Verslag
7e NGL-congres te Utrecht
Op donderdag 18 oktober jl. opende het Jaar
beurs Congrescentrum zijn poorten om aan het
Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde
de gelegenheid te bieden haar zevende congres
en de eraan verbonden tentoonstelling binnen
zijn muren te houden. Waren de voorgaande
congressen in kleinere ruimten georganiseerd
men was al vertrouwd geraakt met Arnhem
als congresstad thans werd voor het congres
een accommodatie gevonden van formaat in
het bekende Jaarbeurs Congres- en Vergader
centrum in het hart van het land, in Utrecht.
Toen om precies half elf de voorzitter van het
NGL, ing. B. M. de Bruin, zijn openingstoe
spraak hield, bleek de grote gehoorzaal goed
deels gevuld te zijn met vele honderden be
langstellenden, waaronder zeer vele prominenten
uit de landmeetkundige wereld en bovendien
bleek ongeveer tien procent van de deelnemers
vergezeld te zijn van hun echtgenotes. Over
de „verhuizing" van Arnhem naar Utrecht zei
de voorzitter van het NGL het volgende:
„We hebben een oude vertrouwde omgeving
verlaten. Misschien ook omdat het er te oud
werd, maar vooral omdat de accommodatie in
Arnhem te klein was geworden. Door de over
weldigende belangstelling die er van de zijde
van het bedrijfsleven is voor de nog steeds
groeiende tentoonstelling waren we er uit
gegroeid. Er staat ook nu weer voor miljoenen
voor u uitgestald".
Na vervolgens vooral de dames een welkom te
hebben toegeroepen, vervolgde de heer De
Bruin met enkele opmerkingen over de keuze
van de te behandelen onderwerpen; „oplei
ding" nam een voorname plaats in op de lijst
van centrale thema's; toch viel de keus op
andere onderwerpen. Hierover zei spreker het
volgende:
„Ruim een jaar geleden heeft het NGL een
enquête gehouden naar de behoefte aan op
MTS-niveau opgeleide landmeetkundige krach
ten. Uit de enquête bleek dat er steeds meer
behoefte gaat komen aan een dergelijke oplei
ding. En het begrip opleidingen heeft kandidaat
gestaan als onderwerp op dit congres.
Dit is o.a. niet doorgegaan omdat er juist dit
voorjaar door de NVG een onderwijscommissie
is ingesteld en deze commissie heeft als eerste
opdracht te onderzoeken of het mogelijk is
onderwijs op MTS-niveau te verwezenlijken.
Hier wordt met voortvarendheid aan gewerkt,
maar er zijn natuurlijk nog wel hindernissen te
nemen. Er wordt wel veel geld uitgetrokken
voor onderwijs, maar als er nieuwe onderwijs
vormen betaald moeten worden, dan is er geen
accommodatie en meestal ook geen geld. Een
onbeantwoorde vraag is ook nog in hoeverre
we de bestaande opleidingen als CTO en de
opleiding van Rijkswaterstaat in dit MTS-on-
derwijs kunnen integreren. Een ieder die de
status quo wil handhaven zegt nu, „dat zullen
we dan wel zien". Optimisten menen dat het
een vanzelfsprekende zaak is.
Het congrescentrum.
De deelnemers melden zich.