Ter berekening van de inhoud wordt het gemid
delde van de oppervlakten van twee opeenvol
gende profielen vermenigvuldigd met de afstand
tussen die profielen. Op de ponsconcepten kun
nen ook de lengten van geplaatste zakhaken
worden genoteerd, waardoor er gegevens over
de zetting van de ondergrond worden geregis
treerd. Bij iedere berekening volgens dit pro
gramma laat het systeem automatisch pons
kaarten vervaardigen. Deze kaarten bevatten
per profiel de waarde van de berekende opper
vlakte of per zakbaak de hoogten van de boven-
en onderkant van het grondlichaam. De pons
kaarten kunnen in een volgende berekening
worden ingevoerd als „oud oppervlak" of als
gegevens voor de samenstelling van een zet
tingstabel of zettingsgrafiek.
De uitvoer van DWARSPROFIEL kan uit ver
schillende rapporten en tekeningen bestaan:
De in deze computergang berekende opper
vlakten (nieuw oppervlak) vergeleken met de
uit een vorige berekening verkregen oppervlak
ten (oud oppervlak).
De in deze computergang berekende totale
inhoud vergeleken met de uit een vorige be
rekening verkregen totale inhoud.
Een tekening van een aantal dwarsprofielen op
de gewenste schalen met of zonder bijgetekende
coördinatengetallen van de knikpunten.
Een zettingstabel, gesplitst in gegevens over de
bovenzijde en de onderzijde van het grond-
lichaam.
Een zettingsgrafiek, gesplitst in gegevens over
de bovenzijde en de onderzijde van het grond-
lichaam.
5. Inpassing in het P1400-systeem.
In het P 1400-systeem is een gecatalogiseerde
procedure opgehangen, n.l. de procedure
GROND, die drie modulen kan activeren, n.l.
module XZDATA, module OPHING en mo
dule TEKPCM.
De invoer van de procedure bestaat uit de
plaatselijke coördinaten van de nieuwe profie
len, de cunetten en de maaiveldprofielen, die
van te voren zijn vastgelegd als member in het
schijvengeheugen van het P 1400-systeem.
De uitvoer van deze procedure zijn de grond-
verzethoeveelheden, die het systeem afdrukt op
de terminal, en de tekeninstructies, die het sys
teem vastlegt op magneetband of 8-kanaals
ponsband voor de drumplotter CalComp 1136
van de DIV of voor de flat-bed CalComp 745
van de MD. De bezwaren tegen het gebruik
van de CalComp 745 en de CalComp 1136
voor het uittekenen van profielen zijn reeds
gesteld in 1.7.
In de procedure GROND kunnen de drie mo
dulen zowel individueel als simultaan geacti
veerd worden.
Module XZDATA test de invoergegevens op
syntaxfouten; dit zijn verstoringen in het pa
troon van X- en Z-coördinaten en eventueel de
codes 1 t/m 4. Is er een syntax-fout gevonden,
dan verzorgt XZDATA een afdruk op de ter
minal.
Module OPHING berekent de oppervlakten en
volumen en drukt deze af via de terminal.
Module TEKPCM stelt de tekeninstructies voor
de dwarsprofielen op.
Zoals in III. 2 al gesteld is kan het XI-pro
gramma X-233 slechts twee profielen met
elkaar combineren en het programma X-234
drie profielen. De invoercapaciteit van X-234
is daarentegen veel geringer dan die van X-233.
In de procedure GROND is het mogelijk om
twee of drie profielen met elkaar te combine
ren, waarbij toch een grote invoercapaciteit
behouden blijft (9000 profielpunten).
De oppervlakteberekening van de in coördina
ten bekende gesloten veelhoeken kan plaats vin
den volgens de methode van Gauss-Elling.
o y2 z(x(n,irxy„
i
Deze methode heeft het nadeel, dat zonder spe
ciale voorziening het totale oppervlak, dus op
hoging plus ingraving, berekend wordt (fig. 31).
Wil men bij deze methode onderscheid maken
tussen ophoging en ingraving, dan moet voor
ieder lijnstuk van het nieuwe profiel worden
getest of het maaiveld wordt gesneden. De IBM-
programma's WEGEN, PROFIELPUNTEN
II.4) en DWARSPROFIEL III.4) werken
volgens deze methode. De oppervlaktebereke
ning met de programma's X-412, X-233 en X-
234 en met module OPHING vindt plaats vol
gens de trapeziodale methode.
6. Aspecten omtrent de oppervlakteberekening.
gegeven coördinaten
Fig. 31.
191