ander het beste rechtstreeks wenden tot PBNA
in Arnhem!
Om enige indruk te verkrijgen van wat in de
cursus wordt onderwezen, volgt hieronder een
korte, globale samenvatting van de te geven
lessen.
Van het theoretisch gedeelte omvat het vak
kennis van gereedschappen en materialen:
behandeling van verschillende soorten teke
ningdragers en graveerlagen, toepassing van
diverse teken- en graveermaterialen en radeer-
middelen, gebruiksmogelijkheden van inkt,
verf en penselen. Gebruik van de reductie
passer en toepassing van verschillende soorten
pantografen (mechanisch en optisch) voor het
verkleinen of vergroten van kaarten.
landmeetkunde:
behandeling van een aantal algemene begrip
pen uit de landmeetkunde.
De toepassing van richtingen, afstanden en
coördinaten, idem van driehoeksmeting, grond
slagmeting (polygoonmeting, voorwaartse en
achterwaartse insnijding, e.d.), verdichting van
een puntennet, situatiemeting, detailmeting, het
uitwerken van een eenvoudig veldwerk.
De betekenis van het NAP, enkele waterpas
methoden, het meten van profielen, behande
ling van enkele waterpasinstrumenten en hun
toepassing.
De vervaardiging en het gebruik van lucht
foto's, de toepassingsmogelijkheden van enkel
en dubbelbeeldsfotogrammetrie voor kaarte-
ringsdoeleinden.
geografie:
de mens en zijn woongebied (korte inleiding
over wezen en taak van de geografie).
Behandeling van de fysische aspecten van het
woongebied: de aarde als geheel, het relief, het
klimaat, de vegetatie, de bodem en het water.
De opbouw, samenstelling en verspreiding van
de bevolking. Behandeling van de wijze waar
op de mens in zijn woongebied in zijn bestaan
voorziet: de landbouw, ambacht en industrie,
verkeer en vervoer.
Nederland en de wereld.
kartografie:
doel en betekenis van de kartografie. Behan
deling van verschillende kaartelementen en
kaartsoorten. Hoogte- en reliefvoorstelling.
Bespreking van enkele geografische aspecten
van het generaliseren.
Enkele onderwerpen der wiskundige aardrijks
kunde. De betekenis van de kaartschaal in ver
band met het doel van de kaart.
Behandeling van enkele kaartprojecties en de
verschillende vervormingen die daarbij op kun
nen treden.
Geschiedenis van de kartografie, in het bijzon
der die van Nederland.
Behandeling van een aantal atlaskaarten (spe
ciaal uit de Bosatlas).
Bespreking van enkele bijzondere kaarten.
Het ontwerpen van een kaart.
kaartreproduktie:
behandeling van verschillende kopiëermetho-
den.
De toepassing van fotografie bij kaartrepro
duktie.
Het aanbrengen van schrift en symbolen op
kaarten.
Het drukken van kaarten met één- en meer-
kleuren persen.
automatisering in de kartografie:
rekenhulpmiddelen (handrekenen, rekentafels,
rekenmachines).
De computer (onderdelen, codes, informatie
dragers, het geheugen, invoer- en uitvoer-ap-
paratuur) toepassing van de computer in de
landmeetkunde.
Verschillende typen tekenmachines en hun toe
passing.
Korte behandeling van enkele typen coördina-
tenlezers.
Toepassing van automatisering in de toekomst.
In het praktische gedeelte leert de cursist on
der meer:
het tekenen van verschillende soorten letters
(recht, cursief, draad-, kapitaal, onderkast) in
verschillende grootte, zowel met potlood als
inkt;
oefenen in het maken van verschillende model
len (o.a. kleurmodel), het tekenen van o.a. een
graadnet, symbolen, hoogtelijnen en een scha-
duweringsmodel;
oefenen in het gebruik van plakrasters, het ver
vaardigen van een schriftmontage, het samen
stellen van een eenvoudige lay-out;
het op verschillende tekeningdragers met ver
schillende tekenmaterialen tekenen van groot
schalige, middenschalige en kleinschalige kaar
ten, alsook het vervaardigen van de verschil
lende deeltekeningen waaruit een kaart kan
zijn opgebouwd;
het graveren met verschillende naalden op een
aangebrachte gids;
216