het meten van een kromme lijn veel punten
opgenomen, hetgeen bij sommige coördinaten-
lezers automatisch geregeld kan worden, dan
zullen er weinig volgorde-problemen voorko
men.
Een ander probleem dat zich hierbij voordoet
is dat van het idealiseren van een aantal punten
tot een lijn. Deze en soortgelijke problemen
dienen bij een eventuele realisatie van dit pro
ject nader bestudeerd te worden.
In dit programma wordt steeds een lijnstuk ge
lezen uit het bestand GRRDS en het zelfde stuk
uit DESCH. Na vergelijking en aanvulling
wordt het lijnstuk weggeschreven en wel één
keer naar het bestand GRC grensbestand
compleet
9. Uitvoerprogramma
In het bestand GRC dat in het lijninterpolatie-
programma is opgebouwd, komen nu alle lijn-
stukken twee maal voor, namelijk in beide aan
liggende percelen, waarbij het gebied buiten het
blad als perceel 0 is te beschouwen. Om te
voorkomen dat in het bestand RST de lijnstuk-
ken ook tweemaal voorkomen wordt in het ge
heugen van de computer een tabel opgebouwd
waarin zijn opgenomen Pra, PO en XY van
het begin- en eindpunt (hoofdpunten) van die
lijnstukken die reeds zijn weggeschreven. Van
elk volgend lijnstuk wordt onderzocht of dit
reeds in de tabel voorkomt. Dit is mogelijk
doordat één lijnstuk door een tweewaardige
index wordt weergegeven, namelijk Pra, PO en
XY, waarbij in het aanliggende perceel Pra en
PO zijn omgewisseld. Heeft men één aandui
ding dan kan de andere daaruit direct worden
afgeleid, zodat het al of niet voorkomen van
een lijnstuk in bovengenoemde tabel eenvoudig
is na te gaan.
Zoals opgemerkt bij het transformatie-program
ma, waren de grensgegevens gescheiden van de
overige meetgegevens. De laatsten zijn wegge
schreven naar het bestand FGS. Dit bestand
wordt nu weer samengevoegd met de meet
gegevens, waarmee het uiteindelijke resultaat is
bereikt. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld op
een magneetband (RESULT) verzameld wor
den.
10. Printprogramma
Met behulp van bovengenoemde magneetband
kan in dit programma bijvoorbeeld een per-
ceellijst worden samengesteld. Tevens kan een
volledigheidscontrole worden uitgevoerd wat
betreft de gemeten percelen. Eveneens bestaat
de mogelijkheid om een oppervlaktecontrole
uit te voeren, nadat de perceelgrootten uit de
coördinaten hier berekend zijn. Hierbij kan een
oude standgrootte verponst worden uit bij
voorbeeld een bestaande perceellijst of een Re
gister 71.
Door het toepassen van een bepaalde tolerantie
formule is de nieuwberekende grootte te verge
lijken met de oude stand-oppervlakte (PCS).
Met behulp van de benaming voor het gebied
buiten het blad als perceel 0 kan de bladinhoud
bepaald worden die exact de som van de per
celen moet opleveren zonder tolerantie behou
dens afrondingsfouten, hierdoor is controle ver
kregen op het vergeten van delen of het dubbel
meten daarvan.
Als nevenproduct kunnen we een magneet
band aanmaken (PRCR) die rechtstreeks als
invoer kan dienen voor een administratieve da
tabank. Dit zal zeker nuttig zijn wanneer het
nieuwe percelen betreft.
11. Toepassingen
Plo tterprogram ma.
De magneetband RESULT zal invoer zijn van
een pakket plotterprogramma's. Allereerst kun
nen de gegevens voor de plotter tekenauto
maat worden voorbereid. Hiertoe zullen via
de middelpuntscoördinaten van de percelen die
op één blad liggen de gegevens die bij dat per
ceel getekend dienen te worden, worden ge
rangschikt, zodat een effectief gebruik van de
plotter wordt verkregen. Gelijktijdig zullen de
gewenste gegevens moeten worden geselecteerd
zodat de overige gegevens niet uitgetekend wor
den.
Toevoegen moeten we nog de soort gegevens
die wij gewend zijn op het "planblaadje" te
verzamelen. De uitvoer bestaat uit een kaart
en aanvullende perceelgegevens zoals nieuw
bladnummer, nieuwe ruitaanduiding e.d. Het is
duidelijk dat het in samenhang met het boven
staande mogelijk is door de plotter ook additio
nele gegevens uit te laten tekenen zoals letters
en nummers van de ruiten, coördinaatgetallen
bij de ruitlijnen, perceelnummers, schaal, be
schrijving van de kop, eventueel huisarceringen
en bijpijlingen, signaturen voor hoogspannings
leidingen e.d. zijn op deze wijze te verkrijgen.
De administratieve gegevens zoals bladnummer
en ruitaanduiding zullen alvorens deze aan de
databank toe te leveren, via het printprogramma
aan het bestand PRCR toegevoegd moeten zijn.
Technische databank.
Dat dezelfde resultaten uit de magneetband
RESULT kunnen dienen voor een databank
spreekt vanzelf. Daar dit zo nauw samenhangt
met de beoogde doelen en eisen die men stelt
119