het meest linkse en onderste modelpunt en van
het meest rechtse en bovenste modelpunt, welke
coördinaten achter de schaalfactor in de regi
stratieband gegeven worden. De richting van het
kader is parallel aan het modelcoördinatenstel
sel geprogrammeerd.
5. Het bladtekenen.
Nadat de getekende modellen in orde zijn be
vonden, kunnen nu op verschillende plaatsen
in het project de te tekenen bladen worden
geprojecteerd. Bij het bladtekenen zijn behalve
de registratieband en de legendaband nog twee
ponsbanden nodig: de projectband (a) en de
bladband (b).
a. De projectband bevat een aantal gegevens,
die voor het gehele project geldig zijn, zoals:
1Een per project vaste tekst voor de bladtitels
tussen beltekens.
o RIJKSWEG 12
GEDEELTE GOUDA-UTRECHT £2
2. De RD-coördinaten van op het blad te kaar
teren terrestrische grondslagpunten, gevolgd
door de benaming van deze punten tussen bel
tekens.
xa ya Q VP 105KAD Q
xb yb Q BS 23A (GEM. GOUDA) fi
10000 M00ELEENHEDEN .20 CM
Fig. 9, proeftekening.
148