servomotor een directe maat is in grootte
en teken voor de fout in volghoek van de
antenne.
In een meetsituatie, zoals in figuur 1 is weer
gegeven, wordt de positie van de Mobile ten
opzichte van de Fix gemeten in polaire coördi
naten.
De Fix-apparatuur is voorzien van een optische
hoek-encoder (voorbeeld zie fig. 2) waarmee
een willekeurige stand van de Fix-antenne
t.o.v. het 0-punt van de rand kan worden uit
gelezen in eenheden van 0,01 gr.
Om t.o.v. het kaartnoorden te kunnen meten
voorziet de apparatuur in de mogelijkheid elek
tronisch een constante hoek bij de uitlezing op
te tellen.
Deze constante hoek is instelbaar met duim-
wielen.
Voorbeeld:
Men richt de Fix-antenne m.b.v. een richt-
kijker (zie foto 2) op een bekend punt, argu
ment 150,00 gr. De hoekaflezing bedraagt in
het voorbeeld 100,00 gr.
Met de duimwielen moet dus 50,00 gr worden
ingesteld. Na deze procedure worden de wal
en boordantenne met handbesturing op elkaar
gericht; deze handeling vereist wel enige han
digheid van de waarnemers. Wordt voldoende
signaal ontvangen dan wordt op automatische
meting overgeschakeld.
De gemeten hoekinformatie wordt via de radio
verbinding naar het schip overgeseind en komt
hier digitaal beschikbaar.
De Mobil-apparatuur verzorgt de afstandmetin
gen. Via de bestaande microgolfverbinding
worden pulsen uitgestuurd, waarbij de looptijd
van de heen en weer gaande puls wordt ge
meten.
De afstand volgt uit de formule:
snelheid x tijd
S -m.
2
Bij bekende atmosferische omstandigheden en
zendfrequentie is de snelheid van de micro
golven bekend; deze is vast in de apparatuur
ingebouwd.
De afstand wordt, afhankelijk van de gewenste
nauwkeurigheid, gepresenteerd, of in meters
(middeling van 1000 waarnemingen) of in
decimeters (middeling van 10.000 waarnemin
gen).
Gemeten hoeken en afstanden komen aan
boord digitaal beschikbaar, beide in zes cijfers,
en worden gepresenteerd op L.E.D.'s met een
hernieuwingstijd die afhankelijk is van het
aantal middelingen voor de afstandbepaling,
nl. 0,3 sec. bij 1000 middelingen of 3 sec. bij
10.000 middelingen.
Proefnemingen
Gedurende 14 t/m 16 maart 1972 vond een
serie proefnemingen plaats op de Waddenzee
nabij Den Oever met als voornaamste doel de
opgegeven fabrieksspecificaties te testen, in het
bijzonder de nauwkeurigheid van hoek- en af
standmeting.
Op 23 mei 1972 werden in het Rotterdamse
havengebied metingen uitgevoerd om een in
druk te krijgen van de gebruikswaarde van het
systeem in een ongunstig gebied, d.w.z. een
gebied met veel scheepvaart en obstakels.
Gedurende beide proeven werden controle
metingen verricht door het meten van voor
waartse richtingen vanaf drie theodolietposten.
Uit genoemde en meer recente proefnemingen
NOORD
50.00/
100.C
Fig. 3.
Fig. 2. Voorbeeld optische hoek-encoder.
243