m :¥A-m Men kan bovenstaande contracten wel vrij vei lig vergelijken met de Midden-Assyrische: As- hur lag ca. 30 mijlen van Nuzi. Vergelijking met de Babylonische teksten is moeilijker door de tijdsafstand: wij vinden als enige voldoende talrijke groep met onomstreden data al leen die uit de le. Dyn., door Albright geplaatst in 1900-1600 v. Chr. Er liggen dus verschei dene eeuwen tussen. Bij een vergelijking moet men in aanmerking nemen dat de oppervlakte-eenheid in Babylonië is de BUR (65510.5 m2) of de SAR (35.2836 m2). Dus zou de IKU van 100 SAR of 3528.36 m2 (de meest voorkomende opp.-eenheid in de Midden-Assyrische teksten) gelijk zijn aan 1/5 van de IMER uit Nuzi. De Nuzi-contracten ko men in vorm vrijwel overeen met een sterk ver breid type van overdracht van vastgoed. De ahhütu (broeder-adoptie) documenten van Nuzi, door Hildegard Lewy besproken in "Orientalia", vol. IX, nova series - 1940, to nen overeenkomst met de Assyrische wetten: tablet A, par. 41 bevat de bepaling, dat als de eigenaar sterft en zijn hoofdvrouw heeft geen kinderen, de zoons van z'n concubines zijn zoons worden, opdat zij daardoor kunnen opvolgen in de erfenis. Waren er wel zoons bij de hoofd vrouw, dan erfden zoons van concubines niet. Ditzelfde is in Nuzi het geval: om de erfop volging voor de geadopteerde zoon Selluni vei lig te stellen, was het nodig de hoofdvrouw van 102 Akapsenni moeder te maken van Selluni (H.V7) Hij ontving dan ook, zoals uit een ander tablet (H. V74) blijkt, zijn aandeel. Drie van de hierbedoelde teksten betreffen le den van eenzelfde familie, nl. de 4 zoons van een zekere Hilpisuh, wiens bezittingen lagen in, of bij, de stad Temtenas (N.II 204). Het land in kwestie was feodaal bezit (N. 87). In beide ge vallen wordt de eigen broer als broer geadop teerd, waardoor aan een zoon, die volgens de Nuzi-wet niet zou erven, een zeker deel van het bezit van de vader wordt gewaarborgd. Blij kens (N. VI 604), het derde contract, waarover wij spreken, krijgt ook de vierde zoon van Hil pisuh het recht op een erfdeel (volgens de tekst deelt hij met Tehiia "zijn gehele huis", d.i. waarschijnlijk "zijn gehele eigendom"). Het schijnt, dat ook in het oude Israël een der gelijke wet gold. Wij lezen in Richteren 11:2, dat Gileads zoon Jefta door zijn broers van zijn vaders erfenis was uitgesloten om eenzelfde re den. "Gij zult in het huis onzes vaders niet erven, want gij zijt een zoon van eene andere vrouw." Dit impliceert, zo lijkt het, dat ook hier de zoons van de hoofdvrouw opvolgden (de esirtu-zoons leefden wel met de andere kin deren samen in vaders huis). Twee van de hiervoor genoemde teksten volgen: Transcriptie (van E. Chiera) van de eerste 15 regels van een ter- reinsoverdracht-SMN 925) van Wantiya, zoon van Kullianni, aan Pai-Teshub, een dienaar van Shil- wateshub, de belangrijkste Nuzi- burger, van wie inlichtingen be schikbaar zijn. Het terrein lag in de stad Tilpashte. Pai-Teshub, hier genoemd, wordt in een z.g. verkoop-adoptie geadopteerd door Tarmi-Teshub, zoon van Ennama- ti (SMN 130).'De afmetingen van het gehele kleitablet zijn 44-58-23 mm. De collectie bevindt zich in het Semitic Museum te Harvard (USA). Nuzi ligt bij Kirkuk in Irak. De stad werd in het 2e mil- lenium v. Chr. door brand ver woest. Duizenden kleitabletten bleven be waard. De hier afgebeelde karak ters zijn vergroot. (Uit: Excavations at Nuzi, vol. I en II, by Robert H. Pfeiffer - 1932 - and Edward Chiera - 1929, in welk werk naast overdrachten en hypotheken vooral vele testamen ten zijn opgenomen.) (Tekst van N II 204): "Tablet van de broeder-adoptie van Tupkitilla, zoon van Hilpisuh. Hij maakte Kur- pazah, zoon van Hilpisuh, zijn broer. Op de dag dat

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 14