a. Het specifieke module waarvan men gebruik
wil maken;
b. De herkomst van de invoerdata;
c. De bestemming van de uitvoerdata (uit te
voeren resultaten).
Vele van de in het pakket opgenomen program
ma's maken n.l. gebruik van de resultaten van
één of meer voorgaande programma's, soms
met toevoeging van enige direct aan de termi
nal ingetypte gegevens. In de gebruikte codering
zijn alle denkbare combinaties mogelijk.
Wat de uitvoer betreft, deze kan direct verkre
gen worden op de terminal - telex, maar ze kan
ook onder een door de gebruiker te verstrek
ken naam voor hem worden opgeborgen op het
magneetschijvenpakket van het computersy
steem, om misschien pas dagen later dienst te
doen als verder te verwerken materiaal met een
ander programma. Uitvoer van tekenprogram
ma's gaat altijd naar magneetband, om in het
computercentrum off-line (d.i. niet verbonden
met de computer, afzonderlijk) getekend te
kunnen worden op een automatische tekenma
chine.
In feite bestaat het genoemde besturingspro
gramma uit twee delen, nl. BP1 en BP2 (zie
fig.). De taak van BP1 bestaat uit het lezen
en analyseren van de door de gebruiker ver
strekte regelcodering. In de eerste plaats wordt
op onjuistheden gecontroleerd. Het zou bij
voorbeeld kunnen zijn dat een programma ge
specificeerd wordt dat niet in het huidige pak
ket is opgenomen. In dergelijke gevallen wordt
een boodschap terug gemeld opdat de gebrui
ker zijn fout kan herstellen. Mogelijk ook is hij
niet gemachtigd om per telex van de wegont-
werpprogramma's gebruik te maken. Ook dit
wordt gecontroleerd (gecheckt).
Wordt alles in orde bevonden, dan zal het ver
langde programma geladen en gestart worden
en de invoer op de juiste wijze eraan ter be
schikking worden gesteld. Het deelprogramma
zelf werkt volledig autonoom. Het heeft zijn
eigen checkroutines en foutmeldingen. De uit
gevoerde resultaten echter worden door BP2
opgevangen en aan de hand van de door de
klant gespecificeerde wensen getransporteerd.
Flexibiliteit
Door de geschetste opzet is het betrekkelijk
eenvoudig om nieuwe deelprogramma's in het
pakket op te nemen. Zij behoeven alleen te
voldoen aan enige eisen betreffende standaard
in- en uitvoermedia. De taal waarin zij geschre
ven zijn is niet van belang, daar voor de meeste
gangbare programmeertalen zgn. compilers (pro
gramma vertalers) aanwezig zijn. Het ligt in de
bedoeling ook voor andere deel- en vakgebie
den dergelijke pakketten op te bouwen, zoals
voor geodesie en fotogrammetrie, waarvan
reeds vele modulen aanwezig zijn.
Ruimschoots is gebruik gemaakt van de faci
liteiten van het Philips P 1400-Operatingsy-
stem. Met name de mogelijkheden die de zgn.
Library Maintenance biedt staan geheel ter be
schikking van de man aan de telex-terminal. Hij
kan daarmee zijn invoer desgewenst vooraf sa
menstellen en op magneetschijf laten zetten,
daarin weer regels wijzigen of aanvullen, etc.
Hetzelfde geldt voor resultaten van program
ma's die gemodificeerd weer als invoer dienst
moeten doen. Naar keuze kan een afdruk van
blokken "data" verkregen worden via de telex
of via de snelle regeldrukker van het systeem.
Het laatste kan wenselijk zijn bij grote hoeveel
heden uitvoerdata. Deze worden hem dan per
post toegezonden, zoals ook met tekeningen
gebeurt.
Legio mogelijkheden dus in deze, door de toe
passing van een vaak reeds aanwezig telexappa
raat, betrekkelijk goedkope en waarschijnlijk
unieke opzet.
En zo kan het gebeuren dat men, na via de
telexverbinding te hebben gemaakt met een
bepaald nummer in Den Haag, de verrassende
boodschap op papier ziet verschijnen:
"u bent verbonden met een computer".
De telex is dan een terminal geworden.
TELEX
SCHIJVENPAKKET
MAGNEETBAND
COMPUTER SYSTEEM
141