kopende van Marguerite van Wachen een boer derij. Volgt de akte: Bovenstaande registers bevatten nog meer der gelijke stukken uit die tijd. Eerst de nieuwe Landsordonnantie van 1723 schreef bovendien voor, dat jaar, maand, dag en plaats van het verlijden van de akte opge nomen moest worden, terwijl men het stuk behoorde voor te lezen aan diegene, „tot wiens last hij instrument is leggende" (publieke instru menten zijn dan volgens Huber „schriftstucken met dewelke partijen haer vermeeten soeken vast ende waer te maken"). Na 1632 moesten de akten op gezegeld papier worden gesteld. Men vindt nu nog slechts enkele belangrijke stukken op perkament. Het kenrusse korte slot luidde: „inr onze handen". oorkonde Daarna plaatste de notaris (als getuige) zijn handtekening, maar vaak ontbraken de getuigen geheel. De koopbrieven werden opgemaakt in de vorm van eenzijdige verklaringen van de verkoper, hetgeen reeds kon worden geconstateerd in de oudste stukken uit de 15e eeuw, bewaard in het St.-Anthonie Gasthuis te Leeuwarden. Naast de koopbrief kende men nog de reversaal of reversbrief, waarin de koper eenzijdig beloofde de koopprijs te zullen voldoen. De verkochte goederen werden binnen een jaar d.m.v. drie achtereenvolgende proclamaties „over de kerk en het gerecht, waaronder de goederen lagen, te bode gesteld". Dat was de publiciteit. Het gerecht wees daarna de goede ren toe aan de nieuwe verkrijgers. De desbe treffende verklaring werd gesteld achter op de koopbrief. De oude Landsordonnantie, waaraan deze be palingen zijn ontleend, sloot als getuigen bij het opmaken van testamenten uit „kinderen van hen, die de misdaad van gekwetste majesteit hadden begaan en heidenen, afvallige christe nen en grove ketters". Ook deze stukken waren niet notarieel naar onze opvatting: de notaris was alleen getuige. Uit de charterboeken en oor konden van het St.-Anthonie Gasthuis kennen wij o.m. de volgende voorbeelden: „Tzaling (Tjaling) Andringha tekent op 7-2-1578 te Leeuwarden een koopbrief met kwitantie (oor konde 197 a), met aan het slot de mede ondertekening van burgemeester Geile Sijbe- zoon en notaris Frans Comeliszoon van Hel- mont, als getuigen"; op 8-4-1578 (oorkonde 198) is een verklaring van overdracht afgegeven door Cornelis Hot- tijeszoon en Allert Aggeszoon; notaris A. Har- derwijck is getuige samen met Sijurdt Jouckes- zoon. Wij ontmoeten hier ook het meetcedul (de ge kochte landerijen werden naderhand ten koste van de koper gemeten: zieb.v. oorkonde 223 e). In dit geval wijst het aan, dat de zathe 29 pondematen groot was, terwijl zij in naam 40 pondematen oppervlakte zou hebben (1 p. 36% are). Protocollen bestonden reeds in 1540. In Hol land verstrekte de notaris daartoe afschriften en uittreksels en behield de oorspronkelijke akte; in Friesland werden de oorspronkelijke stukken afgegeven. Er zijn weinig protocollen van die tijd. Het Stedelijk Archief te Leeuwarden bezit één met meer dan 450 akten en andere stukken van notaris Cleuting over de jaren 15541571. De meeste zijn gesteld in het Nederduits. Een twintigtal bevat koopcontracten. De notaris, die toen meermalen tevens herber gier, predikant of schoolmeester was, later ook Den vijfsten daghe van februario XVCXXIII zoo quaem voe schepen van der poort van Ruplemon Jouf- frouwe margriete van Wachen heeft ghekent ende ver leden vcocht tebbende heer ghysbrecht der Cramere vice-cureyt van de kercke van Sinter nicolai in Waes eene behuusde hofstede en boemgaert alsoo die ghe- staen ende ghelegen es binnen der poort van Rump- lemon inde baerselstrate met al datter toebehoort Ende belast met jaerlicxe erffelycke Rente bedraeghen- de t some van zeven scell. 1 d.gr ende dat ome eene somme van pennin eens coops de somme van negen- thyne pond gr. vlaem munten van welcke somme van xix p.gr. de voirn jouff margriete kende haer van heer ghysbrecht vnoucht ende te vollen betaelt in ghereede pennin welcke hofstede es hanthoofdende oost aen Lievin Keppens hofstede zuudt sheere strate west de bollebane ende noorden strecken neffens schutters hof of de hoole gracht Ende op aldien datter eenighe Rente het sy erffelic off quitinghe op bevon den werde meer dan hier voorscreven staedt dat belooft de voorn Jouff den voorn heere Ghysbrecht ofte zynen nacommers goet te doene den penninc vyf ende twintic Ende oft ghebuerde in toecommen tyde dat yemant enich actie off recht wilde ptendren aen de voirn hofstede Ende den voirn ghysbrecht Ende zynen ncomers ter causen van dien eenighe molestatie dade zoe belooft de voirsc jouff margriete hem dat inne te staene ende garrandene wel en vzekert stellende in verpande haer huus hofstede ende boem- geart ghestaen en ghelegen aende merct te Rupel- monde ggheheeten sinte cristoffels palende aen eene zyde tybaert de zomer Ende ter andre zyde lysbette Rogiers die wyf van mertyn de Kemele. Aldus ghestelt in scepen kennessebouck int scependom van xpiaen huughs merte de Kemele boudewyn de maere en pietre vheyden scepen van de poort van Ruplemon metsgaders huerl medeghesellen Ende in huerl scepen kennessebouck ghestelt vuytte laste van hemlieden Ende vsoucke ende in osten bede van ptyen ondre thanteeken van my M. pleke als clerc ten daghe ende jaere als boven. Palckerbault. 250

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 10