Of met andere woorden wat is de samen hang tussen deze coëfficiënten en de grootheden A en x't b. Hoe kan deze praktische gebruiksfor- mule voor lengten 400 m omge bouwd worden tot de gedaante: (a, cm)2 2,6 hm) 1,5 hm)2 c. Wat is hierin de betekenis van de coëf ficiënten 2,6 en 1,5 in het licht van de verkenning volgens de HTW? d. Waarom zijn deze dubbelbeeld afstand meters niet bruikbaar in het nauwkeurig- heidsgebied 1 van de HTW? (Ga hierbij in de verkenningsformule uit van een gestrekte polygoon). 3. Uit de voorlopige verkenning van een poly goontraject (te meten met de DKRT) met behulp van een topografische kaart, volgt dat de som van de zijden 12 hm moet wor den. Verder dat de afstand van het middel ste polygoonpunt tot het dichtstbijzijnde be kende punt gelijk is aan 500 m en Z K L. aHoe groot moeten de zijden van deze polygoon minimaal worden volgens de HTW? b. Stel dat het terrein (A d 8 cm) maxi male gebroken voerstralen toelaat van 240 m, hoe groot wordt dan deze mini male zijdelengte? c. Hoe groot is dan de A dtoeslag op d2A in de verkenningsformules? Uitgaande van polygoon 1, 2, 3, 4 wordt een punt 5 met richting en afstand bepaald. Gemeten is hoek a->23 («2 50 gr.) en de zijden s^j («2 1000 m) en S25 («e 707 m). Hoeken worden gemeten met een standaard afwijking van 6,4 dmg en lengten met een standaardafwijking van 1 cm. a. Hoe groot is de grenswaarde van en (Antwoord beredeneren, geef hierbij een omschrijving en/of definitie van het be grip grenswaarde). b. Hoe groot worden, de grenswaarden van de gemeten grootheden in A 235 als «235 50 gr.) ook wordt gemeten? c. Wat wordt de grenswaarde van a523 in dien behalve a235 bovendien nog a352 100 gr.) extra wordt gemeten? Te gebruiken formules bij dit vraagstuk: y_= U.x_ G y y' u.g.u' Vo*' met Ni c'u'G~l u c of K V G_t V CIVIELE TECHNIEK Tijd: iy2 uur 1. Van een werkspoor is het volgende gegeven BS. 0, M.V. 3,60-, kruin aarden baan 0,25-. Spoorwijdte 600 m.m. Dwarslig gers 0,08 x 0,15 x 1,20. Breedte ballastbed 1,70 m. Breedte aarden baan 2,40 m. Ter weerszijden van de baan zijn greppels 0,50 m breed en diep. Grondslag is vast zand. Gevraagd: op schaal 1 50 een halve dwars doorsnede van de spoorbaan. 184 (*023?

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 20