6. Puntidentificatieprogramma
Met behulp van het getal XYcp wordt de af
stand berekend tussen twee opeenvolgende pun
ten. Met de hiervoor genoemde toleranties 0,2
en 1 mm kan met de schaalfactor een aange
paste afstand berekend worden.
Door te stellen dat er bijvoorbeeld maximaal
zes identieke meervoudig gemeten) punten
kunnen voorkomen, is het mogelijk om het eer
ste XYcp te controleren met alle vijf volgende.
Hieruit kan de computer bepalen welke opvol
gende punten als identiek zijn te beschouwen.
Vervolgens wordt het eerstvolgende, niet iden
tieke punt, gecontroleerd met de vijf volgende
enz. Op deze wijze kunnen identieke punten bij
elkaar gezocht worden, waarna de coördinaten
in hun oorspronkelijke XY vorm gemiddeld
worden.
De oorspronkelijke meetwaarde wordt in een
set identieke punten vervangen door de bere
kende gemiddelde waarde en aldus in RD-co-
ordinaten gemuteerd.
De hiergenoemde toleranties van 1 en 0,2 mm
moeten als parameters op te geven zijn. Immers
de praktijk zal uitwijzen welke toleranties het
meest acceptabel zijn bij een bepaalde coördi-
natenlezer en een bepaald type werk. De be
doeling van deze twee cijfers is dat het systeem
bij een waarde van ^0.2 mm aanneemt, dat een
punt meervoudig is gemeten, bij een waarde
>0.2 en <1 mm een waarschuwing geeft op
een signaallijst, met vermelding van perceel
nummer en RD-coördinaten, dat deze punten
als identiek zullen worden beschouwd, terwijl
tenslotte bij een waarde 1 mm de punten niet
als identiek worden onderkend.
De nu volgende handeling is essentieel voor het
systeem. Bij elk meervoudig gemeten punt wor
den een aantal verwijzingsvelden (dit zijn de ru
brieken Pr 1Pr n in het record; zie bijl. 4)
ingevuld, waarin, in opklimmende volgorde,
de perceelnummers voorkomen waarin het punt
ook gemeten is. Het hele bestand wordt op deze
wijze bewerkt en bevat alleen perceelgrens-ge-
gevens met soms ingevulde verwijzingsvelden.
Voor een schematische weergave van de record
indeling wordt verwezen naar bijlage 4. De hier
omschreven bewerking is weergegeven in tabel
2; bijlage 7.
7. Lijnhcrkcnningsprogranima
Het doel van dit programma is een bestand op
te bouwen dat per perceel de lijnstukken bevat
die tezamen de grens van het perceel vormen.
Elk lijnstuk begint en eindigt met een hoofdpunt
en geeft tevens een verwijzing naar het aanlig
gende perceelnummer. Onder hoofdpunten ver
staan we de begin- en eindpunten van een grens
tussen aanliggende percelen. Het record van
een hoofdpunt zal dus minimaal twee ingevulde
verwijzingsvelden (Pr) bevatten. Tevens kan
een controle worden uitgevoerd op het al of
niet volledig of nauwkeurig zijn van de meting.
Het opbouwen van dit bestand is als volgt te
realiseren. Het bestand 1DXY (zie tabel 2; bij
lage 7) wordt gesorteerd op perceelnummer
VOORBEELD - COMPRESSEN
gesorteerd op
meetresultaat in RDcm
compressed
gesorteerd op X
en
Y
XYcp
A
X 34.06
Y 56.75
A
3546.0765
111
F
X 27.12
Y
56.90
III
F
2576.1920
I
B
X 34.15
Y 56.71
I
B
3546.1751
III
G
X 27.86
Y
57.03
111
G
2577.8063
C
X 34.82
Y 57.02
C
3547.8022
I
A
X 34.06
Y
56.75
II
D
3241.3806
II
D
X 34.30
Y 21.86
II
D
3241.3806
I
B
X 34.15
Y
56.71
II
E
3241.3960
E
X 34.36
Y 21.90
E
3241.3960
11
D
X 34.30
Y
21.86
1
A
3546.0765
III
F
X 27.12
Y 56.90
III
F
2576.1920
II
E
X 34.36
Y
21.90
I
B
3546.1751
G
X 27.86
Y 57.03
G
2577.8063
I
C
X 34.82
Y
57.02
I
C
3547.8022
middelen na herkennen
X 27.49
X 27.49
X 34.10
X 34.10
X 34.33
X 34.33
X 34.82
Y 56.96
Y 56.96
56.73
56.73
21.88
21.88
57.02
middelen na herkennen en separeren
d 0.2-1.0 1 F X 27.49 Y 56.96 d 0.2-1.0
d 0.2-1.0 1 G X 27.49 Y 56.96 d 0.2-1.0
2 D X 34.33 Y 21.88
2 E X 34.33 Y 21.88
3 A X 34.34 Y 56.83 d 0.2-1.0
3 B X 34.34 Y 56.83 d 0.2-1.0
3 C X 34.34 Y 56.83 d 0.2-1.0
deze methode vindt vier verschillende
punten en herkent niet dat punt 4 iden
tiek is aan punt 2.
het doel wordt bereikt, door de sterke
afwijking van punt C heeft dit invloed
op de coördinaten, doch een signaal geeft
een waarschuwing.
Bij het toepassen van deze techniek doen zich enkele bijzondere situaties voor waarop we hier niet in zullen gaan.
117