(Po) en meetvolgnummer (n), zie tabel 3; bijl. 8.
Aangezien men een grensmeting op een hoofd
punt begint, zal het eerste door de computer in
gelezen record een hoofdpunt-record zijn. Met
behulp van dit record worden evenveel records
opgebouwd als er verwijzingsvelden zijn inge
vuld. In deze records zal de rubriek Pra aan
liggend perceelnummer) achtereenvolgens de
perceelnummers uit de verwijzingsvelden be
vatten. De aldus gegenereerde records worden
in de computer bewaard.
Hierna wordt een volgend record ingelezen dat
in het verwijzingsveld een perceelnummer zal
moeten bevatten dat gemeenschappelijk is met
een aanliggend perceelnummer uit de bovenge
noemde gegenereerde records. Is dit niet bet
geval dan zal in het patroon van de grensre-
cords een onregelmatigheid optreden in de
Pra's. De oorzaak hiervan kan zijn dat men
een hoofdpunt in één perceel vergeten is te
meten of dat de aanliggende percelen slechts
één raakpunt gemeen hebben. In het laatste
geval is het mogelijk de signalering van deze
onregelmatigheden te onderdrukken.
Komt er wel een gemeenschappelijk perceel
nummer voor dan wordt uit de gegenereerde
records het record met dit perceelnummer als
Pra weggeschreven naar het bestand GRRD.
Hierna wordt het tweede record weggeschreven
met een overeenkomstig Pra. Is dit record even
eens een hoofdpuntrecord dan wordt dit nog
maals gegenereerd met als Pra het perceelnum
mer uit het eerstvolgende verwijzingsveld.
Op deze wijze worden de lijnstukken opge
bouwd terwijl het eindpunt van de grens ge
genereerd wordt uit de bewaarde records van
het eerst ingelezen hoofdpunt. De mogelijkheid
bestaat dat niet alle gegenereerde records ge
bruikt worden. Deze records kunnen na het op
bouwen van een perceelgrens verwijderd wor
den, tenzij bij nader onderzoek mocht blijken
dat ze voor controledoeleinden gebruikt kunnen
worden.
8. Interpolatieprogranima
In het bestand GRRD, dat door het lijnherken-
ningsprogramma is opgebouwd, komen alle lijn
stukken twee keer voor. Ze zijn immers in bet
perceel zelf en in het aanliggende perceel geme
ten.
De tussengelegen punten behoeven niet identiek
te zijn, dat wil zeggen dat in het ene perceel
meer punten gemeten kunnen zijn dan in het
aanliggende perceel, hetgeen zich vooral zal
voordoen bij kromme grenzen. Bovendien is er
controle mogelijk op de hoofdpunten en de
identieke punten. Dit is als volgt te realiseren.
Het bestand GRRD wordt op twee manieren
gesorteerd. Beide versies zullen tegelijkertijd
voorhanden moeten zijn om het interpolatie
proces te kunnen uitvoeren. Eerst wordt een be
stand opgebouwd dat gesorteerd ligt op perceel
nummer (PO), aanliggend perceelnummer (Pra)
en meetvolgnummer (n). De sortering van de
andere versie is Pra, PO en n, met dien ver
stande dat n afdalend gesorteerd dient te zijn.
Hiermee is bereikt dat in dit bestand de lijn
stukken in omgekeerde meetvolgorde liggen,
maar dat overeenkomstige lijnstukken in beide
bestanden gelijk gericht zijn en in dezelfde volg
orde voorkomen. In elk van beide bestanden
komen overeenkomstige lijnstukken tweemaal
voor en wel in volgorde van perceelnummer,
waarbij het gebied buiten het blad met perceel
nummer 0 wordt aangeduid. Van de beide
bestanden, GRRDS en DESCH (tabel 5 en 6;
bijlage 10) wordt nu een Iijnstuk ingelezen. Dit
bevat twee hoofdpunten namelijk het begin-
en eindpunt en eventueel tussenpunten. Zijn de
tussenpunten afwezig dan is de lijn recht en kan
het volgende Iijnstuk worden ingelezen. Bevat
een Iijnstuk wel tussenpunten, maar zijn deze
identiek in beide bestanden (ze bevatten dus
maar één ingevuld verwijzingsveld en wel zo dat
het verwijzingsveld (Prl) in het ene gelijk is aan
het aanliggende perceelnummer (Pra) in het
andere) dan is de lijn ook volledig.
Er kunnen echter ook tussenpunten aanwezig
zijn die niet identiek zijn in beide bestanden.
Deze punten zijn te herkennen doordat er geen
verwijzingsvelden zijn ingevuld. Het is de be
doeling dat het lijnherkenningsprogramma wel
het aanliggende perceelnummer (Pra) invult,
dit is hetzelfde getal als van het eerst volgende
en voorgaande hoofdpunt. Dit geval kan zich
voordoen als een Iijnstuk slechts in één der
aanliggende percelen gemeten is, of wanneer
in één van de aanliggende percelen een extra
punt is gemeten in bijvoorbeeld een lang, recht
stuk grens.
Rest nog het geval dat van een kromme grens
de in beide percelen gemeten punten niet alle
identiek zijn. De moeilijkheid die zich hierbij
voordoet is dat via het programma te bepalen
moet zijn welk van de beide punten het dichtst
gelegen is bij het vorige (hoofd-) punt, met
andere woorden in welke volgorde de punten in
de grens moeten worden geïnterpreteerd. Het is
wel zo dat steeds het eerst volgende punt uit
één der twee bestanden het eerstvolgende is,
doch uit welk bestand, DESCH of GRRDS,
moet via het programma nog bepaald worden.
De oplossing van dit probleem hangt nauw sa
men met het type coördinatenlezer. Zijn er bij
118