In dit stadium wordt ook het matenplan afge
werkt zoals tot uiting komt in figuur 1. De
laatste stap van de binnendienst is het bereke
nen van de polaire gegevens van de uit te zetten
punten. Deze berekeningen geschieden met de
elektronische-programmeerbare rekenmachine.
Hoe deze berekeningen verlopen, kunt u lezen
in het artikel „Toepassingsverhandelingen Com-
pucorp", gepubliceerd in Geodesia 1974-5.
Fig. 2 toont een voorbeeld, van de wijze waar
op gegevens aan de buitendienst verschaft wor
den.
R°
R°
A
Uitzetmethoden
We zullen drie uitzet-methoden beschrijven,
waarbij er op een efficiënte wijze gebruik ge
maakt kan worden van een elektro-optische
afstandmeter. Bij het voorbeeld in dit artikel
is de derde methode toegepast.
1. Het huidige matenplan wordt gehandhaafd
en de elektronische afstandmeter wordt alleen
nuttig gebruikt bij het uitzetten en controleren
van lange lijnen en het uitzetten van tussen-
punten. De rest (korte maten) wordt op de
conventionele manier aangepakt.
2. Het huidige matenplan wordt slechts in
hoofdlijnen gehandhaafd. De assen van de lange
wegen worden in meetlijnenverband uitgezet,
zoals in methode 1. Uit deze lijnen worden
met de poolcoördinatenmethode de verdere de
tails berekend en uitgezet; controle geschiedt
door het meten van belangrijke tussenmaten
en het inmeten van alle uitgezette detailpunten
vanuit een tweede standplaats.
3. Het huidige matenplan wordt omgevormd
tot een matenplan, waarbij alle punten met de
poolcoördinatenmethode worden uitgezet. Er
worden door polygonering vooraf op overzich
telijke plaatsen in en om het gebied voldoende
vaste punten gemaakt, zowel voor de uitzetting
als voor de controle van de uit te zetten pun
ten.
Methode 1. Bij volledige handhaving van het
tot nu toe meestal gebruikelijke matenplan in
meetlijnenverband kan men het voordeel van de
elektronische afstandmeter slechts ten dele be
nutten. Men kan het instrument aan het begin
punt van een meetlijn opstellen, op het eindpunt
de afstand aflezen en daarna met indeling alle
tussenpunten uitzetten. Het oprichten van lood
lijnen kan met prisma en meetband geschieden.
Na het uitzetten van de rooilijnen moeten de
afstanden tussen de rooilijnpiketten worden ge
meten. Het is de vraag of in het laatste geval
het opstellen van de SM 11 niet teveel tijd
vergt in vergelijking met het meten met de meet
band. De SM 11-maat is erg betrouwbaar en
nauwkeurig, zodat de persoonlijke opvatting
een rol speelt bij de beslissing wat het voor
deligst is. Deze methode kan worden toegepast
indien het gebied, waar moet worden uitgezet
onoverzichtelijk is, zoals in heuvelachtig en
bebost gebied of in die gevallen, dat de aan
nemer zelf uit de wegassen de rooilijnen uitzet.
Hij kan dan veel voordeel hebben van (tijde
lijke) aspunten, die b.v. met verfmerken op
de voorlopige verharding zijn aangebracht.
Methode 2. Het matenplan kan worden ge
handhaafd in hoofdlijnen. Slechts enkele weg
assen worden in meetlijnenverband vastgelegd
en alle overige (detail-)punten worden met
richting en afstand vanuit deze assen uitgezet,
zie figuur 3. De punten 1 tot en met 9 worden
vanuit A uitgezet en vanuit B gecontroleerd.
Indien, zoals in dit geval, niet alle punten uit
B zichtbaar zijn, dan moet een nulpunt worden
uitgezet, van waaruit de ontbrekende controle
kan worden uitgevoerd, bijvoorbeeld één van
de punten 1 tot en met 6. Vanuit hulppunt H
zijn A en 5 tot en met 9 met richting en afstand
gemeten; uit deze meetgegevens worden de
coördinaten voor controle berekend.
Methode 3. Het uitzetten van alle punten met
de poolcoördinatenmethode vanuit enkele op
overzichtelijke plaatsen gekozen vaste punten
is bij gebruik van een elektronische afstand
meter het meest efficiënt, doch slechts reali
seerbaar in open, vlak terrein. Aangezien deze
methode de meeste veranderingen met zich
meebrengt voor zowel de opzet van het tot nu
toe gebruikelijke matenplan als voor de han
delingen in het terrein zullen wij hier de door
de landmeter te verrichten opeenvolgende han
delingen beschrijven.
Fig. 1 geeft een voorbeeld van een matenplan;
hierin zijn de uit te zetten punten 1 tot en met
46 met een driehoekje aangegeven. Fig. 2
toont een lijst met computergegevens; de be
rekening hiervan is in het voorgaande reeds
210
1.353.
1.354.
0.0000
85.773
O
1.353.
1.
360.2805
81.210
O
1.353.
1.353.
1.359.
2.
131.3402
375.8288
R"
169.666
A
71.202
A
1.353
3.
5.7378
80.525
Fig. 2.