«Jaarverslag 1 972 Rijksplanologische Dienst ethisch wanneer de liefde tot de ander gaat bo ven de liefde tot het aardse goed. De grootste vrijheid ligt voor de mens in het dienen van de ander en in het vrij zijn van eigendom; Gandhi's erfenis had een waarde van 2x/2 dollar. Wan neer men echter nadenkt over Ghandi's sociale betekenis dan begrijpt men de dubbelzinnigheid van het motto van dit artikel „Wieviel ist Dein, Der Kreis den meine Wirksamkeit erfüllt". Er is immers materieel en spiritueel eigendom in de nalatenschap: iy2 dollar en ly miljoen vol gelingen. Aan Brahama worden de woorden toegeschre ven: „Met een deel slechts van mijzelf schiep ik dit gans heelal en blijf er nochtans van geschei den". Van een dergelijke losheid van eigen domsarchetype moet de eigendom van ieder mens (zich huizen bouwend als kastelen en landerijen beherend als een prins) een afbeeldsel (ectype) zijn. De ruimtelijke planning in Nederland heeft zich vooral in de jaren vijftig en zestig snel ontwik keld. In deze tijd ontstaan voor het eerst op onderzoek gebaseerde beleidsnota's op natio nale schaal: „Het westen en overig Nederland", „De ontwikkeling van het westen des lands", en de eerste „Nota inzake de ruimtelijke orde ning". De aandacht voor dit proces is nog sterker in de „Tweede nota over de ruimtelijke ordening in Nederland" en het rapport „De ontwikkeling van zuid-west Nederland". De onvolkomenheden van de Tweede Nota zijn intussen duidelijk gebleken. Goed bedoelde plannen heeft men veelal niet kunnen realiseren (de ongebreidelde sub-urbanisatie in de Rand stad is daarvan een sprekend voorbeeld). De huidige aanpak is er vooral op gericht greep te krijgen én te houden op de ontwikke lingen op het gebied van de ruimtelijke plan ning. Door het scheppen van de mogelijkheid tijdig en in de juiste richting bij te sturen, wordt een flexibel beleid mogelijk. Een beleid, dat er op gericht is een groot deel van de onzekerheid die inherent is aan lange-termijn-planning, te vermijden. Het hoofdstuk „Algemene beschouwingen" in het jaarverslag 1972 is in zijn geheel aan deze interessante problematiek gewijd. Inhoud: Algemene beschouwingen: Planning en onderzoek op het gebied van de ruimtelijke ordening. De ruimtelijke ontwikkeling van Nederland: De bevolking (demografische aspecten, verschui vende opvattingen) - Het fysische milieu en de milieuhygiëne - Sociaal-economische en sociaal- culturele ontwikkelingen, openbare financiën - Stedelijke gebieden - Landelijke gebieden (land schap, landbouw, natuur- en landschapsbehoud, openluchtrecreatie, militaire terreinen, infra structuur landelijk gebied) - Verkeer en ver voer - Bestuurlijke aspecten - Regionale ont wikkelingen - Internationale aspecten. Verslag van de werkzaamheden van de Rijksplanologi sche Dienst in 1972 - Bijlagen. 1973. 18,5 x 26 cm. 250 blz. met 13 foto's, 15 kaartjes en 14 plattegronden, grafieken en fi guren, waarvan vele in kleuren. Prijs 17,00 (p. post 19,25). Bestelnummer 150-003-72. Met name op één aspect, namelijk dat der reconstructie van de landelijke gebieden, zal hier nader worden ingegaan. De ruilverkaveling is een zaak, waarvoor in steeds bredere kring belangstelling bestaat; grote voorstanders en felle bestrijders laten gedurig van zich horen. Het is duidelijk dat de ruilverkaveling in een breder kader dient te worden geplaatst. De ruilverkavelingsplannen, of zo men wil: de landinrichtingsplannen, dienen terdege afge stemd te zijn op de ruimtelijke ordening, zoals die is weergegeven in streek-, structuur- en bestemmingplannen. Het onderstaande gedeelte is te vinden op blz. 101 e.v. van dit zeer lezenswaardige jaarverslag. Aanbevolen literatuur: J. Vis, De overheid tegenover de privaateigendom, diss. Groningen, Kampen 1921. 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 9