leiding) nodig werd gevonden (bij voorkeur ook weer met de vakken wiskunde en aard rijkskunde). Hierna heeft de Commissie zich er uitvoerig op beraden in welke vorm de opleidingen het beste zouden kunnen worden gerealiseerd: a. Op een speciaal voor dit doel op te richten kartografisch opleidingsinstituut, gevestigd in een centraal gelegen plaats in ons land. b. Bij reeds bestaande onderwijsinstellingen. c. In de vorm van schriftelijk onderwijs. Hoewel aan mondeling onderwijs uiteraard voordelen verbonden zijn boven schriftelijk on derwijs, is de Commissie na ampele overwe ging van het voor en tegen van de verschillen de opleidingsvormen tot de conclusie gekomen dat althans voor de opleiding voor karto grafisch tekenaar aan schriftelijk onderwijs toch de voorkeur moest worden gegeven bo ven de bij a en b genoemde mogelijkheden. Enkele overwegingen zijn daarbij geweest: 1. dat in ons land het aantal beoefenaren van de kartografie te beperkt is om daarvoor een aparte school op te richten; 2. dat gegadigden voor een dergelijke oplei ding in de plaats waar zo'n instituut ge vestigd zou worden, op kamers zouden moeten gaan, terwijl alleen al de kosten daarvan in geen verhouding zouden staan tot de latere financiële mogelijkheden; 3. dat bij het onderbrengen van bedoelde op leiding bij bestaande onderwijsinstellingen (b.v. de huidige MTS-en) er naast het feit dat het aantal gegadigden voor een der gelijk specialistisch beroep per school zeer beperkt zal zijn in ons land onvoldoende kartografisch geschoolde leerkrachten be schikbaar zijn om deze opleiding te verzor gen; 4. dat bij schriftelijk onderwijs het voordeel wordt verkregen, dat degenen die reeds in de praktijk kartografisch werkzaam zijn, aan deze opleiding kunnen deelnemen; 5. dat de didactische mogelijkheden van het schriftelijk onderwijs vandaag aan de dag nauwelijks een belemmering vormen voor het geven van onderwijs in vakken, waarbij handvaardigheid een voorname rol speelt. Voor wat betreft de realisering van genoemde opleiding(en) is reeds in een vrij vroeg stadium contact opgenomen met het „Koninklijk Tech- nicum PBNA" te Arnhem, waarvan bekend is, dat het zich speciaal in het geven van tech nische opleidingen een bepaalde faam verwor ven heeft. 214 Het bestuur van de Kartografische Sectie bleek met de zienswijze van de Commissie in te stemmen en verzocht haar te willen optreden als „Redactie-Commissie" voor de voorgestel de cursussen, te beginnen met die voor karto- grafisch-tekenaar. De nieuwe commissie bestond uit de heren: Ir. A. Waalewijn en Ir. H. Rietveld (na het overlijden van de heer Flink) van de Meet kundige Dienst van de Rijkswaterstaat, Dr. J. J. C. Piket van het Geografisch en Planolo gisch Instituut der Katholieke Universiteit te Nijmegen, Ir. L. van Zuylen en J. Ooms (na het overlijden van de heer Flink voorzitter van de commissie) van de Topografische Dienst. Zich toen nauwelijks bewust van de enorme hoeveelheid werk die haar alleen al voor het samenstellen van een cursus voor kartogra- fisch-tekenaar zou wachten, begon deze com missie haar taak, bestaande uit: a. het ontwerpen van een gedetailleerd studie programma voor de cursus voor kartogra- fisch-tekenaar en het samenstellen van glo bale studieprogramma's voor de cursussen kartograaf, geografische richting en karto- graaf, landmeetkundige richting; b. het zoeken van auteurs voor de verschillen de vakken van de cursus voor kartografisch- tekenaar; c. het overleg met PBNA over de wijze waar op de cursus het meest efficiënt tot stand kan komen, hoe te zijner tijd de examens moeten worden geregeld, en wat de finan ciële consequenties van een en ander zullen zijn; d. het beoordelen en op elkaar afstemmen van de lessen tot een harmonisch geheel. Aan het samenstellen van de bij a. genoemde studieprogramma's is een uitvoerig onderzoek voorafgegaan: enerzijds is onderzocht wat er aan kartogra fische opleidingen in het buitenland bestaat en wat door de Commissie I van de I.C.A. (Edu cation in Cartography) is gepubliceerd; anderzijds is nagegaan wat in ons eigen land de wensen en behoeften zijn ten aanzien van het opleidingsniveau der verschillende karto grafische functionarissen. Van verschillende vakgenoten zijn hierbij waardevolle adviezen ontvangen en in de studieprogramma's ver werkt! De cursus voor kartografisch-tekenaar die nu binnenkort gaat starten zal bestaan uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. De volg orde waarin de lessen zullen worden gegeven,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 6