voor iedereen van kracht? Er bestond reeds se dert onheuglijke tijden een zorgvuldig bijgehou den kadaster. Door een goede samenwerking in het ambtenarencorps was dit kadaster (Hero- dotus-II, 109 schrijft de instelling toe aan Se- sostris en meent dat de geometrie bij deze ge legenheid werd uitgevonden) van al de goede ren van de "god"pharao onder de Romeinen en de Lagiden d.m.v. deze grondregisters en controlelijsten een juiste afspiegeling van de gehele bodem, althans van het in cultuur ge brachte gedeelte langs de Nijl. Belangstellenden verwijzen wij ook naar de artikelen, opgenomen in het vakorgaan van de Vereniging van Tech nische ambtenaren van het Kadaster, jaar 1950, nrs. 2-5, 1951-2 en 1953 nrs. 1-3 en in Geode- sia 1962-9. In kort bestek volgt hier het administratie systeem en de wijze van functionering. In de hoofdstad van elke nome (provincie) was een bureau, een depot van de registers der grond eigendommen, genoemd bibliothèke egktéseon. Revillout stelt dit officiële "herit" voor als een register met overzichtstabellen en meetkun dig samengestelde plans, een register, dat op gebouwd is uit de rapporten der lokale autori teiten met hulp van de gegevens, verstrekt door landmeters en zg. "naamgevers" of "tellers van de bevolking". Het was, ook naar het oordeel van deskundige onderzoekers als Bouché-Le- clercq en Wilcken, een voorwerp van voort durende zorg der overheid. Naast deze b.e. kende men de partiële kadasters, de grapheion, tot welke de belanghebbenden van het district zich wendden ter afdoening van hun verplichte handelingen. Omdat jaarlijks door de overstro mingen de omtrek, de waarde en zelfs de ex ploitatie van percelen kon veranderen, stelden inspecteurs met hulp van landmeters de vermin dering, c.q. de waardevermeerdering vast en bepaalden het bedrag van de grondbelasting. De Grieks-Macedonische overwinning veran derde dit systeem niet, integendeel, in de Griek se steden was men van dit goed werkende ka daster op de hoogte. Een bewijs voor het be staan van (kadastrale) kaarten hebben wij ech ter niet gevonden! Als een eigenaar zijn grond wenste te ver vreemden, en vóórdat die vervreemding zijn definitieve vorm had gekregen, moest de kada strale administratie in kennis worden gesteld van dat voornemen. Hij zond daartoe eén uit treksel uit zijn contract aan de grapheion ter plaatse met het verzoek te bevelen over te gaan tot de inschrijving. Een mooi voorbeeld van zo'n verzoek bevat BGU 379 uit het jaar 67 na Chr. Na een korte omschrijving van het con tract drukken de verkopers zich aldus uit: Wij delen U dit mede opdat U aan de griffie van Karanis opdracht zou kunnen geven ons haar officiële hulp te verlenen zoals dat behoort. De inschrijving gaf aan het contract zijn volle waarde, het werd authentiek, maar de titularis van de grapheion kon alleen in opdracht van de superieuren van de b.e. de inschrijving be werkstelligen. Zo drukt ook Mettius Rufus, de gouverneur van Egypte zich uit in zijn edict van het 9e jaar van Domitianus, ons bewaard ge bleven in het verzoek van Dionysia, waar wij lezen: Ik beveel aan de sunallagmatographai en aan de mnémones geen enkel contract af te maken (te behandelen) zonder een opdracht van de bibliophulaxi." Na verificatie gaf men de gevraagde opdracht in deze woorden: "Sa- rapion, die bibliophulax is met Theon, aan de notarissen van de hoofdstad, saluut. Achilles heeft, ingeschreven in het register, de zes arou- res; maak dus de akte af, zoals het behoort." De eigenaren gaven van mutaties, alsmede van hun handelingen m.b.t. hun onroerend goed in het afgelopen jaar, kennis op een apographe, van welk formulier verscheidene voorbeelden bekend zijn. Wij kennen evenzo verschillende besluiten op kadastrale revisies betrekking hebbende, b.v. de uitvoeringsverordening van Vestinus, onder Nero, van Mettius Rufus onder Domitianus, van Flavius Titianus en van Sulpicius Similis (jaar 182), van Marcellus en Salustarius (uit de 3e eeuw). Zij komen voor in de papyri van Oxyr- hynchus. Een passage uit de in vakkringen be kende, hiervoor eerder genoemde petitie van Dionysia heeft rechtstreeks betrekking op de ook toen voorkomende onjuistheden in het kadaster: nadat is medegedeeld, dat men reeds lange tijd klachten heeft over onregelmatige in schrijving in de bibliothèke, wat moeite geeft bij de afdoening van zaken, vervolgt men in genoemd stuk aldus: Het kadaster was voor alles echter een fiscale instelling met een publiek karakter. De registers stonden ter beschikking van het publiek, dat vrij inlichtingen kon vragen. Bekend is een klacht uit de 3e eeuw van Aurelios Sarapas, dat hij zijn perceel vond op naam van de vorige eige naar. Hij eist rectificatie, opdat men niet kan zeggen dat hij medeplichtig is aan een fout van de ambtenaar. (wordt vervolgd) 147 "Ik de Eparchos) beveel daarom alle eigenaren hun eigendom binnen zes maanden aan de b.e. op te geven, alsmede de hypothecaire schuldeisers met het bedrag van hun hypotheken, en de andere geïnteres seerden met aanduiding van ieders rechten en met de mededeling, hoe zij hun goederen hebben verkregen"

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 11