het te overwegen direct bij het ontstaan van
nieuwe topografische kaarten een inventarisatie
uit te voeren. Waar op topografische kaarten
te digitaliseren grenzen ontbreken zal men in
vlakke gebieden de gegevens kunnen aanvullen
met behulp van ontschrankte luchtfoto's of me
tingen in het terrein. Onder deze grenzen zullen
worden verstaan grenzen van kavels die bij ge
bruikers in gebruik zijn en topografische gren
zen binnen deze kavels die worden gevormd
door sloten, heggen, scheiding tussen bouwland
en weiland, etc. In gebieden waar grotere hoog
teverschillen voorkomen zal men ter comple
tering van de topografische kaarten de daarop
ontbrekende grenzen stereoscopisch uit lucht-
fotos moeten laten uittekenen. Indien de in het
archief van de Topografische Dienst te Delft
aanwezige luchtfoto's en de daarop gebaseerde
topografische kaarten sterk zijn verouderd zal
een speciale fotovlucht moeten worden uitge
voerd. Deze foto's kunnen dan tevens voor
andere werkzaamheden zoals terreinopname
goede diensten verrichten. Is de situatie slechts
plaatselijk verouderd dan zal men in het terrein
enige maten met een meetband moeten nemen,
waarbij men uitgaat van duidelijk zichtbare
topografische grenzen. Metingen met een nauw
keurigheid van 1 meter zijn in dit verband ruim
voldoende. In enkele gebieden, waar de topo
grafische kaart niet voldoende informatie ver
schaft omtrent de loop van de kavelgrenzen,
kan wellicht gebruik worden gemaakt van goe
de kadastrale kaarten. De keuze tussen metin
gen in het terrein en metingen uit foto's is
afhankelijk van de te maken kosten.
De grens tussen vlakke gebieden en gebieden
met hoogteverschillen kan men vastleggen met
dezelfde nauwkeurigheid waarmee de te meten
grens wordt voorgesteld op de kaartschaal 1
10 000. Staat men in het meest ongunstige ge
val een afwijking in de juiste ligging van een
punt op de kaart toe van 2 x de teken
nauwkeurigheid, dan is het grootst toelaatbare
hoogteverschil tussen de per luchtfoto te digi
taliseren punten bij een fotoschaal van 120 000
in het terrein ruim 5 meter.
Terreinopname en vaststelling knikpunten
in grenzen
Tijdens een terreinopname worden de kavel-
grenzen vastgesteld en wordt aangeduid welke
kavels van één gebruiker zijn. Deze gegevens
worden op goede topografische kaarten 1
10 000 overgenomen. Bij een inventarisatie
waarbij topografische percelen de basis vormen
voor het bestand moeten de op te nemen topo
grafische grenzen tevens worden vastgesteld.
Het is mogelijk de terreinopname te combineren
met een opname van de aard van de scheidin
gen. Men kan deze verzamelde gegevens dan
tevens gebruiken bij een landschapsinventari
satie.
Knikpunten in kavelgrenzen en, indien ge
vraagd, topografische perceelsgrenzen, alsmede
ten behoeve van de beschrijving van de aard van
de grenzen benodigde punten worden vastge
steld en op de kaarten gemarkeerd. De vast
stelling geschiedt op een zodanige wijze dat een
evenwicht wordt verkregen tussen de gewenste
nauwkeurigheid van de te bepalen gegevens en
de hoeveelheid te markeren en te meten pun
ten.
Instrumentarium
Voor het digitaliseren wordt gebruik gemaakt
van zogenaamde digitizers. Deze registreren
met zeer grote snelheid en in het algemeen ook
zeer hoge precisie coördinaten van punten.
Hoekstra (1972) onderscheidt in zijn scriptie
drie systemen, namelijk:
systemen, waarbij een meetmerk met de hand
op de te digitaliseren punten wordt ingesteld;
half-automatische systemen, waarbij het
meetmerk met de hand naar de lijn wordt be
wogen en een lijn automatisch volgt;
volledig-automatische systemen, waarbij de
gehele tekeningdrager wordt afgetast en de ver
kregen informatie in matrixvorm in een com
putergeheugen wordt vastgelegd.
De systemen waarbij het meetmerk met de hand
wordt ingesteld verdienen de voorkeur omdat
hiermee een vastlegging van coördinaten van
gemarkeerde punten mogelijk is.
Digitaliseren en aangeven begrenzing
van kavels en topografische percelen
Besproken zal worden het nummeren van de
gemarkeerde knikpunten, het registreren van de
coördinaten van deze punten en het aangeven
van de knikpunten die de polygoon vormen
waaruit de grens van kavel of perceel bestaat.
Uit een aantal mogelijke methoden waarbij een
verschil bestaat in de hoeveelheid handwerk en
in de vastlegging van de coördinaten van een
knikpunt, is een systeem gekozen waarbij de
hoeveelheid handwerk minimaal en de aard
van dit werk zeer eenvoudig is. Ook de kans op
het maken van fouten is hierbij zeer gering.
Per kavel of perceel worden in een rechtsom-
gaande beweging de coördinaten van de knik
punten bepaald. Als beginpunt wordt het
hoofdontsluitingspunt van kavel of perceel ge-
96