Ik meen ook optimist te moeten zijn, alhoewel
ik u wel moet bekennen dat ik 15 jaar geleden
ook niet gedacht had, dat het Kadaster in 1973
nog een eigen HTS-opleiding in stand zou hou
den. U moet daarover ook meedenken, net
zoals dat al te kennen is gegeven door de stu
denten-contactgroep TH-HTS. Er zijn onder
het HTS-niveau nog andere problemen.
In de landmeetkunde zijn veel mensen werk
zaam, die via CTO of de basisopleiding van
Rijkswaterstaat of door in diensttreding bij een
gemeente of ander bedrijf in dit vak terecht
zijn gekomen. Zij proberen zich een plaats te
veroveren door schriftelijk studeren of door
het behalen van de diploma's van de Stichting
NLF-examens.
Ook hier moet wat veranderen. De landmeet
kundige wereld is kennelijk te klein om schrif
telijk te studeren bij commercieel ingestelde
instituten, omdat het veel te lang duurt voor
er van een schriftelijke les voldoende zijn ge
kocht om weer nieuwe te maken. Er zijn lessen
in omloop die instrumenten behandelen die in
de praktijk onder lagen stof in hoekjes opge
borgen zijn. Deze lessen kunnen beter gebruikt
worden voor de opleiding museumdirecteur of
conservator of voor studies in oude ambachten.
Ook bij de NLF-examens moet er bekeken
worden waar de schoen wringt. Als er 41 kan
didaten opgaan voor het examen en er slagen
er maar 8, dan is duidelijk dat de opleiders
en hun kandidaten op een andere golflengte
zitten dan de examencommissie.
U denkt misschien, dames en heren, dat ik het
jammer vind dat dit geen congresonderwerp
is geworden, maar dat is niet waar. Deze pro
blemen los je op een congres niet op, ook niet
met z'n achthonderden. De werkelijke oorzaken
zullen goed geanalyseerd moeten worden en ik
wil wel bepleiten dat de onderwijscommissie of
een subgroep die we eraan toevoegen, een
poging doet om hierin te coördineren, en daar-
bij zal de individuele hulp van verschillenden
van u wel van belang zijn. Het is de hoogste
tijd dat we de jongelui die in hun vrije tijd
verder willen studeren volwaardige kansen
geven.
Daarbij is het een eis dat de opleiding van van
daag afgesteld is op de praktijk van morgen.
Ik neem aan dat vooral uit de lezingen van
vandaag dit zal blijken".
Na de openingsrede van ing. De Bruin verlieten
de dames de zaal om met het speciaal voor hen
ontworpen programma een begin te maken; op
dit programma wordt verderop in dit verslag
nog nader teruggekomen. Vervolgens gaf de
voorzitter als eerste in de rij van inleiders het
woord aan ing. R. H. J. Morra, die in een
tweetal lezingen met behulp van een zeer ver
helderende film en aan de hand van een serie
lichtbeelden zijn toehoorders duidelijk heeft
gemaakt, wat onder „Remote Sensing" wordt
verstaan en welke goeddeels nog ongekende
mogelijkheden de moderne luchtopname-tech
nieken nog inhouden.
De film „Spectral Pattern Recognition" lichtte
een tip van de sluier over deze materie op,
waarin in beeld werd gebracht, hoe uit het
totale stralingsgebied niet-waarneembare golf
lengten worden omgezet in hoor- of zichtbare
golven. Deze omvorming van door zgn. scan
ners verkregen materiaal naar de waarneem
bare materie is een technisch vrijwel opgelost
probleem; de interpretatie van de verkregen
resultaten vereist naast scholing de inzet van
personeel dat gewend is om met grote nauw
keurigheid te werken; dit personeel kan ruim
schoots worden gevonden binnen de kring van
de in de landmeetkunde werkzamen.
Na de lezingen van ing. Morra hield dr. ir. M.
Tienstra een inleiding met als titel: „De invloed
van automatisering op het fotogrammetrisch
kaarteren". Spreker maakte onderscheid tussen
Gasten in de VIP-room.
254
Grote belangstelling voor de inleidingen.