Digitaliseren, berekenen en plotten van werkplans, bijbladen en in te passen hulp kaarten. DEEL II: SCHETSONTWERP P. J. JBaart en ing. A. de Putter, systeemontwerpers bij het Kadaster. 1. Inleiding 2. Invoergegevens 3. Invoerprogramma 4. Transformatieprogramma 5. Compress-routine 6. Puntidentificatieprogramma 7. Lijnherkenningsprogramma 8. Interpolatieprogramma 9. Uitvoerprogramma 10. Printprogramma 11. Toepassingen - plotterprogramma. - technische databank. 12. Slotopmerkingen 13. Bijlagen - systeemschema (bijl. 1 t/m 3), record- indelingsschets (bijl. 4). - uitgewerkt voorbeeld (bijl. 5 t/m 12). situatieschets. tabellen 1 t/m 7. 1. Inleiding In dit schets-systeemontwerp is getracht zoveel mogelijk details te vermijden die verwarring zouden kunnen geven. De zaken die een juist begrip voor het functioneren bevorderen zijn genoemd. Ook computertechnische kwesties zijn vermeden, verteld wordt, wat er op een gegeven moment in de computer moet gebeuren, niet hoe het gebeurt, omdat dit bovendien ook af hangt van de computer-configuratie en in dit verband dus niet relevant is. De schrijvers zijn zich wel bewust dat het gebodene niet rijp is om toegepast te worden, vandaar dat dit artikel ook schetsontwerp is genoemd. Aan apparatuur is nodig: een computer van minimaal 64 k bytes van 8 bits, ponsbandlezer, regeldrukker, ponskaartlezer, twee magneet bandeenheden, twee magneetschijfeenheden en apparatuur afgestemd op de voortzetting van het proces zoals dit mogelijk is met een plotter en eventueel een databank. De coördinatenlezer zal van een zodanige groot te moeten zijn, dat een heel kadastraal plan ge meten kan worden, zonder iets aan de opstel ling te veranderen. Het hier ontwikkelde sy steemontwerp is voor de thans bij het Kadaster geïnstalleerde apparatuur te groot. Wij menen dat de mogelijkheden van het systeem evenwel zo belangrijk zijn, dat het nuttig lijkt de ideeën langs deze weg meer bekendheid te geven, zo dat een ieder die hierover wil meedenken een bijdrage kan leveren aan een meer definitieve uitwerking. Het is een gebruikelijke manier van werken om een dergelijk project in functioneel logische de len te splitsen, waardoor de mogelijkheid be staat dat zo'n deel ook op een ander toepas singsgebied gebruikt kan worden. Deze modu laire opbouw heeft ook andere voordelen en waar mogelijk worden deze delen reeds nu zo danig ontworpen dat inpassing in andere pro jecten later mogelijk is. 115

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 3