tingplichten. En volgens Albertini (art. in: Journal des Savants, 1930) zijn de akten uit de tijd der Vandalen alle van hetzelfde type, met slechts in onderdelen variaties. In de Ravenna-akten heeft de overdracht plaats ten overstaan van getuigen. Zij worden officieel geregistreerd. Voor schenkingen volgde men ongeveer de zelfde weg als bij verkopen. Toen in 323 onder Constantijn de Lex Cincia verdween, werd openbare behandeling van schenkingen (en overdrachten) één van de belangrijkste elemen ten in zijn hervormingsmaatregelen. Schenkin gen moesten nauwkeurig worden omschreven, bij roerende zaken moest een formule van „overhandiging" in het document voorkomen, in alle gevallen mocht kwijting, toelating tot inbezitneming en inschrijving in de rechterlijke protocollen niet ontbreken. Overtreding van die regels maakte het geschrift nietig. Het besluit van 323 bleef enige tijd de officiële wet, maar de keizers maakten meermalen ge bruik van een geschikte gelegenheid om op de bepalingen van Constantijn te wijzen, meer speciaal op de noodzaak van het opmaken van een schenkingsakte. Later werd in het Oosten aanvaard, dat geen getuigen nodig waren, in dien men de akte registreerde. De wetmakers van ca. 533 streefden naar we derinvoering van de klassieke wet, maar omdat men bij de omschakeling wel een compromis nodig achtte, liet men partijen vrij te kiezen tussen het oude en het nieuwe systeem, dus als partijen een geschrift wensten, door hen zelf of door een notaris opgemaakt, dan werd dit even goed wettig aanvaard als wanneer op een geschreven (dan wel niet-geschreven) contract een arrha godspenning) gegeven was. Grondeigendom en verkoop in Griekenland. II In Athene waren verscheidene personen niet bevoegd tot verkopen of kopen. Zo was er een verbod voor hen die de burgerlijke rechten ontnomen waren, voor vreemdelingen en voor diegenen die geacht werden niet bij hun volle verstand te zijn. (Caillemer). Vrouwen moesten door de oudste zoon of echtgenoot worden bijgestaan bij het opmaken van contracten, meestal ontmoet men er ook twee of meer getuigen. De verkopen werden verscheidene dagen tevo ren geannonceerd, hetzij door affiches, hetzij door de publieke omroeper; in Athene was die termijn zelfs 60 dagen. De voorzorg werd in het algemeen onnodig geacht vooral daar, waar de mutaties in de eigendom werden over geschreven in officiële registers. De publici- teitsmaatregel had tot doel te constateren, „dat het goed vrij was en zonder lasten en of de verkoper wel de werkelijke eigenaar was" (Theophrastus, 97,1). Er waren republieken, waar de wet het recht van verkoop helemaal niet beperkte; daar wis selde de grondeigendom dan ook vaak van eigenaar. De contracten waren niet gecompli ceerd en niet zo bezwarend als tegenwoordig. Als een bekend voorbeeld nemen wij de in scriptie van Tenos. Op dit eiland van ruim 22000 ha werden in 19 maanden 47 verkoop akten betreffende onroerende goederen opge maakt. Hierbij participeerde een honderdtal personen. Huizen en terreinen gingen vrij ge makkelijk van hand tot hand. Ook helften en vierden van een goed werden verkocht (Inscr. jur. VII, 1, 11, regels 49 en 99). Omtrent de afkomst van die delen is niets bekend, ook niet of het geërfd bezit is. En speculatie (han del) in onroerend goed kende men niet alleen in de 3e en de 2e eeuw, de tijd van genoemde inscriptie, en niet alleen op Tenos, maar ook in Attica in de tijd van Xenophon. Wij zijn hier al heel ver verwijderd van de tijd, toen de grond nog collectief bezit was! Een notaris kende men blijkbaar niet: geschre ven overeenkomsten werden vaak door be trouwbare personen bewaard, alleen om par tijen een dienst te bewijzen. Ook deponeerde men de stukken in een tempel (archief). Toch bestonden er in vele steden speciale ruimten, bestemd om eigendomsbewijzen te bewaren, dan wel om die stukken officieel in te schrij ven, de Metroon. Een lijst van 40 van derge lijke steden is vermeld bij Dareste, „Bulletin de correspondance hellén.", VI, blz. 241. Onder deze vorm werden verkoopakten inge schreven in registers om te constateren, dat de overdrachtsrechten betaald waren: „N., zoon van Theophile, van Anaphlyste, heeft een terrein verkocht aan de dème van Anaphlyste. Koper X, zoon van Diodes, van Sounion, 800 drachmen." 1/100 8 drachmen (dit is het belastingbe drag voor de mutatie verschuldigd). Voorbeelden komen voor bij Theophrastus, fragm. 97, 2 en Aristoteles, Politique, VII (VI) 5,4. Daarnaast echter waren vele belang rijke akten gegraveerd op alleenstaande stéles, b.v. te Amorgos en Amphipolis of op grote marmerplaten, als die van Myconos en Tenos. Ook deze werden dan bovendien nog publiek aangekondigd. Doordat Griekenland zo ver- 219

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 11