Ruimtelijke geometrie
met toepassingen
Openbare les gegeven bij de aanvaarding van het ambt van lector
in de satellietgeodesie aan de Technische Hogeschool te Delft op
vrijdag 25 januari 1974 door dr. ir. L. Aardoom.
Dr. ir. L. Aardoom studeerde geodesie aan de
Technische Hogeschool te Delft en was van
1957 tot 1971 als wetenschappelijk medewerker
aan het Laboratorium voor Geodesie van de
hogeschool verbonden. Hij specialiseert zich
sedert 1959 in de satelliet-geodesie en was van
1964 tot 1966 op dit gebied werkzaam aan het
Smithsonian Astrophysical Observatory te
Cambridge, Massachusetts (USA). Voor geode
tisch onderzoek en voortgezette geodetische
studie aan de Universiteit van Uppsala (Zwe
den) werd hem door de European Space
Research Organization (ESRO) gedurende een
jaar een fellowship toegekend. Hij is sinds 1971
lektor in de satellietgeodesie aan de T.H. te
Delft en promoveerde in 1973 aan de Universi
teit van Uppsala.
De oorsprong van de meetkunde wordt gezocht
in het oude Egypte. Ik ontleen dit aan B. L. van
Waerden's boek „Ontwakende wetenschap".
Het is misschien aardig op te merken, dat deze
meetkunde ontstond door een praktische, of zo
U wilt, maatschappelijke behoefte. Jaarlijks
overstroomde de Nijl het vruchtbare land langs
de oevers en steeds weer moest dit land op
nieuw worden verdeeld nadat de overstromin
gen de begrenzingen hadden weggevaagd. Zelf
vind ik het aardig te bedenken dat de meet
kunde zo begon als landmeetkunde. U weet dat
de Griekse beschaving aan de verdere ontwik
keling van de meetkunde erg veel heeft bijge
dragen. De Grieken waren zich dit ook bewust
en ik citeer uit Van Waerden's boek de niet
zonder trots geuite Griekse opmerking: „In het
construeren van lijnen met bewijzen wordt ik
door niemand overtroffen, zelfs niet door de
zogenaamde koordspanners der Egyptenaren".
Die „koordspanners" zijn de landmeters, mis
schien wel onze „lijntrekkers".
Toen mijn collega J. E. Alberda zich enkele
jaren geleden in mijn omstandigheden van deze
middag bevond, heeft hij aan de Griekse af
komst van het woord „geodesie" herinnerd. Ik
doe dat nu voor het woord „geometrie", en de
toelichting daarop kan ik U, na wat ik al gezegd
heb, verder besparen. Naar mijn mening zou
een goede Nederlandse vertaling kunnen zijn:
„aardmeetkunde". Het woord „geometrie"
komt in Nederlandse woordenboeken voor,
maar wordt, althans in mijn vakkring, alleen
gebruikt als de probleemstelling zó vaag is of
het probleem zó moeilijk ligt, dat het gewone
woord „meetkunde" te duidelijk, dan wel te
eenvoudig klinkt.
Het gespannen koord dat de Egyptische land
meters hanteerden is allang aangevuld met
andere instrumenten en de landmeetkunde heeft
zich inderdaad kunnen ontwikkelen tot aard
meetkunde. Het verdelen van grond door gren
zen van recht en gebruik is nog steeds een der
belangrijkste taken van de landmeter, maar de
taak van een aardmeter is toch aanzienlijk
ruimer op te vatten; ik hoop dat straks te
kunnen toelichten. Daarom zou het werk van een
aardmeter misschien wel beter met „geometrie"
dan met „geodesie" kunnen worden aangege
ven, zoals aardwetenschappen in het algemeen
wel geowetenschappen worden genoemd.
Ik ga natuurlijk geen uitzichtloos voorstel tot
naamsverandering doen, want het woord „geo
desie" is in aangepaste vormen in veel landen
in gebruik en een naamsverandering zou in
internationaal verband zeker tot verwarring
aanleiding geven.
De openbare les wordt in brochurevorm uitgegeven
door de Delftse Universitaire pers; de prijs bedraagt
4,50.
55