naar de hoofdlijnen najaar 1974 in één of meer nota's gereed te hebben. Na ontvangst van ad viezen (die gepubliceerd zullen worden) van belanghebbende instanties zal de Commissie een voorstel van wet opstellen, dat hopelijk eind 1975 gereed is en in 1976 de Tweede Ka mer zou kunnen worden aangeboden. Grondbankproef nu landelijk In antwoord op de vraag uit de Kamer of de werking van de Grondbank moet worden uit gebreid, deelde minister Van der Stee mede, dat de lopende proef inderdaad onvoldoende mogelijkheden biedt. Hij heeft daarom positief gereageerd op het verzoek van het Landbouw schap, de proef tot het gehele land uit te brei den, waartoe het bestuur van de Stichting Be heer Landbouwgronden (na uitbrengen van positief advies) nu gemachtigd is. De voorwaar den inclusief het terugkooprecht zijn bij het opzetten van de proef uitvoerig besproken. Nu geconcludeerd is dat de proef niet van de grond komt door een te klein proefgebied, is er weinig reden de zorgvuldig gekozen opzet thans verder te wijzigen. Desgevraagd betoonde de minister zich geen voorstander van de herinvoering van prijsbe- heersing van landbouwgronden. Wèl blijven er beheerste pachtprijzen. Nationale parken, -landschappen In de Commissie Nationale Parken en Natio nale Landschapsparken werken vijf meest be trokken departementen w.o. landbouw en visserij op positieve wijze samen. De pro blematiek van nationale landschappen en in mindere mate van nationale parken is uiter mate gecompliceerd; met name gaat het om het vinden van geëigende instrumenten die bij nationale landschappen gehanteerd moeten wor den. Er zijn geen systematische onderzoekingen bekend omtrent de kwaliteit van het landschap vóór de uitvoering van ruilverkavelingen in vergelijking met de situatie omstreeks 10 a 15 jaren na het gereedkomen dezer werken. Der gelijke studies kunnen zeker worden geënta meerd. (Het toekomstige Instituut voor Bos- en Landschapsbouw zou hierin belangrijke bij dragen kunnen leveren). Uiteraard blijft de waardering van de esthetische kwaliteit van het landschap vaak subjectief. De ecologische waarden zijn veelal juister te taxeren. Soms leidt ruilverkaveling tot landschappelijke schaal verkleining. De thans in uitvoering zijnde ruil verkaveling „Bommelerwaard-West" is een actueel voorbeeld, hoe met succes de land schappelijke en recreatieve betekenis van het landelijk gebied door het instrument van de ruilverkaveling kan worden verhoogd. Beheersvoorschriften landinrichtingsprojecten De Commissie Landinrichtingswet heeft het onderwerp „beheer" nog niet behandeld. Niet temin lijkt het voor de hand te liggen dat een wettelijke regeling nodig is omtrent het beheer van datgene wat in het kader van een land inrichtingsproject tot stand is gebracht. Hierbij kan met name worden gedacht aan de aan gelegde of verbeterde wegen en waterlopen, aan aangelegde recreatievoorzieningen en te behou den of aangelegde landschapselementen. De beheersregeling is dan nodig om te bewerkstel ligen dat de betrokken gebieden overeenkom stig de gerealiseerde plannen kunnen functione ren. Daarnaast dient gedacht te worden over beheersregelingen ten aanzien van die gebieden waarop een meervoudig grondgebruik gereali seerd moet worden, bijv. landbouw en recreatie, dan wel landbouw en natuurbehoud. Deze rege lingen zouden eventueel ook getroffen moeten kunnen worden buiten het kader van een land inrichtingsproject. Het is nog een open vraag of deze beheersvoorschriften al dan niet of wel licht ten dele een onderdeel van de Land inrichtingswet moeten vormen. PARTICULIERE CULTUURTECHNISCHE WERKEN Bijdrageregeling thans vastgesteld Nu de Europese Commissie haar advies terzake heeft uitgebracht, heeft de minister van land bouw en visserij, mr. A. van der Stee de bij drageregeling voor particuliere cultuurtechni sche werken thans vastgesteld. Zoals bekend, was in het kader van de uitvoering van een nieuw werkgelegenheidsprogramma een rege ling ontworpen die de mogelijkheid opende een bijdrage toe te kennen in de kosten van goed gekeurde investeringen in: de aanleg van drainage, en de aanleg of verbetering van erfverharding, bedrijfs- en toegangswegen. De bijdrage is overeenkomstig het ontwerp besluit bepaald op 0,40 per strekkende meter aangelegde buizendrainage tot maximaal 5.000,resp. 25% van de kosten van goed gekeurde investeringen in de aanleg of verbe tering van erfverharding, bedrijfs- en toegangs wegen tot een maximum van 10.000, Tengevolge van het grote aantal aanvragen voor een bijdrage voor genoemde werken, werd de mogelijkheid tot aanmelding reeds op 18 januari jl. gesloten. 82

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 30