wordt uitsluitend door didactische motieven
bepaald en is niet precies zoals in onderstaan
de samenvatting is aangegeven.
In het theoretisch gedeelte wordt onderwijs ge
geven in de vakken:
kennis gereedschappen en materialen 4 lessen
landmeetkunde 7 lessen
geografie 9 lessen
kartografie 10 lessen
kaartreproductie 3 lessen
automatisering in de kartografie 3 lessen
In het praktisch gedeelte wordt onderwijs ge
geven in:
het tekenen van letters
het vervaardigen van kartografische modellen
het tekenen, graveren en generaliseren van
kaarten
het gebruik van kaarten.
Het praktisch gedeelte vormt het grootste deel
van de cursus en omvat in totaal 55 lessen.
Een theorieles omvat meestal 10 a 20 blad
zijden, een praktische les bestaat als regel uit
een te tekenen kaartfragment met een verkla
rende tekst van 1 a 2 bladzijden.
Verondersteld wordt dat voor iemand die een
normale dagtaak heeft en in een gemiddeld
tempo studeert, het volgen van de cursus on
geveer 2 jaar zal duren, wat dus neerkomt op
ongeveer 1 les per week.
Het vinden van auteurs die bereid waren om
aan de tot standkoming van de verschillende
lessen hun medewerking te verlenen, heeft
door verschillende oorzaken nogal wat moeite
en tijd gekost. Dank zij de bereidwilligheid van
enkele leden van de Redactie-Commissie om
ondanks een dikwijls overvolle dagtaak -
een deel van de te schrijven lessen voor hun
rekening te nemen, is het uiteindelijk gelukt de
volgende bezetting voor de verschillende vak
ken te vinden:
Ing. D. Bloeme: landmeetkunde
A. Bus: tekenen van kleinschalige (atlas)
kaarten
Ing. M. J. J. Flink (f): kennis van tekenge
reedschappen en -materialen, tekenen van
grootschalige kaarten
J. A. Frumeau: tekenen van middelschalige
(topografische) kaarten
Drs. P. W. Geudeke: geografie, kaartgebruik,
1 les kartografie
Drs. F. J. Ormeling: geografie, kaartgebruik
Dr. J. J. C. Piket: kartografie
A. Ras: tekenen en generaliseren van middel
schalige (topografische) kaarten; ontwer
pen van stadsplattegrond en autokaart
Ir. H. Rietveld: automatisering in de karto
grafie
A. H. Verroen: tekenen en graveren van stads-
kaarten
Ir. L. van Zuylen: kaartreproductie
De lessen over „kennis van tekengereedschap
pen en-materialen" zijn enkele jaren nadat
wijlen de heer Flink die had geschreven
door de heer Ing. S. C. Hoos van de Meet
kundige Dienst van de Rijkswaterstaat aange
past aan de laatste ontwikkelingen op het ge
bied van tekenmaterialen, terwijl deze lessen
evenals de lessen over het tekenen van
grootschalige kaarten door de heer A. Ras
van de Topografische Dienst in de door PBNA
gewenste vorm zijn gebracht.
Het contact met PBNA is van het begin af
zakelijk en prettig geweest. Van de ervaring
van dit instituut op het terrein van schriftelijk
onderwijs is verschillende keren een dankbaar
gebruik gemaakt!
Het ligt in de bedoeling dat aan het eind van
de cursus, onder auspiciën van de Kartogra
fische Sectie van het KNAG, door PBNA een
examen wordt afgenomen dat zal bestaan uit
een schriftelijk en/of mondeling gedeelte.
Om te bevorderen dat in de toekomst zowel
de cursus als de examens aan hoge eisen blij
ven voldoen, zal het bestuur van de Karto
grafische Sectie een z.g. „Begeleidingscommis
sie" instellen, die met PBNA en waar no
dig met de auteurs van de lessen contact zal
onderhouden ten aanzien van alle zaken die
voor het gehalte en het „up to date" zijn van
de cursus en de examens van belang kunnen
zijn. De commissie zal jaarlijks aan het bestuur
van de Kartografische Sectie verslag uitbrengen
van haar werkzaamheden en het nodige con
tact onderhouden met de auteurs van de les
sen.
Voor geïnteresseerden in de cursus, die niet
volledig de vereiste vooropleiding hebben ge
had, bestaat de mogelijkheid om, door de zorg
van PBNA, zoveel inleidende lessen te krijgen
als nodig zijn voor het met succes volgen van
de cursus.
Voor degenen, die reeds een gevorderde of
volledige tekenopleiding hebben genoten, be
staat de mogelijkheid om van een deel van
de praktische lessen te worden vrijgesteld.
Belangstellenden kunnen zich voor het ver
krijgen van nadere inlichtingen over een en
215