den zulke trillingen niet op. Wel kunnen in dat geval net als bij een aardbeving enorme vloed golven ontstaan wanneer de beweging onder de zeebodem plaatsvindt. Deze vloedgolven zijn onder de naam tsunami in het gebied van de Stille Oceaan zeer berucht. 7. Het zal na hetgeen we hierover gezegd heb ben duidelijk zijn dat de studie van de recente bewegingen van de aardkorst eigenlijk nog maar in het beginstadium verkeert. Het onder werp kan vanuit verschillende wetenschappen worden benaderd en het gevaar is niet denk beeldig dat de dan verkregen resultaten met elkaar in tegenspraak lijken. Om alle stukjes van de puzzle aan elkaar te leggen is nog veel onderzoek maar ook veel overleg nodig tussen de verschillende onderzoekers. Het doel van internationale symposia zoals bijv. dat in Ban dung is om dit onderzoek en dit overleg te bevorderen. De geodesie vormt een onmisbare schakel in dit geheel, maar het is maar een onderdeel. Een onderdeel dat ook een beetje ondankbaar is, want men kan pas een resultaat verkrijgen als er een oudere meting aanwezig is. Ont breekt zo'n oudere meting dan moeten op de juiste plaatsen (overleg met andere wetenschap pen!) metingen worden verricht die in de toe komst als „de oudere meting" kunnen fungeren. Gezien de tijdvakken waarover het hier gaat zal de uitvoerder van deze metingen zelf geen resultaten zien; dat is voorbehouden aan hen die na hem komen. Tenslotte is het voor elke geodeet goed te weten hoe bewegelijk in feite onze aarde is en hoe weinig vast onze vaste punten zijn. w®®^ DE „VINLAND"-KAART EEN VERVALSING Ruim 9 jaar geleden werd de ,,Vinland"-kaait publiek gemaakt. Men noemde het toen „de opwindendste kartografische ontdekking". Het kaartje zou zijn vervaardigd ongeveer een jaar of 50 voor het tijdstip, dat Columbus in N. Amerika landde. Het stelde Amerika voor als een groot eiland en Groenland in zijn juiste afmetingen. Vooral de Spaanse en Italiaanse deskundigen, die meenden dat hierdoor de grote zeevaarder Christoffel Columbus onrecht werd aangedaan, waren zeer verbolgen. Men geloofde niet in de echtheid Nu is gebleken, dat de inkt die voor het teke nen van de kaart is gebruikt, een bestanddeel bevat, dat zelfs in 1920 nog niet bekend was, n.l. een titaniumdioxide. Het manuscript is verschillende malen als echt verhandeld. De Amerikaanse antiquair Whitten vond het in 1957 te Barcelona bij een andere oudheidken ner, samen met het oude relaas van een reis van Plano Carpi, die in 1245 Centraal-Azië be zocht. Dat zogenaamd Tartaars relaas werd onomstotelijk echt bevonden. Voor Whitten kwam daar in 1958 een bewijs bij, dat hem sterkte in zijn zekerheid, dat de Vinlandkaart authentiek was: hij zag in Londen een frag ment van de „Speculum Historiale" van Vin cent de Beauvais uit de middeleeuwen, dat ook reeds echt was bevonden en de wormgaatjes in dat manuscript vergelijkend met die in de andere documenten, merkt hij op dat die in de ene zijde van de „Speculum" passen op die in het Tartaarse relaas en de gaatjes aan de andere kant met die in de Vinlandkaart corresponde ren. Hij concludeert uit die ontdekking dat de kaart met de andere manuscripten honderden jaren samengebonden zijn geweest. Hij ver koopt nu het stuk aan iemand, die het schenkt aan de Yale-Universiteit. Ook daar verklaart men de kaart echt! (n.b. na 6 jaar onderzoek, nauwgezet onderzoek nog wel!). Aan afdrukken waren er inmiddels al voor een half miljoen afgeleverd. Enkele professoren, die misschien iets meer zouden kunnen ophelderen, zijn intussen over leden. De vervalser is wel een knappe vent geweest; hij moet, als een tweede Van Megeren, een grote kennis hebben gehad van de technie ken en van de middeleeuwen. Gestruikeld is hij echter over een hiaat in zijn kartografische kennis: van Groenland kende men toen nog niet de juiste afmetingen, zeker niet van het noordelijk deel, zoals hij die afbeeldde! Dit geval is wel een ernstige waarschuwing voor diegenen, die uit hoofde van hun functie meermalen verklaringen van echtheid moeten afgeven. WK. SPECIAL ISSUE VAN HET ITC-JOURNAL 1974-1 Onlangs verscheen een speciale editie van het „ITC-Journal", geheel gewijd aan de opening van de „Schermerhom Hall". Deze „Hall" vormt de nieuwste uitbreiding van het enkele jaren geleden naar Enschede verhuisde ITC en bestaat uit een aan de studenten en even- 219

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1974 | | pagina 15