het recht dat hij afstond. En in deze zin is reeds een akte uit het jaar IX van Darius geredigeerd. Indien het gaat om terreinen, is meestal de op pervlakte in preciese getallen gegeven. Ook de natuur van het verkochte is vaak aangegeven ("rode en gecultiveerde gronden" noemt men in akten uit jaar XV en jaar XXXV van Darius gepubliceerd door Revillout). Voor alle onroerende goederen zijn de buren genoemd en bijna steeds in de volgorde: zuid, noord, west, oost. De verkoper wijst de tempel aan, van welke zijn domein afhankelijk is; hij vermeldt ook de herkomst van zijn rechten en geeft dikwijls een lijst van zijn voorgangers-eige naren. In een akte uit het jaar XV van Mautrut zegt de verkoper Hor, zoon van Petrichonsu, zoon van Petiamen, van de gronden, die hij ver vreemdt: In de verschillende perioden vinden wij echter veel meer overdrachten van personen en roe rende goederen dan van onroerende zaken. Onder de invloed van de Perzen begon het Chaldeeuwse recht op het Egyptische in te wer ken. Bocchoris had besloten dat alle akten moesten zijn geschreven en, naar de mening van P. M. Meijer in zijn art. "Zum Rechts- und Urkun- denwesen im ptolemaeisch-roemischen Aegyp- ten", opgenomen in KLIO, 1906 werd het zelfs een van de karakteristieke onderdelen in de rechtshandelingen van het Egyptische recht. Het demotische schrift werd gewettigd en, ge zien de veelvuldigheid van de vondsten, werd die volkstaal voor contracten veel gebruikt. De geestelijkheid was dus het monopolie om akten op te maken ontnomen; reeds in het eerste contract in het demotisch gesteld, waar schijnlijk uit het jaar XVI van Bochoris ziet men geen priester meer optreden. Het is een feit, dat de ongeletterden zich reeds heel vroeg van lekenschrijvers konden bedienen en dat de authenticiteit van het geschrift slechts door de leken-getuigen werd bevestigd. In de tijd van de Ethiopische koning Shabakou begon er in Thebe wel een periode waarin een soort notaris optrad, verbonden aan de Amon- tempel, een prètre de transmissions, die alle akten betreffende onroerend goed opmaakte. Het is echter zeker dat Ahmasis (die na Boc choris optrad) na 569 die interventie spoedig onderdrukt heeft. Tenminste: na het jaar III van zijn regering komt genoemde aktenpriester niet meer in de contracten voor en de Ieken- schrijver herkrijgt weer zijn vroegere positie. De rol van de getuigen is zeer verschillend ge weest. Onder de Amonitische koningen van Ethiopië moest iedere getuige op het eind van de akte een résumé van de inhoud geven; onder Ahmes (of Ahmasis) en onder de Perzen plaats ten zij alleen maar hun naam; soms onder, maar meestal aan de achterkant van het stuk. In de laatste jaren van de Perzische periode herleefde weer de traditie van vóór Ahmes, maar elke akte werd een tijdlang opgemaakt in zevenvoud. Een vaste regel kwam er niet voor dat Darius optrad (ca. 521 v. Chr.): steeds vindt men dan acht getuigen bij belangrijke akten en vier bij minder belangrijke. Speciaal voor verkoopakten eiste Bocchoris, de reformator van de 8e eeuw, twee akten: de eer ste noemt men "het geschrift voor geld". Deze had de strekking aan de verwerver het recht van eigendom te verzekeren. De tweede, "het geschrift van overdracht" had betrekking op de uitvoering van dat recht, dus op het genot van de zaak. Onder Amonitische vorsten ver dween het geschrift voor geld, tenminste bij de onroerende goederen. Shabakou verbood feite lijk de verkoop van gronden. Hij wettigde, zo als wij reeds vermeldden, alleen de ruilingen binnen de familie. Ahmasis liet het weer toe en besloot zelfs dat "het geschrift voor geld" vol doende was voor de realisatie van de over dracht. De formule was de bekende: je hebt mij gege ven, en mijn hart is tevreden (gesteld), het geld. In de hele Perzische periode vonden wij die formule terug. Men vergelijke o.m. met G. Cardascia, "Les ar chives des Murasu, une familie d'hommes d'af faires bab. a l'époque perse 453-405 av. Chr.", Paris 1951. Het systeem van Bocchoris, dat vier eeuwen was losgelaten, moest onder koning Nephorites I weer worden hersteld. Hij had het Perzische juk afgeschud, herstelde de onafhankelijkheid van Egypte en regeerde van 399-393 v. Chr. De schrijver Diodorus noemt hem Nephereus. Bij de revisie van het burgerlijk recht stelt men nu Bocchoris als voorbeeld om na te volgen. Opnieuw waren er twee akten nodig om aan de koper de volle eigendom over te dragen. Dit systeem was reeds in Griekenland in praktijk gebracht; het functioneerde evenzo in Italië in de 6e eeuw van onze jaartelling, hetgeen blijkt uit een papyrus van Ravenna. De beide geschriften werden op eenzelfde dag opgemaakt; verschillende zijn geschreven op 143 "....Zij behoren aan de goddelijke vader van Amon Hor, zoon van Petiamen, de vader van de goddelijke vader van Amon Petichonsu, zoon van Hor, mijn va der Zij behoorden aan zijn vader en aan de vader van zijn vader enz

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 7