deeld was kon het voorkomen, dat in Ephese
een wet bestond, die het bekendmaken van
verschillende van deze arrangementen verbood.
Het schijnt dat de inschrijver, met een eed
voor de betrokken ambtenaar, de geldigheid
van de akte moest zweren en dat was vol
doende. Aan belanghebbenden werden kopieën
verstrekt. Alles tezamen wekt dit illusies van
kadasters, althans van grondregisters met een
fiscaal karakter. Wij kennen het geval, ge
noemd in Journ. Jur. Pap. V (1951-256), waar
een burger de bijzonderheden van een verkoop
opsomt en een document inbrengt in de open
bare archieven. Zulke illusies wekt ook een
geval in de Ptolemeeën-periode van 135 v.
Chr. en de opmerking van Taubenschlag in
Journ. Jur. Pap. III, 1949-176, waar de Chres-
matistae bij besluit opdraagt dat een goed, na
gelaten door een vader, ingeschreven moet
worden in het kadaster (vergelijk ook mijn
art. in Verenigingsorgaan Techn. Ambt. Ka
daster, mrt. '50-mei '52).
Ook toen reeds bezetten kwaadwilligen grond
zonder geldige titel. Volgens Plato (Wetten
VIII, blz. 843 B) was dat onwettig: „dat nie
mand de grenspalen verplaatse", lezen wij, „die
de afscheiding met zijn buurman vormen, op
dat niet de rechtbank de daarvoor vastgestelde
boete of lichamelijke straf toepasse. Hij die, de
grenzen overschrijdend, het land van de buur
man bewerkt (ten eigen bate), zal het dubbele
van de schade betalenIn „Inscriptions
juridiques", XII, II, I, 19-20, lezen wij van
zo'n constatering te Heracleos, waar de land
meters, door het volk gekozen om het domein
van Dionysos en van Athene opnieuw uit te
zetten, bemerkten dat verscheidene percelen
anders waren samengesteld, dan in de oude
geschriften omschreven, waarom zij al het ten
onrechte bezette terugbrachten binnen het do
mein. In Delphi wist men de juiste plaats van
de grenskenmerken, die de (heilige) gronden
van Apollo omsloten. Dit was alles aangeduid
in een serie officiële akten, van welke de gel
digheid niet te ontkennen was
In verschillende steden werd elke verkoop ver
gezeld van offerandes, of van de aanbieding
van een geldstukje aan de drie getuigen, meest
al buren (Solon, boek II, hoofdst. IX). Men
offerde op het altaar van Apollo Agyeus, van
wie een afbeelding was geplaatst „sur la porte
de logis" of wel aan Zeus Agoraios, die als
god optrad bij het opmaken van contracten
en handelstransacties.
Al die plechtigheden verdwenen op den duur,
waardoor het latere Atheense speculateurs mo
gelijk werd gemaakt hun leven te slijten met
interventie bij koop en verkoop (Xenophon,
Economie XX, 22 v
Er zijn weinig geschreven (gegraveerde) con
tracten over. Dat is natuurlijk mede te wijten
aan het breekbare materiaal, dat men er voor
gebruikte.
In de Grieks-Romeinse periode in Egypte zijn
er, wat de behandeling van verkoopakten be
treft, vele malen wijzigingen aangebracht in de
procedure van inschrijving.
Niet vóór 64 n. Chr. bestonden de (3ij37iof)rTzi)
eYXT,l0£ü)V- Vermoedelijk zijn zij in de dor
pen gekomen als resultaat van de scheiding
der archieven voor particuliere gegevens, en
de staatsarchieven. Het doel van genoemde
archieven wordt verschillend uitgelegd. Zo
noemt Mitteis („Hermes" XXX, 604) de be
waarplaatsen centraal voor het opleggen van
„all kinds of private deeds, an institution cor
responding to our modern landed property
register for recording immovables". En hij
voegt er aan toe, dat ingeschreven goederen
voorrang hebben boven niet-ingeschreven
items. Preisigke daarentegen („Girowesen"
282, 301, 372 en „Klio" XII, 402) ontkent
dat. Volgens hem is het slechts een archief voor
„the deeds of possession of real property and
chattels, executed in the district and voluntarily
filed."
Zeker is dat iedere metropolis zijn eigen dia-
stromata (Eng.: survey-sheets) had, in alfabe
tische volgorde verdeeld door rollen, en deze
weer door genummerde vellen, de xoUijuata
welke de persoonlijke gegevens van een spe-
De autoriteiten beschermden de grenzen van pu
blieke eigendommen zoveel mogelijk. In de IVe
eeuw v. Chr. waren de epimeletes van Erechtheide
belast met de halfjaarlijkse verificatie van de grens
palen (C.I.A. II, blz. 564). Zulke controleurs ont
moet men onder verschillende namen, b.v. als
juaalpoi, in Pellene, als givevqetui xtov %wqu>v, tcov
6i]yoiü)v in Zelea.
Volgens Dittenberger werden ze gekozen uit de
burgers zonder publieke eigendommen. Zij spra
ken tegelijk recht in deze grenskwesties.
Ook bij de Chioten kende men de bewakers der
grenzen, de oupoqjuXaxrs, terwijl wij bij Aristote-
Ies (Politiek VII (VI) de aypovo/xoi en de vkgoi
220
vinden als personen, die de grenzen der eigen
dommen controleren. Volgens Foucart, Inscrip
tions du Pélopenese, blz. 168, eindelijk zouden ook
de cuEÖiavo^oi van Sparta ambtenaren van dezelf
de orde geweest zijn.
Het grensgeld (a/jcpovpiov) wordt o.m. genoemd
in de inscriptie van Rhodos uit de tijd 200180
v. Chr. (zie de ed. Hondius, Suppl. epigr. Gr. III,
674). Door het aanvaarden van dit grensgeld kon
den de buren geen gebruik maken van hun voor
keurrecht op koop.