RUILVERKAVELING „ROLDE"
EN „ANLOO"
Natuurwetenschappelijke waarde van
heekdalen wordt ontzien
Uit bestuurlijke overwegingen moet het niet
juist worden geacht de werkzaamheden in de
ruilverkavelingen „Rolde" en „Anloo" op te
schorten. Dit antwoorden de minister van land
bouw en visserij, mr. A. van der Stee en de
staatssecretaris van cultuur, recreatie en maat
schappelijk werk, de heer W. Meyer, op vragen
van een aantal leden van de Tweede Kamer.
De besluitvorming, zowel over de beide ruil
verkavelingsplannen als over het facetstreek
plan voor natuurschoon en recreatie voor de
Drentse Aa, heeft in 1972 en 1973 plaats
gevonden.
De nieuwe gegevens, die ter beschikking zijn
gekomen over de natuurwetenschappelijke
waarde van beekdalen, in het bijzonder het An-
derse Diep, betekenen een vermeerdering en
verdieping van de kennis terzake. Veel ge
gevens waren bij de eerdere belangenafweging
overigens reeds beschikbaar.
De plaatselijke commissies, die met de uitvoe
ring van de ruilverkavelingen „Rolde" en „An
loo" zijn belast, hebben toegezegd zich er voor
in te zullen zetten, voorzover dit met instem
ming van de betrokkenen mogelijk is op vrij
willige basis de belangrijkste landschappelijke
en natuurwetenschappelijke waarden veilig te
stellen. Grondaankopen en vergoedingen voor
het achterwege laten van landbouwkundig ge
wenste verbeteringen zouden dit mogelijk moe
ten maken. De staatssecretaris van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk zal hiertoe
de middelen ter beschikking stellen. Deze werk
wijze vertraagt de uitvoering van de ruilverka
velingen niet, omdat pas volgend jaar aan de
werken in het dal van het Anderse Diep zal
worden begonnen.
RUILVERKAVELING
MIDDEN MAASLAND AANGENOMEN
Bij de op 25 juni 1974 te Oss gehouden stem
ming is de ruilverkaveling Midden Maasland
(13.700 ha) aangenomen.
Van de 4.346 stemgerechtigden spraken 3.344
(77%), vertegenwoordigend 10.164 ha of
74,3% van de oppervlakte, zich uit vóór uit
voering van het plan.
RUILVERKAVELING
EN LANDINRICHTING
Beleid in overeenstemming met
Oriënteringsnota Ruimtelijke Ordening
De Centrale Cultuurtechnische Commissie
(CCC) heeft het volgordeschema voor de ruil
verkavelingen 19741978 vastgesteld in over
eenstemming met de Oriënteringsnota Ruimte
lijke Ordening. Dit antwoorden de ministers
van landbouw en visserij, mr. A. van der
Stee, en van volkshuisvesting en ruimtelijke
ordening, drs. J. P. A. Gruijters, op vragen
van de Tweede Kamerleden mevr. Langendijk-
de Jong en de heer Giebels. De bewindslieden
merken op dat de CCC zich er bewust van is,
dat de huidige ruilverkavelingswet niet voor
alle op het volgordeschema voorkomende ge
bieden gehanteerd zal kunnen worden. Voor
bepaalde gebieden zal in samenhang met de
voortgang van het streekplanwerk en op grond
van beschikbaar komende gegevens op agra
risch en niet-agrarisch terrein en in overleg met
de betrokken provinciale besturen dienen te
worden beslist, of uitvoering in het kader van
de ruilverkavelingswet al dan niet gewenst is.
Op deze wijze wordt gestreefd naar geleidelijke
aanpassing van het huidige beleid aan het be
leid, dat gevoerd zal kunnen worden op basis
van een in werking getreden landinrichtingswet
en passend in het op te stellen structuurschema
voor de landinrichting.
Het interimrapport van de Interdepartementale
Commissie Landinrichtingswet is nog dit jaar
te verwachten. In dit rapport zal het voorstel
worden opgenomen dat, na in werking treden
van de Landinrichtingswet, het volgordeschema
ter beoordeling moet worden voorgelegd aan
de Rijksplanologische Commissie. In het
schema in zijn toekomstige vorm zal worden
bepaald, welke van de voorgestelde projecten
een overwegend agrarische signatuur zullen
dragen en welke meer het karakter van een
veelzijdig landinrichtingsproject zullen hebben.
Behalve wanneer de betrokken bewindslieden
daar op grond van het regeringsbeleid inzake
de ruimtelijke ordening bezwaar tegen maken,
zal de CCC de individuele projecten blijven
behandelen of na inwerking treden van de
Landinrichtingswet zal haar opvolger dit
doen. Gedurende de periode voor beleidsaan
passing bij overgang van Ruilverkavelingswet
naar Landinrichtingswet kan jaarlijks worden
bezien in hoeverre behandeling van het volg
ordeschema in de Rijksplanologische Commis
sie gewenst is. Deze wenselijkheid deed zich bij
het volgordeschema 19741978 niet voor.
221