belangrijke industriële gebieden in z.w. Neder land. Het hoofddoel van de leidingstraat is, door bundeling van een groot aantal pijplei dingen in eenzelfde gebied en richting, verdere versnippering van de schaarse ruimte te voor komen. De uitvoering van het project werd opgedragen aan een projectbureau waarin vertegenwoordi gers van diverse ministeries zitting hebben. Het projectbureau is verantwoording verschul digd aan een stuurgroep met een eveneens interdepartementaal karakter. Algemene aspecten De beslissing tot het aanleggen van de leiding straat Rotterdam-Zeeland heeft een duidelijk planologische achtergrond, daar men immers de bestemming en het gebruik van de grond op een bepaalde wijze vastlegt. De optimale benutting van de schaarse ruimte tracht men te bereiken door een zo dicht mogelijke bundeling van alle leidingen binnen een strook van om streeks 100 meter breedte. Deze dichte bundeling kan bereikt worden door de leidingen parallel te leggen op onderlinge afstanden tot minimaal 1 meter. Deze korte onderlinge afstanden zijn om leg-technische redenen alleen te realiseren bij een relatief ondiepe ligging van de leidingen. Gesignaleerd werd reeds dat in het dicht bevolkte westen van ons land het ontwerpen van een tracé voor een individuele leiding op grote moeilijkheden stuit. Dit gold echter in nog sterkere mate bij het ontwerpen van het tracé voor de leidingstraat Rotterdam-Zeeland. Het lag daarbij voor de hand om het tracé van de leidingstraat te koppelen aan bestaande infra structurele elementen zoals wegen, spoorwegen, hoogspanningsleidingen of reeds bestaande ondergrondse transportleidingen. Bij nadere beschouwing zijn aan een dergelijke koppeling echter vele nadelen verbonden. Om veiligheids redenen worden door de beheerder van de wegen, spoorwegen of dijken eisen gesteld aan de minimum afstand van een leiding of leiding bundel tot genoemde werken. Een nadelig gevolg daarvan is dat dan over grote afstanden moeilijk te benutten stroken tussen de leiding straat en de dijken, wegen of spoorwegen ont staan. Deze strook wordt nog breder wanneer men bovendien rekening wenst te houden met uitbreidingsmogelijkheden (wegen). Bij wegen heeft men verder steeds te maken met „rand verschijnselen" zoals benzinestations, op- en afritten, parkeerplaatsen, bebouwing, enz. Ook koppeling van de leidingstraat aan het tracé van bestaande, individueel gelegde trans portleidingen leverde grote problemen op. Deze leidingen lopen vaak dwars door kavels of dicht langs opstallen en kunnen dat door hun relatief diepe ligging ook zonder bezwaar doen. Bij koppeling van de leidingstraat aan deze lei dingen krijgt men te maken met ongunstige perceelsdoorsnijdingen of met de noodzaak op korte termijn de opstallen te amoveren. Bij aan wezigheid van meerdere leidingen in eenzelfde gebied is de beschikbare ruimte bovendien beperkt, doordat deze leidingen vrijwel nooit geheel parallel liggen. Het ontbreken van voor schriften of toezicht van overheidswege is hier aan debet. Behalve met de bestaande elementen diende men voorts nog rekening te houden met geprojecteerde en goedgekeurde bestemmings plannen, met recreatiegebieden en met be schermde natuurgebieden. Tenslotte is ook de agrarische gebruikstoestand een factor van belang. Het tracé van de leidingstraat Rotterdam- Zeeland werd begin 1970 als een „hard" tracé aan het projectbureau gepresenteerd. Tenge volge van de in het voorgaande geschetste pro blemen nam de detailtracering nog omstreeks twee jaar in beslag. Bij het ontwerpen van de leidingstraat is uitgegaan van de volgende uit gangspunten: SCHIEDAM ROTTERDAM VOORNE HOEKSCHE WAARD KLUNOERT A DUIVELAND TOLEN ROOSEN DAAL BERGEN OP ZOOM Fig. 1. Tracé pijpleidingstraat. 272

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1973 | | pagina 4