worden: hij, die contractbreuk pleegt, moet soms "zwei weisse Rosse zu Fussen Asjurs anbinden" of "zu Fussen Nergals wei hen" of "zwei weisse Rosse dem Asjur geben". De maten zijn bijna altijd volgens "de konink lijke el" vermeld. De godsvloek is het belang rijkste wapen tegen bedrog. Verschillende grondstukken zijn als "moeder van het dorp" aangeduid; dat is stambezit met speciale voor rechten en verplichtingen voor de gebruikers. Betaling geschiedde contant. Het gehele recht is het type van het Babylonische en vormt een brug naar het Neo-Babylonisch (dat op zijn beurt weer ondergaat in het Perzisch en het Griekse recht). Een veel uitgebreider tekst bevat ons 2e voor beeld van een Assyrische koopakte uit 709 v. Chr. (met stippen zijn de onleesbare gedeelten aangeduid): 99 "Het zegel van Ashur-apla-eresh Wat betreft de 5 talenten 30 minas lood, verschuldigd aan Zer-iqisha, de zoon van Yakiya, door Ashur-apla-eresh, zoon van Nusku-aha-iddina, de zoon van Ea-iddina, de goudsmid uit de binnenstad (dit is Ashur) hij heeft dit lood ontvangen als de prijs van zijn huis in de binnenstad (volgen de namen van 2 personen en de tabletschrijver als getuigen, ieder voorafgegaan door het getuigen- teken). In de maand Sin, de 23e dag, regering van Tukulti- Ninurta, de koning. (T. werd koning van Assyrië in 1243 v. Chr.)" (volgen de namen van 2 personen, ieder voorafgegaan door het zegel van "Zegel van Nabu-li, van de eigenaar van het veld, dat hier overgegeven wordt. Een stuk grond van 35 Imer, een veld in volgens de 9-Ka-maat, in de plaats Sairi, grenzend aan het veld van Sjamasj- sarru-usur, grenzend aan het veld van Sjamasj-sjallim, grenzend aan het heeft Sjamasj-sjallim voor 5 mina's zilver verworven en genomen. Het zilver is geheel (voor de gehele waarde) gegeven. Het veld is gekocht, genomen. Terugkeer, proces, klacht is niet (meer) mogelijk. Waar het ook zij, die voortaan, wanneer ook, onwet tig handelt, hetzij Nabu-li of wel zijn kinderen of zijn kleinkinderen, als hij Sjamasj-sjalli zijn kinderen (of) zijn kleinkinderen een proces tracht aan te doen, moet 10 mina's zilver, 1 mina goud in de schoot van Isjtar, die in Niniveh woont, leggen. Het zilver moet hij tienvoudig aan zijn eigenaar terug geven. Ook al dient hij een klacht in (ook al procedeert hij), hij zal (het toch) niet krijgen. Voor Mardi, voor Adad-sjummu-iddin, voor Nabu- zeru-usur, voor Musjezib-ili, voor Habaste, voor Bel- Harran-duri, voor Irsisi, voor Kannuna, voor Bahi, voor Nabu-sjagim, de schrijver. De 24e (van) Tebet, Eponymat van Sjaru-nuri". Mannu-lu-ahuaeigenaar van het veld, dat hier overgegeven wordtImer veld grenzend aan de straat naar Kalhu, grenzend aan Ili-eres inwoner van het dorp Ili eres tot aan de beek van het dorp La. .hi;

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 11