op de relaties tussen de agrarische sector en de
structuurschema's voor de technische infrastruc
tuur en de andere ruimtelijke aanspraken in de
landelijke gebieden uit hoofde van natuur- en
landschapsbehoud, gebieden voor de intensieve
recreatie en gebieden voor uitbreiding van het
bosareaal.
Dit inzicht in de ontwikkelingen in de agra
rische sector zou kunnen uitmonden in het op
stellen van een beeld van de ruimtelijke ont
wikkeling van de landbouw, waarin op basis
van landbouwkundig belangrijke criteria zicht
baar gemaakt wordt welke gronden een hoge
dan wel een lage waarde hebben voor de land
bouw. Men kan daarbij vooral denken aan
criteria in de sociaal-economische en cultuur
technische sfeer. Een mogelijke toepassing van
een dergelijke visie zou gevonden kunnen wor
den in het kader van het landinrichtingsbeleid.
Door een aantal instellingen, zoals de Stichting
voor Bodemkartering, de Cultuurtechnische
Dienst in de provincie Noord-Brabant en de
Provinciale Landbouwkundige Dienst van Gel
derland zijn belangwekkende studies onderno
men om regionale differentiaties in de ontwik
keling van de landbouw te karakteriseren.
@®on(U©©liïïö w®@[?
RUIVERKAVELINGS-
PLAN „VOORNE-PUTTEN"
„Uitdrukkelijk is de weg opengehouden voor
aanpassingen van het ruilverkavelingsplan
„Voorne-Putten", indien het streekplan voor
Rijnmond daartoe aanleiding zou geven", aldus
de betrokken bewindslieden, waaronder de mi
nister van landbouw en visserij, in het ant
woord op schriftelijke vragen van de Tweede
Kamerleden mevrouw Epema-Brugman en de
heren De Ruiter, De Vries en Voortman.
De mogelijkheid tot eventuele aanpassingen is
vastgelegd in het rapport, dat de Centrale Cul
tuurtechnische Commissie in maart 1973 voor
de ruilverkaveling „Voorne-Putten" heeft uit
gebracht. Al tijdens de voorbereiding van de
ruilverkaveling „Voorne-putten" is bijzondere
aandacht besteed aan de relatie tussen het
streekplan en de ruilverkaveling. Hierbij is uit
gegaan van het in 1963 vastgestelde en in 1968
partieel herziene streekplan Voorne-Putten-
Rozenburg. Voorts is bij de opstelling van het
plan van voorzieningen voortdurend aangeslo
ten bij de stand van het planologische overleg
ter voorbereiding van het streekplan Rijnmond.
Bij het uitwerken van het ruilverkavelingsplan
is veel overleg gepleegd met natuurbescher
mingsinstanties. Zo is o.a. genoemd plan nage
noeg geheel in overeenstemming met de uit de
Natuurbeschermingsraad naar voren gebrachte
wensen.
Het ontwerp-streekplan Rijnmond, dat sedert
10 oktober twee maanden ter visie ligt, zal
worden vastgesteld door de raad van het open
baar lichaam Rijnmond, waarna het ter goed
keuring wordt toegezonden aan Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland. Indien aangenomen
wordt dat het aldus vastgestelde streekplan geen
grote wijzigingen zal ondergaan, is in vele op
zichten een aanpassing van het ruilverkavelings
plan mogelijk.
Ten aanzien van de mogelijkheid tot verbete
ringen zal echter tijdens de stemming*) over
de ruilverkaveling voldoende duidelijkheid
noodzakelijk zijn ter wille van de rechtspositie
van de stemgerechtigden. Deze verbeteringen
behelzen bestaande wegen en waterlopen, peils-
verlaging en perceelsvergroting in beperkte om
vang in de gebieden die in het ontwerp-streek
plan zijn aangeduid als landschappelijk en na
tuurwetenschappelijk waardevol agrarisch ge
bied. Door nader overleg tussen het college
van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en
het dagelijks bestuur van Rijnmond vóór de
datum van stemming, zal aan deze voorwaar
de kunnen worden voldaan. Ten slotte acht de
Centrale Cultuurtechnische Commissie het mo
gelijk en gewenst om te komen tot een vaste
vorm van overleg, die het mogelijk maakt dat
tijdens de uitvoering van de ruilverkaveling het
openbaar lichaam Rijnmond en de plaatselijke
bevolking van Voorne-Putten worden betrok
ken bij de voorbereiding van en de advisering
over de eventueel noodzakelijke aanpassing
van het ruilverkavelingsplan.
12
Deze stemming heeft in december j.l. plaats ge
vonden. De ruilverkaveling werd aangenomen.