rische refractie die ons op dit precisieniveau
toch nog weer parten speelt.
Ik wil geen opsomming van satellietwaarne-
mingstechnieken geven, maar ook de afstands
meting naar satellieten met behulp van een laser
kan ik in dit verband zeker niet verzwijgen.
Op de eigenschappen van de laser zal ik niet
verder ingaan dan erop te wijzen dat met een
laser in combinatie met een uitrusting van
geschikte optische en elektronische apparatuur
zó intensieve lichtflitsen naar een satelliet kun
nen worden uitgezonden, dat de satelliet, als hij
daartoe is uitgerust met speciale spiegels een,
in de omgeving van de laser detecteerbaar deel
van het ontvangen licht kan terugkaatsen. Door
nu de tijd, verstreken tussen het uitzenden en
het terugontvangen van het licht te vermenig
vuldigen met de voortplantingssnelheid van het
licht in vacuum en het produkt te delen door 2
vindt men bij benadering de afstand naar de
satelliet. De benadering kan worden verbeterd
door de afwijking van de voortplantingssnelheid
van het licht door de dampkring ten opzichte
van die in vacuum in rekening te brengen. Zo
zouden in de komende jaren met geperfectio
neerde laserapparatuur afstanden naar satellie
ten met een precisie van 10 centimeter en
mogelijk nog beter kunnen worden gemeten.
Zoeven had ik al gelegenheid U te doen kennis
maken met de vervormbaarheid van de aarde,
beschouwd over geologisch lange tijdvakken,
en het optreden van aardbevingen herinnert ons
eraan dat een bestaande materiële configuratie
in de aarde ook abrupt kan worden verstoord.
De geodesie is zich van het optreden van deze
en andere verschijnselen, die op vervormbaar
heid van de aarde wijzen of vervormingen aan
de dag brengen, terdege bewust. Zo zijn verti
cale bewegingen van het aardoppervlak zeker
niet aan de aandacht ontsnapt. De bestudering
van de post-glaciale rijzing in Noord-Europa
ten gevolge van, zoals de naam al verraadt, het
opheffen van de belasting door het landijs, is
daar een voorbeeld van. In het bijzonder nu
nauwkeurige elektronische afstandsmeters ter
beschikking zijn kunnen voldoend grote locale
of regionale horizontale deformaties van de
aardkorst door landmeting in een kort tijdsbe
stek worden vastgesteld. Maar landmeetkundige
methoden laten ons bij pogingen om globale
deformaties te constateren in de steek. Daarom
zijn de al beschikbare of nog in het vooruitzicht
gestelde hoge satellietgeodetische en andere
ruimtelijke meetprecisies zo welkom.
Tot de andere ruimtelijke meetmethoden reken
ik hier de laser-afstandmeting naar op de maan
geplaatste spiegels en de in de radiosterren-
kunde ontwikkelde interferometrie met onaf
hankelijke atoomklokken. Ik moet deze alter
natieve methoden hier buiten verdere beschou
wing laten terwille van de beperkingen die ik
mij hier vanmiddag moet opleggen.
De toepassing van voornamelijk de fotografi
sche waarnemingstechniek heeft de satellietgeo-
desie in de zestiger jaren in de gelegenheid
gesteld in globaal verband resultaten te boeken,
die de resultaten van de voorafgaande decennia
van geodetisch werk over het aardoppervlak in
de schaduw stelden. Globale nauwkeurigheden
van ongeveer 100 m werden verbeterd tot beter
dan 10 m. Hiermee schijnt aan alle praktische
eisen die aan een star wereldwijd geodetisch
net te stellen zijn, te zijn voldaan.
Inmiddels had een verscherpte analyse van
satellietwaarnemingen geleid tot de ontdekking
dat de tweede-graads zonale coëfficiënt in de
bolfunctieontwikkeling van de zwaartekrachts
potentiaal een kleine jaarlijkse variatie vertoont.
Bovendien was in de berekeningen van satelliet-
banen de schommeling van de aarde ten op
zichte van haar in de wereldruimte georiën
teerde draaiingsas voelbaar geworden. Zulke
resultaten en de door de techniek beloofde hoge
meetnauwkeurigheden en praktisch toepasbare
nieuwe meetprincipes hebben geleid tot een
bezinning op verder-strekkende mogelijkheden
voor de geodesie en voor de satellietgeodesie
in het bijzonder. Deze mogelijkheden werden
gezocht in een nauwere wisselwerking met an
dere aardwetenschappen, meer in het bijzonder
met de geofysica en met de sterrenkunde. Wat
de sterrenkunde betreft was het niet in de
eerste plaats de bedoeling een geodetische rol te
spelen bij de opmeting van andere hemellicha
men, maar wel aan de sterrenkunde datgene
te ontlenen dat via de geodesie kan bijdragen
tot een betere kennis van de aarde en de pro
cessen die zich daarin afspelen.
In deze lijn past het een geodeet de aarde te
beschouwen als een planeet in ons zonnestelsel,
onderworpen aan de krachten waaraan planeten
onderworpen zijn. Hierbij mag de maan die ten
opzichte van de aarde een niet verwaarloosbare
massa heeft, niet buiten beschouwing blijven en
het is zelfs beter de aarde in combinatie met
de maan te bezien. De aarde heeft een niet
geheel onbekende vorm, grootte en samenstel
ling en ook over de maan is de laatste jaren
veel bekend geworden. Mede onder invloed van
de krachten die op de aarde worden uitgeoe
fend, zullen zich in de aarde kwalitatief en
kwantitatief bekende of onbekende processen
afspelen, die de samenstelling van de aarde en
daarmee de mechanische eigenschappen daar-
59