tegengestelde richting van a, [3 en y gemeten is. Daardoor krijgt sin een tegengesteld teken waardoor het teken van de oppervlakte ook tegengesteld wordt. Door optelling van de ge vonden oppervlakten krijgt men dus inderdaad opp. vierhoek A BCD. Uit het bovenstaande blijkt dat het dus niet uitmaakt of men de omloopzin rechtsom of linksom kiest. (De tafelcomputer is zodanig geprogrammeerd dat uiteindelijk de absolute waarde wordt uitgeschreven). In de praktijk gaat de meting als volgt. Het gehele systeem wordt met de daarvoor bestem de kabels gekoppeld. Deze verbinding kan steeds blijven want coördinatenlezer en tafelcomputer kunnen afzonderlijk in bedrijf gesteld worden zodat men ook de tafelcomputer alleen kan gebruiken. De meetkop wordt zodanig op het plan gezet dat alle gewenste punten met de meetloep kun nen worden bereikt. Hiervoor is een eenvoudige poolzoeker gemaakt van een stuk polyestertekenfilm waarop de bin nenste en de buitenste grenscirkels zijn gete kend en de plaats van de meetkop is uitgesne den. Zo kan men met één blik zien of een bepaald gebied binnen het bereik valt. Vervolgens wordt de meetloep in een bepaalde positie gebracht waarbij het draaiende huis en de poolarm in een mechanische vergrendeling vallen. Door middel van een druk op de „reset"-toets van de interface worden de tellers op een vast gestelde beginstand gebracht. Dat is een waarde voor de nulrichting voor wat de hoeken betreft en een waarde voor de afstand van de pool tot het meetmerk. Dan wordt het programma, dat is vastgelegd op een magneetkaart, ingevoerd in de tafelcomputer. Na via enkele instructies de machine op gang te hebben gebracht wordt het schaalgetal ingevoerd en kan men beginnen met de eerste figuur. Men geeft daartoe een identi ficatienummer, b.v. perceelnummer in, ontgren delt het instrument en brengt het meetmerk naar een hoekpunt van het perceel. Dit kan men met potlood markeren. Met de voetschakelaar wordt nu contact gemaakt en de poolcoördinaten van het eerste punt zijn in het geheugen van de machine opgenomen. Daarna gaat men naar het volgende punt van de perceelsomtrek, maakt contact en zo verder totdat men weer op het beginpunt terug is. Nadat men dit punt nogmaals heeft opgenomen drukt men op de „totaal"-toets van de interface en de machine geeft onmiddellijk het identifi catienummer met de bijbehorende oppervlakte op de telstrook. Men kan ook inplaats van het schaalgetal in te geven, de machine zelf dit laten bepalen. Hiertoe moet men in het begin van de proce dure een bekend oppervlak, bv. een vierkant van het ruitennet, meten. De machine bepaalt dan het relatieve schaalgetal, dus met inacht- name van rek en krimp van het papier. Als alle te meten oppervlakken aaneengesloten in een complex liggen is het mogelijk, de som van de individuele grootten in te delen op het complex. Dat kan zowel door een bekende complex-oppervlakte aan de tafelcomputer mee te delen als door de complex-oppervlakte met de coördinatenlezer te bepalen. Door een toetsdruk geeft de tafelcomputer ach tereenvolgens het totaal van de afzonderlijke oppervlakken, het gegeven of gemeten complex en nogmaals ieder perceel met zijn op het complex ingedeelde grootte. Tot slot nog enige beschouwingen. Het werken met de coördinatenlezer moet ge concentreerd geschieden maar het is veel min der vermoeiend dan met de poolplanimeter. Men heeft geen zorg voor de aflezing, men behoeft dan niet de lijn te volgen maar het meetmerk slechts naar het volgende hoekpunt te brengen. De besproken polaire coördinatenlezer vraagt geen opsteleisen zoals de planimeter. Als de figuur binnen de grenscirkels ligt is het goed. A D 212 Door het programma anders te schrijven is het mogelijk de tafelcomputer de coördinaten van het eindpunt te laten vergelijken met die van het beginpunt. Indien deze waarden binnen een be paalde tolerans, als dezelfden herkend worden, is dit het teken voor de machine de berekening uit te voeren en het resultaat te printen. In dit geval is de druk op de „totaal"-toets niet nodig.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 4