hiermede door de basis driemaal te meten,
a. bij 9° en vindt een lengte van 30.0096
b. bij 12° en vindt een lengte van 30.0086
c. bij 14° en vindt een lengte van 30.0080
Bepaal de z.g. ijktemperatuur van de meet
band in hele graden.
3. Gegeven twee rechtstanden AS en BS met S
als snijpunt. Men meet in het verlengde van
AS een lengte SC en in de richting van B
een lengte SD, beide van 25 m. CD blijkt
5,19 m te zijn.
Bepaal m.b.v. het bogenboekje, voor boog
en overgangsboog als verbinding tussen de
beide rechtstanden als de as van een weg,
waarop met een snelheid van 145 km/uur
moet kunnen worden gereden, als voor
1/10 en voor i 1/15 wordt gekozen en als
overgangsboog de kubische parabool wordt
toegepast,
1. de afstand ST T is het beginpunt van
de overgangsboog),
2. de afstand Sm (m is het midden van de
cirkelboog),
(gegeven: v2z=gR g=981 m/sec-)
4. Het ongeveer op schaal 1 1000 geschetste
terreingedeelte dient te worden opgemeten,
behalve de zuidzijde van de Straatweg en
de oostzijde van de Boomlaan.
Gegeven zijn de coördinaatpunten: 45, 46,
121 en 317.
a. Teken op de schets in rood het door u
gekozen meetlijnenstelsel.
b.
c.
AfcÏÏl
Geef daarbij aan onder doorlopende
nummering per soort maat welke
constructiematen (c, t/m c,„) en eigen-
maten (e, t/m e„) U wilt nemen.
Vermeld tenslotte in een staatje (als in
H.T.W.) de door u toegepaste contro
les onder opgave van de daarbij betrok
ken meetcijfers.
5. Wat verstaat u in de landmeetkunde onder
de begrippen:
1. idealisatie
2. limitatie.
3. delimitatie
4. realisatie
Kunt u m.b.t. deze begrippen of de hande
lingen die deze begrippen dekken van een
te behalen of te bereiken nauwkeurigheid
spreken?
Indien in één of meer gevallen niet, waar
om dan niet.
Analytische Meetkunde
Tijd: 3 uur
1. Gegeven zijn de parabool y2 4x+12 en
de rechte y lx - 6.
Bepaal de vergelijking van de cirkel door
de snijpunten van beide lijnen, waarvan het
middelpunt op de A-as ligt.
2. Gegeven zijn de punten A (2,0) en B (2,2).
De punten C en D liggen respectievelijk op
de A-as en de Y-as, zodanig dat AC=Y0
2.
Bepaal de vergelijking van de verzameling
der snijpunten van AD en BC als D de Y-as
doorloopt.
3. Bepaal de asymptoten en snijpunten met de
assen van de kromme
2x3 - x2y 2x2 2xy - 12x 8y 0.
Maak ook een schets van de kromme.
4. Gegeven is de kromme xy 1.
a. Bepaal de vergelijking van de raaklijn
in het punt P a1/avan de kromme.
b. Door P trekt men twee onderling lood
rechte lijnen die de kromme nog snijden
in respectievelijk Q en R. Bewijs dat QR
evenwijdig is aan de normaal in P.
5. De hoekpunten van een vierkant zijn
(a, a), (a, -a), {-a, -aen (-a, a).
Bepaal de vergelijking van de verzameling
der punten waarvoor de som der kwadraten
van de afstanden tot de vier hoekpunten
gelijk aan k2 is.
Onderzoek of de gevonden verzameling
voor elke waarde van k reëel is.
Oorspronkelijke schaal 1 1000;
hier verkleind op 1/3.
155
bouwterr.
Hst
JURA A T ia/ f n