van ongeveer tien meter, totaal voor een lus tachtig schijven, hetgeen betekent dat er per beeldje voldoende punten zichtbaar zullen zijn, zie afb. 7. Wanneer nu in een plaatselijk stelsel terrestrische coördinaten van de uitgelegde schijven bepaald zouden worden is transfor matie mogelijk nadat de coördinaten van de op de films afgebeelde paspunten, punten van de auto en andere gewenste punten, met behulp van een comparator (monoculaire meting) zijn gemeten, zie afb. 8. De meetresultaten zullen geregistreerd worden met de ponsband als me dium. Ter bepaling van de terrestrische coör dinaten is echter gekozen voor een combinatie van vluchten, in deze zin dat het plein ook gevlogen wordt met een voor cartografische doeleinden geschikte camera. De extravlucht blijkt voor het Vaanplein niet nodig te zijn, om dat het plein in een project van de Meetkundige Dienst valt, (fotogrammetrische vervaardiging beheerkaarten van RW 21). Het kiezen van een plaatselijk stelsel is nu niet nodig, alle gewenste coördinaten kunnen in RD worden uitgedrukt. Deze methode biedt als zodanig de volgende voordelen: 1. De coördinaten van de vele ten behoeve van de opdracht uitgelegde schijven kunnen via aerotriangulatie bepaald worden, (zie afb. 7 en 9). 2. Met behulp van de ter beschikking komen de luchtopnamen is er een goede kaart te ver vaardigen (het plein is pas gereedgekomen). 3. Mocht het nodig zijn, dan is er aanvullende informatie uit de luchtopnamen te putten. De nodige schijven zijn daarom op niet voor een automobilist zichtbare plaatsen uitgelegd. Teneinde de identificatie op de filmbeelden la ter te vergemakkelijken zijn tevens een aantal borden met nummers geplaatst (plat neerge legd). Gevraagd is de resultaten in getalvorm te leveren (positie, afstand rechterachterkant auto tot kant verfstreep). Het gevraagde sluit BARENDÏÏECm Afb. 8. Tot monocomparator omgebouwde Wild A4 rntinrri rfrr-i# Afb. 9. 111

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 19