V///////////A
korst niet onberoerd laten. Het hydrostatisch
meten van hellingsveranderingen over betrek
kelijk kleine gebieden wordt nabij vulkanen
toegepast om tijdig over op handen zijnde uit
barstingen te worden geïnformeerd.
5. Een zeer belangrijke methode om bodem
bewegingen te meten is de geologische. In prin
cipe berusten de meeste geologische methoden
op dezelfde grondslag als de geodetische nl. het
meten van een afstandverandering en een tijd
interval. In gesteenten met een duidelijke ge
laagdheid kan men verticale bewegingen bij een
breuk aantonen door aan weerszijden van de
breuk boringen uit te voeren. De laag A waar
van men weet dat deze bij zijn ontstaan hori
zontaal en ongestoord doorliep, wordt in beide
boorgaten op verschillende diepte aangetroffen.
y/////////////,.
Het verschil in diepte geeft ons de verschuiving
van laag A in de periode vanaf zijn ontstaan
tot heden. De enige moeilijkheid is nu nog:
wanneer is laag A ontstaan? Het zou te ver
voeren om alle methoden die de geoloog ten
dienste staan te bespreken. Voor de tijdvakken
waarin wij hier geïnteresseerd zijn (de laatste
10.000 jaar) is de zg. C-14 methode tegen
woordig het aangewezen middel. Door meting
van het percentage radioactieve koolstof (C-14)
t.o.v. de gewone koolstof (C-12) aanwezig in
planten- of dierenresten in de aangeboorde laag
kan de ouderdom vrij nauwkeurig worden vast
gelegd. (Het in levende wezens aanwezige vaste
percentage C-14 loopt nl. na het afsterven ge
leidelijk terug volgens een bekend patroon).
Uit de gemeten verschuiving en de aldus bere
kende ouderdom volgt dan de verticale bewe
gingssnelheid langs de breuk.
Een tweede veel gebruikte geologische methode
is het onderzoek van oude strandlijnen (gemar
keerd door schelpenresten) op plaatsen waar de
kust t.o.v. het zeeniveau gerezen is. De ver
schuiving meet men door de hoogte van de
oude strandlijn t.o.v. het huidige zeeniveau te
meten en de ouderdom volgt weer uit de C-14
methode, toegepast op de schelpenresten. Een
complicatie bij deze methode is het feit dat het
zeeniveau niet altijd even hoog heeft gestaan in
de laatste 10.000 jaar. Aan het einde van de
ijstijd was er veel water aan de zeeën onttrok
ken, waardoor het zeeniveau toen zeker enige
tientallen meters lager stond dan thans.
Het meten van horizontale verschuivingen met
geologische methoden is veel moeilijker dan het
meten van verticale, zeker als het gaat om re
cente bewegingen. In tegenstelling tot de geode
tische methode geeft de geologische methode
geen nauwkeurige tijdsbepaling en ook geen
scherpe definitie van de meetpunten. Wat be
treft de overbrugde periode is de geologische
methode echter veel machtiger; in principe kan
men onbeperkt in de geschiedenis van de aard
korst teruggaan. Doordat de geologische me
thode met grote afstanden en tijdintervallen
werkt, worden er toch behoorlijke resultaten
mee bereikt.
6. De derde methode die wordt toegepast is de
seismologische methode. In het vorenstaande
zijn we steeds van een geleidelijk verlopende
beweging uitgegaan. Maar de bodembeweging
kan ook heel anders verlopen. De wrijving tus
sen twee langs of onder elkaar schuivende pla
ten kan zo groot zijn dat beide kanten vast
blijven zitten. De krachten werken echter door
en de spanning langs het breukvlak loopt dan
hoog op totdat met een plotselinge schok een
verschuiving optreedt en een nieuwe tijdelijke
evenwichtstoestand wordt bereikt. Dat is dan
een aardbeving.
De door zo'n aardbeving opgewekte trillingen
planten zich door de gehele aarde voort en
kunnen met behulp van zeer gevoelige instru
menten (seismografen) worden opgetekend. De
studie van deze trillingen (de seismologieheeft
zeer veel over de opbouw van het inwendige
van de aarde aan het licht gebracht. Door
nauwkeurige bestudering van de trillingen, die
opgetekend zijn door seismografen die in ver
schillende richtingen staan opgesteld, kan men
bepalen niet alleen waar de aardbeving plaats
vond, maar ook in welke richting de eerste be
weging optrad en zelfs hoe groot deze beweging
was. De seismologische methode is wat betreft
de overbrugde tijdsduur de tegenpool van de
geologische methode: de bodembeweging die
seismische trillingen opwekt voltrekt zich in een
tijdperk van enige seconden. Als de bodembe
weging langzamer verloopt (minuten) dan tre-
218
JÉ
3
O)
m
f" Verticale
i Verschuiving
Figuur 9. (Verticale doorsnede).