Ex a me d meetkundig Ambtenaar A van bet Kadaster 1 373 Beschrijvende opgave Tijd: 1V2 uur Maak een opstel over één van de volgende on derwerpen: a. De problemen rond de stemming bij ruil verkavelingen. Is er naar Uw mening een oplossing? b. Waarom wordt er bij het Kadaster her meten? Waarop steunen deze hermetingen? Is hierin verbetering mogelijk? Kaartering Tijd: 3 uur Verzocht werd m.b.v. de veldwerken Ouddorp E 274 en 275 de hulpkaart te maken, waartoe een kopie van het bijblad Ouddorp E 3 was bijgevoegd. Daarnaast werd verzocht het veldwerk af te werken. Waar nodig mocht het plan worden geredresseerd. Metingsstukken Tijd: 7 uur Gevraagd werd uit verstrekte gegevens een staat nr. 75 op te maken van de gemeente Roden, met volledige afwerking van de bijla gen. Grootteberekening (duidelijk aan te geven op welke wijze deze is verricht) en verwijzings berekeningen over te leggen. Landmeetkunde Tijd: 3 uur 1. De percelen begrensd door de noordelijke weggrens, de sloot en de rasters moeten worden opgemeten t.b.v. een kaart van deze percelen op grote schaal. Maak het veldwerk waaruit een goede me ting van de percelen blijkt. De meetgetallen kunnen worden geschat. De breedte van de percelen langs de weg is ongeveer 200 meter. 2. Toon aan dat voor het zo nauwkeurig mo gelijk bepalen van het voetpunt van de loodlijn uit een terreinpunt op een meet lijn o.a. gebruik moet worden gemaakt van de verst van dit voetpunt staande jalon in de meetlijn. 3. Twee punten liggen op ongeveer 1300 me ter van elkaar. Beschrijf de meting die no dig is om een lijn tussen deze beide punten uit te bakenen. Tussen de beide punten bevinden zich geen terreinhindernissen. 4. Bij het detailmeten maakt men o.a. gebruik van de methode van het lijnenverband en van de coördinatenmethode. Wat zijn de voor- en nadelen van ieder van die me thoden? 5. Hoe wordt de gevoeligheid van een buis niveau uitgedrukt? Geef hiervan een defini tie of een beschrijving. 6. Waar moet het door de richtkijker gevorm de beeld van een voorwerp liggen om dit zo goed mogelijk te kunnen waarnemen? Hoe kan men dit bereiken? 7. Beschrijf kort een meting met de theodoliet (3 richtingen in 2 series). Hoe bepaalt men de gemiddelde richting? Welke foutenbron nen hebben op dit gemiddelde geen in vloed? Welke wel? 8. Op een eilandje in een vijver staat een priëel. Met de knop Kop het dak van het priëel als middelpunt wenst men een cirkel met een straal van 30 meter op de vaste kant zichtbaar te maken. Dit om een cirkelvormige vijver te kunnen maken. De bos bos Ischrl st. st. straatweg 226

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 18