De oorsprong van de eigendom (II) door H. van der Kooij, landmeetkundig ambtenaar A van de Ruilverkavelingsdienst te Middelburg. Motto: „Wie viel ist Dein? Der Kreis den meine Wirksamkeit erfiillt" (Goethe: Prometheus) De economische theorie Eigendom heeft voornamelijk een economische functie. De economische theorie nu leidt pri vaateigendom af van de noodzaak ertoe en het nut ervan. Dergelijke opportuniteitsargumenten zijn al aangevoerd door Aristoteles. Ieder werkt liever tot eigen voordeel dan dat van allen. Gemeengoed is geen goed. Privaateigendom van stoffelijke goederen leidt tot betere zorg ervoor en tot maatschappelijke orde en vrede. Grond in eigendom noemt Stuart Mill de grootst mogelijke aanmoediging tot landbouwproduktie. In een wereld van schaarse natuurgoederen is landbouw noodzakelijk. Deze noodzakelijkheid nu, niet de toeëigening enz. zou de eigendom rechtvaardigen. Hier zit veel waars in. Duingrond, met zand dat van nature zo wit is als sneeuw, wordt door de mens in cultuur gebracht. In de Alpen dragen mensen manden met aarde naar de berghellin gen om ook daar landbouw uit te oefenen. Meren worden leeggemalen; tonnen mest wor den in het land geploegd; en alleen het magische woord eigendom kan dit verklaren. Van A. Young is het zinnetje: The magic of property turns sand into gold. We kunnen ook zeggen, dat de verwachting van het goud erin slaagt zand in eigendom te veranderen. Want wat is anders de reden dat de mens zich zou hechten aan het slijk der aarde? Eigendom is eigenlijk niets anders dan de verwachting van bepaalde voordelen op langere termijn. Koop van land is koop van toekomstige oogsten. Onbewust dient de mens algemene doeleinden terwijl hij denkt alleen zichzelf te bevoordelen. Kritiek: De verwachting van het eigendomsrecht op het arbeidsprodukt is de prikkel tot arbeid en spaarzaamheid, en heeft bij wijze van na trekking de eigendom van het produktiemiddel met zich meegevoerd. De economische theorie verklaart dus niet zozeer de oorsprong van de eigendom als wel harde doelnoodzaak. Eigen dom van het produktiemiddel land is niet nood zakelijk voor economisch rendement. Vele ondernemers werken met een gepacht land, gehuurde gebouwen en geleend geld. Pachtland heeft zelfs een tendens naar een hogere gemid delde opbrengst dan land in eigendom. De economische theorie verklaart het eigendoms instituut dus niet. De wetstheorie Volgens de wetstheorie zou eigendom geheel en al berusten op het positieve recht, op de wet. Ten opzichte van voorgaande theorieën lijkt de wetshypothese wel het laatste woord te hebben. Het recht van occupatie bleek al sterk aan de wet gebonden te zijn. Ook in het geval dat A iets maakte van de goederen van B kon men al zeggen dat niet de arbeid maar de wet eigendom doet ontstaan. Bij de wilsleer van Hegel zagen we de persoonlijke wil reeds onderdrukt en gematigd door de onpersoonlijke wil der maat schappij, de volonté génerale van de contract theorie. Niet de wil der enkeling bepaalt dus de eigendom, maar de wil der gemeenschap, de wet. De wil heeft wel een economische drijfveer, maar leidt pas tot eigendom in legale zin door middel van de wet. De wet treedt op als bijzondere of als algemene titel. Voorbeelden: 1De lex agraria van 3 voor Chr. veranderde alle wettige bezit in Quiritische ei gendom (Romeinse rijk). Na elke revolutie vond achteraf legalisatie plaats van genaaste grond (Frankrijk 1789, Rusland 1917, Egypte 1952). Onder de Amerikaanse Homestead Act (1862) werden miljoenen acres in eigendom uitgegeven. Alle moderne wetgevingen kennen bepalingen waardoor alle grond waarop niet door anderen recht van eigendom wordt bewezen domein is 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 3